Het Luis is in het jaar 1812 afgebroken; alleen de tuinmanswonmg
is blijven staan en tot eenen optrek gemaakt. De gronden, beslaande
eene oppervlakte van 10 bund. 38 v. r. 4 v. eil., worden thans in eigen-
dom bezeten door Mejufvrouw J a c o b a B r u g m a r , geb. B e u k e r , te ßreukelen.
BOOMSKREEK, kanaal in Nederlands-Guiana, kol. Suriname, dat
uit de bosschen van de plant, la Tourtonne ontspringt, en zieh achter
de Combe’s , met eenen oostelijken loop, beneden Paramaribo, in de
Suriname ontlast.
BOOMYLIET, voorm. plaats in Oud-Noord-Beveland, prov. Zee-
land, tusschen Kortgene en Emelisse.
Er lag hier eene sluis , die den 6 November 1830 doorbrak, waar-
door bet geheele eil. onder water gezet werd.
BOOMVLIET , watertje in bet eil. Overflakkee, prov. Zuid-Holland.
Het ontstaat aan den Noordwesthoek van den Duivenwaardschen
polder, maakt eerst met eenen noordwestelijken , voorts met eenen
noordelijken loop, de grensscheiding uit tusschen de gem. Soimnels-
dijk en Melissant, en ontlast zieh , een weinig bewesten Dirksland,
in het Spui dier gemeente.
BOONDERSLUIS, naam , onder welken de B o o r e r s e u i s , in Delfland,
prov. Zuid-Holland, wel eens, hoewel verkeerdelijk, voorkomt. Zie
B o o r e r s l u i s .
BOONDIJK of B o r e r d i j k e , oude pold. in het eil. Walcheren, prov.
Zeeland, tusschen de heerlijkheden ,Oud-Vlissingen en Koudekerke,
bedijkt eerst ten jare 1372, daarna in het jaar 1390. De gronden
behooren thans tot de Zuidwatering van Walcheren. Met de bever-
sching van dezen polder werd de vereeniging der Westwatering met de
Zuidwatering voltooid.
BOONENBURG (DEN-), buitengoed op de Over-Veluwe, prov. Gelderland.
Zie B o r e r e u r g (Der).
BQONEPOLDER, B o o r p o e d e r of eigenlijk C o r r e e i s - J a r s z - B o o h e ’ s -
p o l d e r , pold. op het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland, arr. Goes,
kant. Heinkenzand, gedeeltelijk gem.,Hoedekenskerke, gedeeltelijk gem.
's Gravenpolder-St.-Janspolder-Oost-en-Middelzwake; palende N., 0 . en Z.
aan de Honte, W. aan den Nieuwen-Hoondertpolder en den Ooster-
zwake polder.
Deze pold. werd den 26 Januarij 1622 geheel door de golven bedekt,
doch in het volgende jaar weder beverscht. Sedert had hij* vooral
met grondbraken te strijden; belangrijke vallen hadden in Februarij
1716 en in April 1718 plaats, vöor de inlaag van 1711. Eindelijk
werd de Zuidelijke helft geheel prijs gegeven. De Noordelijke werd
alniede, bij den watervloed van 14 Januarij 1808 , overstroomd , doch
herwonnen. Ook liep bij bij de overstrooming van 8 Februarij 1823
onder, maar werd hetzelfde jaar weder drooggemaakt.
Hij beslaat, volgens het kadaster , met de dijken, eene oppervlakte
van 17 bund. 94 v. r. 20 v. eil. Men had er vroeger eene sluis, door
welke ook de gronden onder N i s s e enz. hun water loosden ; maar deze
is in 1834 gesiecht. De B o o r e p o l d e r heeft geen bijzonder dijksbestuur,
maar wordt door den eigenaar beheerd , zijnde thans den Heer H e r -
d r i k L e r s h o e k , van Zwake.
BOONERSCHANS of B o h e r s c h a r s , geh. in Westerwolde, prov. Groningen,
ar r . , ! kant. en 2^ u. 0 . ten N. van Winschoten, gem. en £
u. Z. ten W. van NieuweSchans, maar kerkelijk behoorende tot Bel-
livgewolde, van waar bet 1 u. N. ten ü . gelegen is , aan de Moer-
sloot en den Hamdijk.
BOO.
Voorheen lag hier eene schans, die in het jaar 1889 door de Gro-
ningers aangelegd werd , maar thans geheel vervallen is.
BOONERSLUIS, ook wel, ofschoon verkeerdelijk, B o o r d e r s l u i s ge-
heeten, sluis in Helfland, prov. Zuid-Holland, ¿u . 0 . ten Z. van Maassluis,
dienende, om het overtollige water van Delfland op de Maas
te ontlasten. ,
Vroeger bestond zij uit drie sluizen , welke de V o o r b u r g s c h e
S l u i s , de Na a l dwi j k s c h e S l u i s en de Maaslandsche S l u i s
geheeten waren , maar in het jaar 1632 tot einen gemaakt zijn.
In het jaar 1838 is zij grootendeels vernieuwd.
BOONERVLIET, water in Delfland, prov. Zuid-Holland, gem.
Maasland.
Het neemt, 1 u. W. len Z. van Zouteveen, uit de Breevaart zij-
nen oorsprong, loopt, in eene zuidwestelijke strekking, lijnregt voort,
tot het zieh, k u. Z. ten 0* van Maaslandsluis, door de Boonersluis,
in het Scheur ontlast. _
BOONGASBAAI of B o o r k a s b a a i , baai in Oost-Indie, in de Indische
Zee, aan de Westkust van het Sundasche eil. Sumatra, gouv. gebied
Padang; 1° 30' Z. B. 117° 38' 0 . L.
BOONGATAN, d. in Oost-Indie , op het Sundasche eil. Java, resid.
Bezoeki, 9 palen van de hoofdstad der residente , 773 palen van An-
j e r , en 682 palen van Batavia, op den grooten postweg.
BOONHIL, geh. in het markgr. van Bergen-op-Zoom, prov. Noord-
Brahand, arr. en 7 u. ten W. van Breda, kant. en 2 u. ten N. vau
Bergen-op-Zoom., gem. Steenbergen-en-Kruisland, 1 u. W. van Kruis-
land, waartoe het behoort, aan de Wouwsche beek.
BOONINGEN, oude naam van het d. B e c r i r g e r in het Rijk van Nij-
me gen y prov. Gelderland. Zie BEurfiNGEi«.
BOONKASBAAI, baai in Oost-Indie, in de Indische Zee. Zie Boos-
GASBAAI.
BOONPOLDER, later B o r e v e e d en door verhastering B o m e v e e t (bijy.
op de kaart van H a t t i r g a ) , oorspronkelijk eene bedijking , op het eil.
Walcheren, prov. Zeeland, oudtijds ambacht Hllartskevke, thans gem.
Serooskerke, door E u s t a c h i u s B o e r e s z o o r v a r A e e a r t s k e r k e en anderen ,
ten jare 1246 , aan de Abdis van Rijnsburg verkocht. _
BOONPOLDER, pold. in het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland. Zie
B o o r e r p o e d e r .
B0011D , geh. in de Meijerij van 's Hertogenbosch, prov. Noord-Bra-
band. Zie B o o r t .
BOORD (HET) of het B o r d , broek , in het Land van Cuyk , prov.
Noord-Braband, gem. Gassei.
Dit broek , hetwelk nagenoeg 200 bund. groot i s , wordt door
het water van den Beerschen Overlaat onder water gezet, na dat
eerst de broeklanden van Cuyk , Linden en Gassei overstroomd
zijn.
BOORN, B o o r r b , B o r r , B o r r e of B o o r n s t r o o m , bij de Ouden B u r d o ,
B u r d i r u s geheeten , riv., prov. Friesland.
Zij ontspringt in het oostelijke gedeelte der griet. Opsterland,
uit het Mieuwe- of Mieukemeer, stroomt van daar, onder den naam
van K orirgsdiep , in ontelbare krommingen, met eene westzuidwestelijke
rigting, midden door die grietenij, voorbij de dofpen Duurswoude ,
Wynjeterp, Hemrik en Lippenhuizen ten Z., en Ureterp en Olterterp
ten N., tot onder Beetsterzwaag, ln hare beginsels gering , is zij ver-
volgens op vele plaatsen droog ; maar bij het laatstgemelde dorp wordt