BEMMELSCHE BUITENPOLDER, pold. in de Over-Betuwe, prov.
Gelderland, arr. Nijmegen, kant. B ist, gem. Bemmel; palende W. N.
en 0. aan den Bemmelschen d ijk , Z. aan de Waal.
Het is niet zeker bekend, wanneer deze polder is bekaad of be-
damd ; rn a a r, ten gevolge van de buiterigewone overstrooming, welke
in 1784 heeft plaats gebad, en de daardoor veroorzaakte dijkdoor-
b rak en , is de toen oui dien polder gelegene zomerkade geheel; wegge-
spocld, bebbendc de lierstelling daarvan .de: aanzienlijke som van 6440
guld. gekost. De BemmelSche Ruiten-polder heeft, door de verbazende
ströomslingeringen , van tijd tot tijd , aanmerkelijke veranderingen on-
dergaan , welke altijd tot zijn nadeel hebben gewerkt; terwijl daardoor
de kade dikwerf is moetcn worden verlegd, en de polder, door den
a fb ra a k , een verbazend landverlies heeft geleden; zijnde bovendien
de hoedanigheid van den grond, nog voor een groot gedeelte door
zandstortingen bedorven. In 1797 bevalte liij , rnet het gecombi-
neerde Gent sc he ca O o y r i j k s c h c te zamen 391 morgen of 332
bund. en heeft thanseerie oppervlakte van 260 b u n d ., 2 v: r. 60 v. eil.
In dezen polder liggen de drie hierboven in bet art. Bemmee vermelde
steenbakkerijen.
BEMMELSCHE DIJK, dijk in de Over-Betuwe, prov. Gelderland.
Het is dat gedeelte van den Waaldijk, hetwelk van boven Döornik,
längs Bemmel naar Gent lo o p t, e n , even als de geheele Over- en
Neder-Betuwsche Waaldijk , ter beveiligingijtan de Betuwe tegen het
water uit de Waal dient.
REMMERSTRAAT , geh. in de Meijerij van ,’s Hertogenbosch j
kw. Peelland, , prov. Noord-Braband, arr. en 3 u. N. ,0. van Eindhoven
, kant., distr. en 1 ^ u. N.> van Helmond, gem. Beek-en-Donk,
u. ten N.van Beek; met ruitn 40 inw.
BEMDURÜE WAARD, geh. inhc.t. f f cderkwartier der. prov. Utrecht,
arr., kant. en gem.' Utrecht. ■
Het iseigenlijk een gedeelte der voorstad buiten de Waardpoort van Utrecht,
was voorheen als ambacbtsheerlijkheid leenroerig .van dedomproost-
dij van Utrecht en -werd de Bemuurde Wa a r d genoemd , omdat zij , van
ouds , met eenen muur omringd en afgesloten is; geweest. Zij plagt
drie hoofdpoorten en even zoo yele kleinere uitgangen te bebben , en
liad de gedaante van eene kleine .stad op’ zieh zelve, Zij be.vat thans
18 straten en Stegen, met 304 woonhuizen en ruim , 1700 inw., meest
winkeliers en handwerkslieden. : Ook heeft men er eenen korenmolen,
die door water en wind beide kan worden in beweging gebragt, verder
eenen wind- en paardenoliemolen, ijzer-en kopergieterij , touwslagerijen ,
houtkooperijen enz..
:• De Bemborde Waard strekt zieh, in de len g te , van die i stad a f ,
to t aan de derde brug uit. De wallen zijn, aan de Oostzijde van de
V a a rt, die den Waard doorsnijdt ,'en in de Vecht leidt,' met, eene rij linden-
boomen bezet. Di'gt aan de stad ligt eene zware schutsluis ; nevens welke
bet Amsterdamsche trekschuitenveer is. De Waard heeft reeds van ouds
zijne Ambachtsheeren gehad, die gedurigmet hetlaag en middelbaar regts-
gebied, ' doör den Domproost verleid werden, doch in h e tja a r 1616
heeft de' stad deze anibachtsheerlijkheid uit den bezwaarden boedel
van J oban Rbiscb en Waeravine van Zouoenraegii , waaftoe zij behoorde ,
voor acht en twintig honderd gülden gekocht. De Bemuurde waard
loopt met de andere geregten, welke gezamenlijk thans de voorstad
nitmaken , zoo ineen , dat geene andere afscheiding merkbaar i s , dan
alleen het water , hetwelk vroeger de muren omgaf.
BENALI, naam, dien de Negers aan de plant. L b g t e h b u r g geven.
Zie dat woord. , n -
BENANGAi, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes. Zij
entlast zieh wet .eenen weslelijken loop in de Straat van Mahissar.
BENAB ofBENDJAR , riv. in Oost-Indie, op bet Sundasehe eW. Borneo,
aan de Zuidkust in het rijk Banjermasing. Zij onllast zien met eenen
Zuidelijken loop in de Zee van Java.
. BENDA , eil. in Oost-Indie, in de Zee van Banda. Zie B a n d a .
BENDAR-MASSIN , kon. in Oost-Indie. Zie B a n je r m a s in g .
BENDELMEERBROEK , oude naam van het B i j e m e r m e e r . Zie dat
woord.
BENDEREN , voorm. vrouwenklooster , van de Cistercienser orde ,
in de Meijerij van 's Ilertogenbosch, kw. Peelland, prov. ]\oord-
Braband. Zie B in d e r e n . ,
BENDERMASSING, kon. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Borneo.
Zie B a n je r m a s in g .
BENDJAR riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Borneo. Zie
B e n a r .
BENDÖENG. d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Bantam, aan de Tjidocrian.
BENDSCHAR, kon. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Borneo.
Zie B a n je rm a s in g .
I BENDWIJR , BiNDWijKof Bijndwmk , oude b u u rt der stad Amsterdam ,
thans d a t gedeelte der Kalverstraat u itm a k e n d e , hetwelk zieh van de
Nieuwezijds kapel to t den Heiligenweg u itstrek t.
BENEDEN-ARIEKÜK , rooi of regengeul in W e s t - I n d i e op bet
eil. Aruba, op de Noord-oostknst, ten W. van den berg Ariekok.
Men heeft in 1824 alclaar goud gevonden.
BENEDENBUURT , buurs. op de Neder-Veluwe , prov. Gelderländ,
kw.,; distr., arr. en 4 u. N. W. van Arnhem, kant. en 1 | u. N.
van Wageningen, gem. en 1£ u. Z. van Ede, iO min. W. ten N, van
Bennßkom ,. waartoe het behoort, met ruim 400 inw.
, BENEDENDOOD of de B lo em pea a t , pold. op het Bergsclie veld,
prov. Noord-Braband, arr. Breda, kant. Oosterhout, distr. 's Prihsen-
hage, gem. Made-en-l)rimrhelen; palende N. aan den Bovendood of
de Moordplaat , O. aan het Sleurgat, Z. aan het Lukwellegat, W. aan
het Gat van de Zuiderkil.
Deze polder , welke in het jaar 1850 bekaad is , bevat 29 bund.
8 4 ;t» r. 66 v. eil., en wordt door de eigenaars zelven beheerd en be-
stuurd. Het land ligt omtrent 8 palm boven A, P.
. BENEDEN-HAASTRECHT , pold. en water in de Crimpenrewaard,
proy. Zuid-Holland. Zie H a a s t r e c h t ( B e n e d e n -) (1).
BEN EDEN POLDER , hoogomdijkte pold. , - op de Tien gemeten,
proy, Zuid-IIolland, arr. Dordrecht, kant Oud-Beijerland, gem. Zuid-
Beijerland; palende N. aan het Vuile gat, O. aan den Middenpolder,
Z. aan den Zuid-West-polder W. aan den Westpolder.
Deze polder, die in het jaar 1808 is aangelegd, beslaat 84 bund.
79 v. r. 75 v. eil.
BENEDEN-POLDER, pold. in het graafsch. Bergh, prov. Gelderland,
Zie W e s t e e i j k e p o l d e r .
( i ) Alle met B e k e d e n bejfinnenile woorden, die h ie r niet worden g e v o n d en ,
zoeke men op de woorden van onderaclieiding,