in het jaar 1835 voornemens het tot een lustslot Tan eene geheel ver-
schillende bouworde zonder verdieping te doen vervangen. De Plan-
tentuin ,“ aldaar, onder het bewind van den Opperlandvoogd v a n d e r
C a p e l l e n , aangelegd, omringde van alle zijden het fraaije paleis en is
inerkwaardig , door de weelderige vruchtbaarheid van den grond, die
zieh hier met de zorgvuldigste kunst en den kiesclisten smaak veree-
nig t, om dezen tot een voorbeeld van schoonheid , verscheidenheid , en
zindelijkheid te maken. Vooral de rijkheid aan zeldzanie en vreemde
gewassen , waartoe de onvermoelde natuuronderzoekers R e in w a r d t en
C. L. Blühe, die er eenigen tijd Directeurs van waren, niet weinig
hebben toegebragt , : maakt dezen tuin teregt zoo algemeen beröeind ,
dat schier ieder op Java komend reiziger dien gaat bezoeken. Ook
vindt men er een fraai gedenkteeken ter eere van de zoo jong over-
ledene Natuurkundigen H . K d i il en J. C . v a n H a s s e l t .
Tijdens het bestuur van den Gonverneur-Generaal v a n d e r C a p e l l e n ,
vond men op B d it e n z o r g ook eene fraaije verzameling van voorwerpen ,
welke de drie rijken der Natuur in Indie aanbieden. Zoo zag men in
de nabijheid van het paleis onderscheidene kooijen en hokken , voor
vogelen en ander gedierte. Er was onder anderen eene slang van
ten minste 5 eilen lengte en eene halve el in omtrek ; een der
fraaiste en grootste tijgers was er in eene kooi opgesloten ; in een ge-
metseld waterbekken zag men twee kaaimans; in eenen grooten
Vierkanten zeer modderigen k u il, was een groot rhinoceros te
zien en voor het paleis liepen een paar honderd zeer tamme her-
ten en antilopen , benevens kalkoenen , paauwen en ander gevogelte ,
terwijl men er tevens gelegenheid vond, den prächtigen vederdos van
eene menigte papegaaijen van allerlei kleur , zwarte zwanen en paradijs-
vogels te bewonderen.
Er is voorts te B d it e n z o r g eene fraaije K a z e rn e , tot huisvesting
dienende van eene kompagnie blaauwe huzaren en van een detachement
artillerie. Ook heeft men er een groot Chineesch kamp en eene B a z a r
of Markt., die veel tot de levendigheid van dit oord bijdraagt. .Het
plein, waarop de W o n in g van den R eg en t en de Moskee staan ,
doet zieh ook zeer lief voor. In het laatst van November 1837 , is door
den Gouverneur-Generaal d e E b r e n s een besluit genomen , volgens het-
welk er te B d it e n z o r g een statistiek bureau moest gevestigd worden,
waarin ter voorkoming, dat belangrijke werken over Nederlands-Indie,
geschiedkundige en statistieke schrifturen en andere stukken van dien
aard ,' verloren gingen , alle de in de gouvernements-archieven verspreide
schrifturen, memorien, kaarten en wat al verder, ter zake , voorhanden
was ofmogt komen , moest vereenigd en volgens de verschillende onder-
werpen gerangschikt worden , terwijl tevens bevel werd gegeven , ter
aanschaffing van zoodanige werken, welke aan de Gouvernements boe-
kerij ontbraken.
Alle bedenkelijke vöortbrengselen uit het plantenrijk , en vele Euro-
pische vruchten worden te B d it e n z o r g in overvloed gevonden. Er heerscht
een zuivere en aangename dampkring, terwijl de nabijheid van den
berg Salak de wärmte door verfrissqhende winden matigt, en gedurige
regenbuitjes bet aardrijk naar wensch verkoelend vocht aanbrengen.
Dit alles, gevoegd bij de ongemeene gezondheid van deze plaats, heeft
dan ook een aanzienlijk getal Europeanen derwaarts gelokt.
Door de aardbeving van 10 October 1834 is te B d it e n z o r g , behalve
bet paleis van den Gouverneur-Generaal, het fraaije in 1821 , gebouwde
residentiehuis mede zoodanig verwoest, dat men het grootendeels heeft
nweten afbreken , terwijl nog eene der grootste steenen loodsen van de
bazar geheel ingestort is , gelukkiglijk op een oogenblik, dat er zieh
nog geen menschen verzameld hadden.
BUITENZORG, landgoed in de Over-Betuwe, prov. Gelderland, arr. en
1 u. N. ten 0. van N ijm eg en , kant. en 1 u. Z. Z. W. van E i s t , gem.
en 5 min. W. van Bemmel. *
Het beslaat eene oppervlakte van 7 bund. 30 v. r. 50 v. eil. en
wordt tbans in eigendom bezeten en bewoond door de erigenamen van
den Heer R ie t i io v e n . z
BUITENZORG, voorm. buitengoed, in het Overkwarlier van het
sticht van Utrecht, gedeeltelijk gem. en 10 min. W. van de B i l d t ,
gedeeltelijk gem. en j u Z. van S t. Maartensdijk.
Het bestond uit heerenhuis , porti erswoning, lanen, turnen, water
en plantsoen , mitsgaders boerenhofstede, boomgaard , bouw- en weiland,
in alles groot omstreeks 34 b u n d .; maar in het begin dezes jaars
(1840) is het huis en verder getimmerte voor afbraak verkocht, zoodat
er thans niets meer dan de boerenhofstede van bestaat ^
BUKENHORST of B e d k e n h o r s t , buitengoed in de M e ijen j van s Her-
togenbosch, kw. O isterwijk, prov. Noord-Braband, arr. en kant. en
1 u. W. van ’s Hertogenbosch, gem. en \ u. W. van Vucht.
Het beslaat eene oppervlakte van 57 bund. 8 v. r. 57 v. eil., en
wordt thans in eigendom bezeten door Mejufvrouw J. C. A. van Lanscrot.
BUK.HORST, oudadell. h. en hav. in Z a lla n d , prov. Overijssel. Zie
BüCKHORST. i j t > BUKISCOPE en B d k e s c o p , o u d e namen vän het d . R o s k o o p , in
R ijn la n d , prov. Z u id-Holland. Zie B o s k o o p . _
BULGERSTEIN, voorm. zwaar en sterk kast. in S chieland, prov.
Z u id -H o lla n d , ter plaalse waar thans Rotterdam gelegen is. Het lag,
voor de eerste bedijking, genoegzaam te midden van de Maas, op
eene zandige plaat of hoogte , welke van ouds het Roode Z a n d
plant te heeten , en waarvan de tegenwoordige Zandstraat hären naam
zoude ontleend hebben , van welke slraal thans nog een gedeelte eigen-
lijk het Roode zand heet. Het gebouw was van zulk eenen gnjzenouder
dom, dat er getuigd wordt, dat dit slot, ten tijde, toen men de meeste slo
ten in Holland begon te bouwen, reeds \an ouderdom vervallen was
en herbouwd is geworden. Het moet dus in vroegere , en naar alle
waarschijnlijkheid in de eerste Bisschoppelijke, oorlogen gebouwd zijn.
Immers vindt men aangeleekend, dat men in het begin der zevenliende
eeuw aan den Noordwesthoek van eenen der vervallen torens van dit
slot, ’op zekeren steen het jaartal 1071 gelezen heeft, waaruit men ml
beweeren, dat het in dat jaar zoude herbouwd zijn. Zcker gaat het ,
dat het van oude tijden een zeer sterk en groot geboiiw is geweest, met
zware onwinbare torens en dikke muren. In het begin der vorige eeuw
is er nog de grondslag van gezien, en toen diende het vooorste
gedeelte tot een Algemeen Stads-Werk- en Spinhuis , terwijl het
achterste gedeelte afgebroken en in eenen tuin herschapen was; thans
wordt het nog bestaande gedeelte gebezigd tot Hois v a n A r r e s t v o o r
j e d g d ig e v e r o o r d e e l d e n ; terwijl de tuin aan een partieuuer belendend
huis is getrokken , thans behoorende aan Mevr. de wed. T r o m p e r t , geb.
v a n d e n E n d e .
Aan dit voorm. kast. heeft de stad Rotterdam zijnen oorsprongte danken,
want onder deze sterkte, kwamen de eerste bewoners dezer landstreek,
die geringe visschers waren , zieh nederzetten en onder hare bescher—
ming in veiliglieid hun onderhoud zoeken en uit de rivier haleu. In