ders op de paardenmarkt aldaar aängebragt, eenen zekeren toi te vorderen,
tot onderhoud van de strafen en brdggeri. Deze paardenmarkt
wordt jaarlijks , op den eersten Maandag in Julij , te gelijk met de
jaarlijksche kermis « gehoiiden , en'is bijzonder vermaard.
BUNSCHOTEN (ttOÖRDERPOLDER-VAN ), pold. in Eemland, prov.
Utrecht, arr. en kant. Amersfoort, gem. Bimschoten; palende N. aan
de Zuiderzee, 0 . aan het voormalig ambacht Spakenbnrg , Z. aan den
Frans-Jacobspolder, W. aan de Eem en aan het voormalig ambacht Dijk-
huizen. • _
BUNSCHOTERVEEN, pold. in Eemland, prov. Utrecht, arr. en kant.
ylmer&foort, gem. Bunschoten ; palende N. aan het voormalig ambacht
Sparenburg, 0.* aan Neder-Duits, Z. aan den St. Nicolaaspoldcr, den
Frans-Jacobspolder en den Noord-polder.
BUON-AYRES, eil. in W est-lndie, tot de Curagaosche eilanden be-
hoorende. Zie Bonaire.
BURANGE, Fransche naam van bet geh. Buringen , in de heerl. St.
Jansberg, grootb. Luxemburg. Zie Böbingen.
BURCH, geh. op het eil. Wieringen, prov. IVoord-Holland, arr.
en 9 u. N. N. 0 . van Alkmaar, kant. en 4 u. 0 . ten Z. van den Helder,
gem. Wieringen, 1 u. Z. W. van den Oever, waartoe het behoort.
BURCH, voorm. adell. hofstede in Delfland, prov. Zuid-Holland.
Zie Buss (1).
BURCH (TER-) , b., prov. Friesland, kw. Westergoo , griet. Hen-
naarderadeel, arr. en 2 j u.-N. ten'W. van Sneek, kant. en u.N. ten
0 . van Boisward, onderliet d. Kubaard.
BURCKMEER, meer in Waterland, prov. IVoord-Holland, gem.
Nieuwendam-en-Zunderdorp. Het heeft, door de Zwet, gemeenschap met
de iJieuvve-Gouwe , en door de Teesloot met de Bingsloot van het
Belmcrmcer.
BÜRDEN o f Birden, op sommige k a a rte n ook Beieeden gespeld , d .
in de h e e rl. Bourscheid, g ro o th . Luxemburg, kw ., a r r. en 1 u. W.
v a n Diekirch, gem. en £ u. N. N. W. van Ettelbruck.
Men heeft er eene kapel, die tot de par. van Ettelbruck behoort,
en door eenen eigen Kapellaan bediend wordt.
BURÜO, voorm. zeeboezein , prov. Friesland. Zie Middelzee.
BUREN , graafs., in liet Nederkwartier der prov. Gelderland, kw. en
arr. T ie l, kant. Culemborg ; palende N. aan de Lek , 0 . aan de Neder-
Betuwe ,• Z. aan de Linge, die het van den Tielerwaard scheidt, W. aan
het graafs. Culemborg.
De meesle en beste historieschrijvers zijn bet daarin eens,dat het L and-van-
B oben oudtijds tot het graafs. Teisterband bchoord heeft. Sommigen willen,
dat het daarmede , in den jare 994 , aan de Utrechtsehe kerk geschonken
zij , doch hiervan is geen zekerheid ; vaster gaat h e t, dat het eene
oude vrije'heerlijkheid is , die, door bijgevoegde gerieten en verkregen
goederen, als Be u s i c h em, een gedeelte van Ma l s e n , nu Buu r -
m a l s e n genoemd, aanmerkelijk vcrgroot is. Voor het jaar 1145
wordt in de gedenkschriften van geene Heeren van Hoben gewaagd;
doch op dat jaar wordt van eenen Aiabd van Boben gemeld , dat hij met
I da , de doehter van R oeloe of R odole Heer van Beusichem, in den echt
trad, die hem deze heerlijkheid ten huwelijk bragt, welke sedert aan Bo(
i) Alle de overige namen , die men wel s oldera B u r c h gespeld v in d t, 7-oelte
m e n op Burg» Borg of Burgii«
re n gehecht werd. Omtrent het jaar 1152 vindt men vermeld , dat H ogo van
Boben, een krijgsman uit de Beiuwe | zieh met vrouw cn kinderen ,eer st
naar Thüringen en naderhand in het land van Twenthe Regaf, ■ alwaar
hii het kloostcr Werslo , en vervolgens, in het graafs. Bentheim , het
klooster Wijtmersch stichtte. Men heeft geene naauwkeurige volg- ot ge-
slachtslijsten van de Heeren van Boben. Die Heeren bezaten de heerl. Boben
als eigen goed , en komen alom als Edele Heeren voor. De ecrste band ,
die het aan Gelderland heehtte, werd , in het jaar 1298 , aan O tto van
Boben opgelegd, daar h ij, wegens gepleegd geweld, zijn slot Buren
in handen van Graaf Re inald möest overgeven , en van hetn, als vrije
leenman , wederter leen ontvangen; daar hierbij geene de minsle
melding van de heerl. geschiedt , bleef deze dus eigen. Voorts belootde
O tto den Graaf en zijne Landen uit zijn slot geen schade te zullen toebren-
gen , maar het in tijd van oorlog voor de Graven van Gelder open te
houden; terwijl het naderhand weder aan den Heer komen zoude. Voor
dien tijd moeten de Heeren van Buben geene betrekking tot Gelderland
gehad hebben , want ofschoon zij somwijlen als bondgenooten , zoo wel
van Gelderland als van Holland voorkomen , wordt Heer O tto met genoemd
bij -de onderhandelingen en verdragen , na den slag, die den
5 Junij 1288, in de vlakte van Woeringen , geleverd werd , alwaar men de
meeste Geldersche Heeren vermeld vindt. Zijn zoon Aiabd was ook leenman
van Holland wegens Aelwijk , in het ja a rl3 1 5 , en later ziet men W io ie ji,
Heer van Boben met vele Hollandsche leenen verleid. Uit het verdrag,
door dezen Aiabd , in het jaar 1314, met Graaf Reinald aangegaan , over de
prensscheiding van zijne heerlijkheid en Gelderland, in den omtrek van
Triebt, blijkt duidelijk , dat hij deswege geen Leenman was ; hoewel
men uit den brief zien karr, dat bij andere leenen van den Graal hield.
Zijn zoon,- O tto van Bo b en , in het jaar 1315, in Braband vergeels
geklaao-d hebbende , dat men het verdrag , voorheen met zijnen vader
aano-e-raan, schond, overviel de stad Tiel, die toen Brabands was,
gewapenderhand , eu behaalde aldaar eenen aanmerkelijken buit. Naderhand
werd, door tussclienkomst van de Graven van Holland en van
Gelder, een verdrag tusschen den Hertog van Braband en Heer O tto
getroffen. Deze O tto van Boben was met eene bastaard-dochter van den
Graaf van Holland gehuwd. Zijn broeder Lambert werd in het jaar
1529 door Jan III, Hertog van Braband, met Boben beleend. Hoe
naderhand de heerlijkheid Boben , boven het slot, een leen van Gelderland
geworden i s , vindt men niet vermeld, maar vast gaat het,
dat Hertop- Edoabd , den 14 Augustus lo67 , Ai.ard , Heer van Buren,
beleende met het Hu i s te B u r e n met zijne graven en voorburgten ,
met de heerschap, met de hooge en läge gerigten van de Landen van
Boren en met al zijne regten en toebehooren. Omtrent het jaar lo77,
vindt men van eenen A la rd , Vrijheer «kn» Buren en Beusichem, gewag
gemaakt. Hij trad met eenige Geldersche steden in verbond en be-
loofde , ter algemeene bescherming, tien ruiters te leveren. Ook heeft
hij der stad en dorpen van B o b e n , in het jaar lo85 en 1595, een
landregt gegeven-, van hetwelk de afschriften nog voorhanden zijn.
Zekere° O tto van Boben , die Heer van Aarsen genoemd wordt, liad ,
in het jaar 1580 , den hurg te Gelder in bewaring; doch in het vol-
gend jaar stond hij dien wederom aan den Hertog van Gelder a f ,
die hem, voor het verdedigen van dien bürg, vijf duizend oude Schilden
deed teilen. W il l em , Heer van Buren en Beusichem, van wien
nog een landregt, gegeven in den jare 1416, in wezen i s , kwam ,
nevens zijnen broeder, J an van B uren, die Proost t e Aken was, in het jaar