Op den 26 Januarij 1682, werden de volgende polders en landen
overstroomd ; S t u r m es and t , de B u r e n - of Scha ap sp ol d e r ,
Meu 1 e n p ol d e r , Ou d-T o 1 s en d e , Ni eu w-Tols e n d e , Nieuwel
a n d e , d ri e P o l d e r s in K r a b b e n d i j k , de Oo s t p o l d e r
aldaar, Va l k e n i s s e e nW a a r d e n , de B o o n e n p o l d e r en de
R u i g p o l d e r , de Z u i d p o l d c r s v an B a a r l a n d , Ev e r i n g e ,
de Wa t e r v l i e l s p o lder , de Oo s t p o l d e r van ’sH e e r Ar ent s -
k e r k e , en de L e e uwe r i k - of C a 1 i s p o ld er buiten en be-
halve ongemeene schaden aan de dijken der Br e ewa t e r i n g en
van den Go e sc he n - po 1 d e r.
De Storni en vloed van 14 en 15 Januarij 1808 hebben mede hun
woest geweld tegen Z u id - B evela nd uitgeoefend, de verschrikkelijkste
verwoeslingen aangerigt en de onberekenbäarste schaden en nadeelen
veroorzaakt. Een groot aantal polders , inet elkander eene oppervlakte van
ruim 11,000 gemeten (5050 bnnd.) bevattende , werden , dcels en meestal
door min of meer geweldige doorbraken, deels door overstroomingen ,
eene prooi der golven, terwijl liet gelieele eiland in het oogenschijnlijkste
gevaar verkeerde , om door eene vereeniging der Ooster- en Wester-
Scbelde, welke toen alleen door eenen verzwakten dijk van elkander
gescheiden waren , in twee deelen gescheurd te worden, waarvan niemand
zieh durfde verstouten de gevolgen te berekenen. Dit gevaar
werd echter door bet weder indijken der ondergeloopen polders geluk-
kiglijk te boven gekomen.
Toen de Engelsehen , ' bij hunnen inval in Zeeland, ten jare 1809,
bet eiland Schouwen en een gedeelte van Walcheren in bezit genomen
badden , stevenden zij ook naar Z u id - B eve la nd , op welk eiland zij, den
1 Augustus, bij Wemeldinge , landden. Van daar rukten zij dadelijk , met
eene ontzettende hoeveelheid kruid, lood en andere krijgsvoorraad,
betwelk alles op in beslag genomene wagens derwaarts gevoerd werd,
op de stad Goes en het fort B a t h aan. Beide werden op hunne
aannadering door de Hollandsche troepen verlaten, zoodat zij , zon-
der slag of stoot , nog dienzelfden dag, Goes en, twee dagen later,
B a t h binnen trokken. Slechts kort echter bleven de Engelschen in
bezit van dit eiland, want, in de overtuiging , dat hunne troepen
aldaar zeer onveilig waren, wanneer zij zieh niet sterk genoeg konden
achten, om eenen aanval op Antwerpen te wagen, ten einde die stad
te bemagtigen en de Fransche vloot weg te nemen, besloten zij reeds ^
den 27 Augustus, Z u id - B eve la nd weder- te verlaten. Hierop werden,
den volgenden dag, door hen eene menigte wagens en paarden ge-
vorderd°, om hunne zieken, bagaadje en krijgsvoorraad te vervoeren.
Terwijl men gereedheid maakte ,’ om een gedeelte der troepen in te
schepen, hield een ander gedeelte zieh onledig met de stukken kanon ,
die zij in het fort B a t h gevonden badden , van de aifuiten te nemen
en aan boord te brengen. De aifuiten zelve werden, met nog ander
krijgsvoorraad, op den dijk naar den kant van Borssele-n vervoerd ,
aan vier boopen verdeeld , en in den brand gestoken. Het hoofdkwartier,
dat in de stad Goes gevestigd was, werd weder naar Middelburg
overgebragt en bet eiland Z u id - B eveland geheel door de -Engelschen
ontruimd.
Nadat de Franschen , in het begin van December 1815 , op de aan-
komst van eenige Engelsche schepen , de meeste Zeeuwsche eilanden
verlaten hadden , landden zij , den 19 dier maand j met bonderd en
twintig man te Bor sselen, in Z u id - B ev e la n d , met oogmerk , om eene
zware batterij , die zij daar hadden achtergelaten en de vaart van hunne
kleine schepen op Bath. Terneuze en andere plaatsen, belemmeren
konde, te vernielen. Dewijl er nog geene bezetting was, die hun
tegenstand kon bieden , slaagden zij gelukkig in hun doel, en plunder-
den bovendien nog twee hofsieden uit, waarna zij naar Vlissingen
terugkeerden. Weldra echter leenden de Engelschen, in Z u id - B eveland
aan wal gestapt, den iugezetenen hunne dienst, om de batterij te
herstellen. Hierop besloten de Franschen, met eene grootere magt
en ondersteund door eenen uitval uit het fort Bath, eene nieuwe po-
ging te doen, om niet slechts de batterij, maar, zoo mogelijk, het
geheele eiland Z u id - B eve la nd te heroveren. Het niet hakomen van
vroeger gedane eischen tot levering van eene ontzettende hoeveel-
beid levensmiddelen van allerlei aard, alsmede de thans zwevende ge-
ruchten, dat eene bende Fransclien, uit Antwerpen , in de eilanden
doorgedrongen, den aanval zoude ondersteunen, schenen de volvoe-
ring van dit besluit nog sterker aan te dringen. Er werden dus , in
den nacht tusschen 5 en 4 Januarij , te Vlissingen vijf honderd man
op drie kanonneerbrikken en vier andere vaartuigen ingescheept, welke
aan de Kloot, geland zijnde, verder over die zandplaat op Borsselen
aantrokken. De bezetting bestond aldaar destijds slechts uit eene komr
pagnie Engelsclie mariniers, onder den Kapitein S a n d fo rd , eenige
Engelsche kanonniers, met een veldstukje, onder den Luitenant M a c fa r *
l a n e en eene kompagnie Hollandsche vrijwiliigers, onder den Kapitein
D om in ic u s . Deze, door de overmagt genoodzaakt terug te trekken,
konden wei niet beletten, dat de Franschen de batterij vermeiden en
in het dorp trokken , doch de Engelschen , eenen voordeeligen stand
achter het dorp genomen hebbende, en bijgestaan door het landvolk
van Borsselen, weerden zieh met hun veldstuk zoo dapper, en hielden
den vijand zoo lang tegen, dat de landstorm , door de alarmklokken
der andere dorpen op de been gebragt, den tijd h ad , ora met eene vol-
doende magt te kunnen toeschicten; waarop de Franschen, zieh in
hunne verwachting van bijstand uit het fort Bath te krijgen , bedro-
gen ziende, na het bekomen van twaalf dooden en tien gekwetsten , met
overhaasting de vlugt namen naar de schepen, welke intusschen aan den
Hoek van Borsselen waren opgekomen. Het verlies van onze zijde beliep
niet meer dan zeven , zoo dooden als gekwetsten. Nog een paar keeren
werd eene gelijke poging, ofschoon met enkele landingbooten en een
geringer getal manschap, op Z u id - B e v e l a n d , aan den Zuid-Kraai -
jerspolder hervat. Deze liepen wel telkens , door den dapperen
wederstand der achter de dijken liggende landlieden vruckteloos af,
doch veroorzaakten den ingezetenen van Z u id - B eveland groote ongele-
genheid en onrust. De aanhoudende bewaking der buitendijken • tegen
alle overrompeling verschalte den Zeeuwen, in dit allezins barre
jaargetijde, eene zeer moeijelijke pligtsvervulling j alleen het post vatten
van twee Engelsche fregatten en twee brikken vöor den wal van
Borsselen , op den 5 Februarij , schonk eene gewenschte verademing,
doordien zij Z u id - B eve la nd voor alle verdere verontrusting beveiligden.
Bij den watervloed van 1825 geraakten op dit eiland eenige polders
en andere läge plaatsen, ten beloope van ruim 124 bund, lands , onder
water.
Het wapen van Z u id -B evela nd bestaat in een veid van sabel (zwart),
beladen met eene gans van zilver.
BEVELANDIA, Latijnsche naam van B e v e la n d . Zie dat woord.
BEVELANDPOLDER (NIEUWE-NOORD-), pold. op het eil. Noord-
Beveland, prov. Zeeland. Zie B eve la nd ^N ie u w -N oo rd - ) .