Den 22, Augustus 1836 heeft alliier cen hevige brand pluats ge-'
had , welke , door eenen Sterken Zuidoostenwind aangewakkerd , bin-
nen weinig tijd s, genoegzaam het gehcelc Wcslelijko gedeelle der
stad, benevens de daartoe beboorende bazaar, heeft in de ascli gclegd.
De schade , veroorzaakt doör deze ramp , die. aan een toevallig ongeluk
werd toogcschreven , was vrij aanzienlijk, als zijnde er meer dan
honderd huizen en een bijna gelijk gctal warongs, aan welgestelde
inlanders toebeboorende, alsmede nagenoeg zeventig lombongs met
padie gevuld, behalve nog eene menigte paardcnstallen, door de
vlammen vermeid.
BANDONGAN, post in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
res. Passaroewang, aan den weg van Bang’il naar Passaroewang. Er
zljn van hier tot aan Passaroewang, ter wcderzijdc van den weg,
gayain- ciy tamarindeboomen, geplant. Niet, ver van B akdongam treft
men eenen suikermolen aan.
.BANDONPAR, oud d. in Oosl-Iudü, op het Sundasche eil. Java ,
lands. Priangan,.
BANDSTER MOLEN o f B andster- R ogholen, g e h . , p r o v , Friesland.
•Zie B andtster M olen.
BANDSTER SCHANS, geh. en voormalige Schans , prov. Friesland,
Zie T ej\ BAND STER SciIANS.
BANDT, B and o f B a n t , v o o rm . d . , p r o v . Friesland , o p h e t v o o rm '.
e i l . de.Bandt, d a t d a a r v a n z i j n e n . n a a m o n t l e e n d e . .
BANDT, B a n d , B a n t , B andega of B antega, voorm. d ., prov. Friesland,
Iw.. Zevenwouden, griet, Lemsterland, van hetwelk men; ten W .
van den rijweg van de Lemmer naär Heerenveen nog het oude kerk-
hof ziet, en onder den naam van Ba n ds t e r - a k ke r.s bekend is.
De landen van dit dorp moeten zieh zuidwaarts zeer yer, uitgestrekt
hebben , doch zijn van overlang door de zee weggespoeld.
BANDT (DE), de B and of de B a n t , voorm. cilandje, dat men op
het jaar 890 vermeld vindt, als tot de Groninger Ommelanden bchoord
liebbcudc. Het ontleende zijnen naam van een daarop gelegen dorp
B andt. Men vermoedt algemecn , dat het gelegen heeft tussehen het
Dockummer-diep en de Lauwers. Ons komt he.t met onwaarschijnlijk
voor, dat de noordoostelijke hock van Oostergoo, buiten den. zcedijk,
der in ;1392 nieuw bedijkte landen \nn. Oost-Dongeradeel, die nog de
B andt genoemd wordt, de plaats vervangt, waar dit eiland vroeger gelegen
hceft, dat , vermoedelijk cerst door de zee overgespoeld, loter
weder droog geworden en toen, door de aanslibbing aan de zuidzijde,
met het vasteland verecnigd is. Voor dat gevoelen pleit ook het ge-
z.egde van Ubbo E u ru s, in het eerste bock zijuer Rerum Frisicarutn, fol.14.
BANDT (TER), d . , p r o v . Friesland. Zie T eeband.
BANDTSTER MOLEN, ook wel de B andtster R ogmolen gelieeten , geh.,
prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet. Aengwirden, a r r ., kant.
en s u. N. van Heerenveen, ~ u. Z. W. van Terband, waarondcr het
bchoort, door de Hceresloot van het geh. Terbandtster schans ondcr
Nyehaske geseheiden.
BANDTSTER SCHANS, geh. cn voormalige schans , prov. Friesland.
Zie T erbandster S chans.
BANENBOANG, golf in Oost-Indie, in den Sundaschen Archipel,
in de Straat van B a li, op de kust van het eil. Java , prov. Banjoe-
wanji. Er kunncn hier sehepen liggen en water inncmen.
BANER, B a n ir , S ongei-B aner o f Zoot water R iv ie r , r iv . i n Oost-
In d ie , o p h e t Sundasche e il. Java , r e s id . Rembang. Zij s t ö r t z ie h met
e e n e n n o o r d e l i jk e n lo o p i n d e Zee van Java u i t .
BANGART , B angert of B a n ier t , Streek in Dregterland, prov. Noord-
Holland, arr. j kant.cn 1 n. N. van Hoorn, gedeeltelijk gem. Ooster-
en Weslerblokker, gedeeltelijk gem. Zwaag-IIoog-en-Laag-Zwaaadijk ,
i n. W. van Oosterblokker, f u. N. van Westerblokkcr, \ u. 0 . van
Zwaag.
Hier heeft vroeger een klooster van Augustijnen gestaan , dat ten
tijde der beeldstormerij is afgebroken.
BANGBOELANG , berg in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Preanger-regentschappen, op de scheiding van Malangbong en
Tji-awie, ongeveer 7 palen Z. van de hoofdplaats Malangbong en
7 j paal W . van Tji-awie.
BA.NGEJ, eil. in Oost-Indie. Zie B ongay.
BANGEJ , groep eil. in Oost-Indie. Zie B ongayscre- üilanden.
BANG’EN, distr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. B a li, kon,
Sole'leng.
In dit distrikt houdt de Bevelhebber van het leger, die Radja
Bangardan Senapati genaamd wordt, zijn verblijf.
BANGEY , eil. in Oost-Indie. Zie B ongay.
BANGEY , groep eil. in Oost-Indie. Zie B ongaysche E ilanden.
BANGER, landstr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid,
Passaroewang.
Voorheen behoorde B e z o e k i onder B anger maar in 1764 werd
het daarvan afgescheiden.
BANGERT , streek in Dregterland, prov. Noord-Holland. Zie B angart-.
BANGERT (DE), geh. in Dregterland, prov. Noord-Holland, arr.
en 4 n. N. van Hoorn , 2j u. N. W. van Enkhuizen, gem. A n d ijk ,
1 j u. 0 . van Medemblik.
BANGEWEER , klein geh. in het Westerkwartier, prov. Groningen,
arr. en 1 u. W. van Groningen, kant. en 2 u. Z. ten W. van
Zuidhorn, gem. en J u. Z. van Hoogkerk.
BANGGI, B angoewi of B anguey , eil. in Oost-Indie, tot den Sundaschen
Archipel behoorende ,' in de Solozee, aan de Noordoostkust van
het eil. Borneo, in de Maloedoebaai, op 7° 13' N. B., 136° 11' 0 . L.
Het heeft eene kleine rivier en levert vele schildpadden op.
BANGIES (AJER-), resid. en st. in Oost-Indie. Zie A y e r -B anGie s .
BANG’IL , reg. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, res.
Passaroewang; palende N. aan de Straat van Madura, 0 . aan het reg.
Passaroewang , Z. aan het Ardjoena'Malangsch-gebergte, dat het van het
reg. Malang seheidt, W. aan de resid. Soerabaya. Het wordt verdeeld
in drie distrikten , als: Gemp o l , P a n d a iin en Kot t a .
3 De gebergte A r d j o e n o e n P a r a n g o e n a liggen gedeclteljjk in
dit regentschap.
De voornaamste riv. is de B a n g’ i 1.
>Het reg. B ang’il is zeer vruchtbaar en tamelijk wel bcbouwd, doch niet
groot.- In het jaar 1811 bedroeg het getal koffijboomen hier 1,723,246
•en de koflijplanters telden 2,448 huisgezinnen. Het werd door den
■ Heer de R idder , die hier vroeger Regent was, aanmerkelijk verfraaid.
Hij heeft onder de bevolking welvaart en nijverheid gebragt.
•Behalve onderscheidene andere oudheden vindt men, in dit regentschap
, tussehen den 234 en 233 p a a l, ten Z. van den weg van Gem-
pil naar B ang’i l , in eenen ouden, door het lommer der boomen zeer
koelen koffijtuin , eenen ouden tempel van B oeda , van gebakken steen
opgetrokken, die ongeveer 20 voet hoog, van eenen grooten omvang
en op de buitenmuren met onderscheidene beeldjes, welke B oeda