dubbei hei werk en het hcrstellen der afgeslagene kistingen; dit alle«
werd, ondanks het ontzettend gevaar, hetwelk bij dezen arbeid plaats
had, met zulk eenen ongemeenen en aanhoudenden ijver voortgezet,
dat men zieh op den 3 0 , met het günstige vooruitzigt op eene volko-
mene bevrijdmg vleijen mogt. Zeer aanmerkelijk was h ie r, na de
noodlottige saizoenen van 1816—1818, de hernieuwde schade. Van
de 132 h. bleven slechts 6 van den hoogen vloed bevrijd, en velen
werden zeer geteisterd. Boomgaarden en houtplantingen, wintertarw
en koolzaad werden vermeid. Meer dan een derde gedeelte bouwland
werd van 2 tot 3 v. diepte uitgespoeld, en de beste uiterwaarden 1 en
2 voet hoog onder het dorre zand bedolven.
In den nacht tusschen den 31 December 1833 en den 1 Januarii
1834, werd deze polder wedergeheel overstroomd , doordien de Br a ke
Is che Ni e uwe d i j k , beneden het dorp Pouderoiien , doorbrak.
BRAKELSCHE-NIEUWEDIJK of B ra k e e sc Iie - D waksJ k , het S t a
van de bedijking, op de westzijde van den Bornmelerwaard, prov.
Gelderland. Het is de Westelijkedijk van den Polder-van-Brakel-en-Pou-
deroyen, en strekt zieh uit van den Waaldijk tot den Maasdijk, längs
net Monmkenland, vereenigt, als het ware, de dijken van de rivieren
de Waal en de Maas.
BRAKELSVEER, veer over de rivier de Waal, in den Bommeler-
tcaard, prov. Gelderland, Beuedendistriht van Gelderland, kw. en arr.
•ZVeZ, kant. Zalt-Bommel, tegen over de zoogenaamde B r a a i a a l .
Er is hier veel overtogt van en naar de Zuid-Hollandsche plaatsies
Asperen, Heukelum, Leerdam, enz. Het is een eigendoin van den
Heer W il h e em u s Van D am van B r a k e e .
BRAKELSVEER, veer over het Spui in den Hoelcschen waard
onder het baljuwscbap van Beijerland, prov. Zuid-Holland , arr. en
41 u. W. van Dordrecht, kant. en i u. Z. W. van Oud-Beijerland,
gem. en £ u. 0 . ten N. van Nieuw-Beijerland, dienende voor voet-
gangers, om uit den Hoekschenwaard in het Land van Voorn en Put-
ten te komen.
BRAKENBURG, buitengoed in het eil. Walcheren, prov. Zeeland
a r r ., kant. en - £ u. 0 . van Middelburg, gem. en 10 min. N. van A r-
nemuiden.
Het beslaat met de daartoe behoorende landerijen eene oppervlakte
Tan 42 bund. 8/v. r. en wordt thans in eigendom bezeten door Mevrouw
H h a r e o t t e -V e r seu y s , echtgenoote van Jonkheer P ie t e r D am isse van C it t e r s
te Middelburg. , ’
of B r a a k en s t e in , buitengoed op h te il. Texel prov.
Hoard-Holland, arr. en 1 0 f u. N. 0. van Alkmaar, kant. en i f u. N.
t«n 0 van Ae Helder, gem. Texel, 10 min. N. ten 0 . van Oude-Schild,
en de haven van Texel. ,
Het beslaat eene oppervlakte van 2 bund, en wordt thans in eigenn
i,'ir? 2™ door den Heer J P- Dijksen; woonachtig op Texel.
_ BRAKKEN (DE), geh. in de bar. van Breda, prov. IVoord-lirn-
band, arr. en 2 j u. 0 . ten Z. van Breda, kant. en 2 u. 0 . Z 0
van Ginneken, gem. Gilze-en-Rijen, 10 min. W. van Gilze, waartoe
net behoort; met 8 h. en 30 inw.
BRAKKENSTEIN, landgoed in het Rijk van Nijmegen, prov. Gelderland,
kw. , distr., arr., kant., gem. en ruim $ u. van Nijmeqen,
nabij en 0. van Haterl; waartoe het behoort.
Het beslaat, met den daartoe behoorende bouwhof, eene oppervlakte
van 31 bund. 66 v. r. 42 v. ell. j en zonder deze 12 bund. 83 v. r.
12 V. eil. Tegenwoordig wordt het in eägendom bezeten door den Heer
TtiEEEKEN, woonachtig te, Nijmegen, st-1
BRAKREPUT, drie p lan t, in Weamndie, op h e t eil. Curaçao , in
de Oost-Divisie, ten N. van h e t Spa ehe water, B o v e n - , M id d e n - en
B e n e d e n - B r a k k e p o t g e n a a m d , welke la a^ste a an den Heer W i e e e m Craan
ev e ed H o i je r behoort.
BRAKOLA o u d e n a a m van het d . B r e u k e e e n , in het Neder-lcwar-
tier der prov. Utrecht. Zie B r e u k e e e n .
BRAKZAND (’T), plaat in de Wad den, Z. van het Friesche eü.
Sciiiermonnikoog, 0 . van 't Groningerdiep.
BRALLERAN, klip in Oost-Indiej in den Sandaschen Archipel,
W. van Madura’ 3° 30' 30" Z B.
BRAMA, ook wel B romo gesppld, berg in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Java, resid. en reg. Passaroewang, in het oostelijke gedeelte
van het gebergte Tengger, 3 m. N. W. van Loemadjang.
Het is eene vulkaan, die vroeger dikwijls en nog in het jaar 1829
gewoed heeft. Zij ligt , aan den noordelijken kant, tusschen andere
zware bergtoppen verscholen , in eene vlakte, thans de Zandzee, of
bij de inlanders Dassar, genaamd, uit welke hij ongeveer 4 ä 300 v.
hoog opstijgt; terwijl hij 800 v. boven de oppervlakte der zee verhe-
ven is. Deze berg wordt door de Tengerbevolking als het zinnebeeid
van den God B rama vereerd.
BRAMBANAN of B ranbanam , distr. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Java, keiz. en resid. Soerakarta.
In dit distr. vindt men, zoo bij het d. B r a m b a r a n , als te
Loro Dj o n g r a n g , bezienswaardige overblijfselen van Hindoesche
tempcls.
BRAMBANAN of B r a n b a n a m , d. in Oost-Indie , op het Sundasche
eil. Java, keiz. en resid. Soerakarta, distr. Brambaran, aan den voet
van eene bregreeks.
Bij dit dorp werden , in het jaar 1797, door een Nederlandsch Ingenieur,
nabij den grooten weg, welke van de hoofdstad des Soesoe-
hoenaos naar dien van den Sultan is aangelegd, zeer.fraaije bouwvallen
varrlndische tempels ontdekt, die aldaar destijds onder allerlei plantgewas
geheel verscholen waren. De Tjandi (of tempel) k ob on -da lam was,
in het jaar 1812, nog dermate met struikgewas overdekt, dat men
slechts eene ruimte van twee- of driehonderd vademen konde betreden ;
de overblijfselen der buitenmuren waren nog niet ontdekt, en in de
binnenruimte waren bebouwde velden aangelegd. Omtrent veertig vademen
van de westzijde des tempels , stonden voorheen twee vervaar-
lijke groote beeiden van Raksasa's, zijnde, volgens de Javaansche
begrippen , bovenmenschelijke wezens van buitengemeen groote gestalte.
De hoofden van deze beeiden , die daar als wachters aan den ingang
stonden, waren 2 v. hoog en uit eenen enkelen steen gehouwen. De
T j a n d i - s ew o e (duizend tempels), liggen insgelijks bij B rambanan , en
aan den weg van daar naar Djocjokarta, vindt men de bouwvallen van
D i n a n g a en R a n d a n-g o e n t i n g , welke men reeds in de verte aan
een ontzaggelijk groot beeid erkent, nader körnende , ontmoet men in
de omstreek vijf andere beeiden; terwijl men in de nabijheid almede
de schoone overblijfselen van het palejs Ka d a s a n aantreft.
Den 13 December 1823, viel eenp bende muitelingen , ten gctalle
van omtrent 1000 man , den destijds hier gevestigden post aan ; maar
werd door de troepen van den Luitenant S c h l o s s e r z o o wel ontvangen,
dat zij met een verlies van dertig dooden verjaagd werd. De Mall.
Deel. 43