BAB.
«cdeelten u i t , die elk eenen afeonderlijken Orangkaja, urt de oudste
«f rijkste gekozen, to t Opperl.oofd hebben; van oudsher altyd met
elkandcr in oorlog zijn geweest en clkander, al wat zy magtig un
nen worden, ontrooven; inzonderheid ook menschen , die zy dan als
slaven aah bet eerstkoinende koopvaardijschip verkoopen, ot zelven
als slaven voor zieh laten werken. Alle de mannelij c in oor in
gen hebben roodachtig, vlassig haar , doordien hun 00 van
de vroegstc kindschheid met kalk gesmcerd wordt, hetwelk aan
hun haar , dat uit den aard gitzwart i s , de even gezegde o e v as
klctir geeft. . .
Aangezien B a b b e r aan den Westkant geheel bergaehlig en grooten-
deels nog met wild bosch begroeid is , dient het meer vruchtbarc eilan
■Wetang den bewoners van d it gedeelte van R a b b e r , voornamelyk tot
aanplanting van de onontbeerlijkste voedingsmiddelen. üp dat eiland
hebben zij derhalve hunne meeste tuinen aangelegd , • waar zy aard-
wortclen, Turksch koren en kokosnoten aankweeken. Hoewel het
Strand van B a b b e r zeer rijk is aan allerlei uitmuntende visschen ,
maken de inboorlingen er zeer weinig gebruik van. Het eiland is ook
ceer rijk in wilde runderen , varkens en geilen , benevens plmmgedierte
en wild gcvogelte, onder welke laatste eene soort van wilde boschdui-
ven , 0111 haar smakelijk vleesch, uitmunt. , . ..
De inwoners leven zeer armoedig, maar vergenoegd, omdat zy
weinige behoeften hebben. Slechts een- of tweemaal in het jaar komt
er e e n inlaudseh vaartuig van B a n d a , om handel te drijven, en un
de eetiige behoefte, welke zij nict uit hun eigen land trekken, te we-
ten katoenen lijnwaden, aan te beengen. Zij hebben derhalve schier
«eenen omgang boegenaamd met andere volken , en het is dus met te
verw onderen , dat zij bij de andere bewoners des Molukschen Archive t
Ver in beschaving ten achteren staan. Hunne vaartuigen zijn lange
praauwen, van 5 tot 10 la st, waarmede zij naar de omliggende eiland-
ies varen, benevens gewone vlerkpraauwtjes, met welke zy naar
JVelanq oversteken. Hunne wapenen bestaan uit boog en pijlen, ijze-
ren werpspiesen, bamboezen pieken, en öok hebben zij eemge handge-
weren, doch deze laatsten maken bij ben veeleer een voorwerp van
Pracht dan wel van nuttig gebruik uit. Meestal dragen zy groote
zorg, om deze goederen sehoon en blinkend te houden; maar zy zyn
veelal defect en niet zelden zonder slot of haan. De vrouwen ver-
1-igten het zware werk, als houthakken, waterlialen en dergelyken.
Het werk der mannen bestaat in het plukken der kokosnoten, het
inzamelen van sagoweer (palmwijn) en het behandelen hunner 'v''aF n s ,
welke z ij, buiten het dorp gaande, altijd bij zieh dragen. Meest
allen hebben een hondje bij zieh, dat hun door zyn keilen waar-
schuwt, Wanncer hun iemand te gemoet komt. Deze gewapende troe-
pen levereh somtijds eene zonderlinge vertooning <y[i. ;
BABBER1K of B a b bm c h , buursch., in het graafsch. Bergh, prov.
■Gelderland, kw. , distr., adr. en S* u. Z. 0 . van Arnhem, kaut.
Wem. en | ü . Z . 0 . van Zevenanr; met 200 mw. In deze buursch. ligt
fict adelk h u i s B a b b e r i k . <Zie het volgende art.)
BABBERIK of BABBRion, in de wandeling meestal H a l s a f geheelcn ,
oud adcllijk huis, in het graafsch. Bergh, prov. Gelderland, kw., d is tr.,
a rr. en S l u. Z. 0 . van Arnliem, kant. , gem. en i u. L. U. van
Zevenaar. , . . , ..
Dit huis is met onderscheidcn torcngevels en een zeskant torentje
veasierd. Menwil, dat het den naam Halsaf hekomen hebbe , naar de
BAB.
vrouw uitg a f, aangevallen zijnde , dien behendig zoude verschalkt, en
de BABBERSPOLDER Cof Barbebspoldeii , heerl. in Bel f a n d , a r r . Rot-
J ä Z Tkant . Vlaardingen,
der ■ palende N. 0 . aan de gem. Nieuwland en lic tlie l, O. aan he
Frankenland van Sehiedam , Z. aan de Maas, W. aan Vlaard.ngerat
Ü r o , . DER maakte vroeger een ambaeht en heerlijkheid op zieh
zelve ui t , dat in het ja ar 1811 ldj de stad rW r ^ ^ e n ,ns;ehj Vl doc ,
in 1817 met en benevens de mede bij die stad ingelyfde heerl,jkhe.d
V l a a r d i n g e r a m b a c h t , daarvan weder werd afgescheiden , en to
6ene gemeente vereenigd. j .-_
Hetbevat de helft van den G r o o t e n - B a b b e r spo l d e r en den
geheelen K l e i n e n - B a b b e r . p o l d e r , met eemge bu.tenlanden
beslaat ruim 180 bund. zoo binnen-, bmten- als gnendlanden , telt on-
geveer 40 inw., en wordt, met betrekking to t den waterstaat van
D e l f l a n d , waaronderhet binncnland behoort, genaamd Lidbaat va*
de Yrijenbaasciie Sliiis, omdat zij belast i s , met een aandeel m de kosten ,
die de heerlijkheid Y r i j e n b a n verpligt ,s te dragen, to t ondcrhoml
der slnis, genaamd d e V i j f s l u i z e n .
In deze heerl. vindt men de kapitale s l m s d e r Oost-ambachten van
Delfland, die weleer in vijf uitwateringen of slmzen bestond , avcI e
in het jaar 1887 tot eene uitwaterende slms zyn vereenigd By deze
slnis Staat een sierlijk sluisgebouw , dat in September 1622 ,s opge-
bouwd, in plaats van d a t , hetwelk in Mei van dat zelfde jaar was
“ E e r 's fÖ ld e r was met Vlaardingen en Vlaardingerambacht, sedert
2 i eeuwen het eigendom eerst van de Heeren vaw Rcvtenburg endaarna
van de Heeren van Leyden, doch sedert 1850 met V la a r d i n ger-
a mb a c h t door aankoop, eene van Ambachtsheeren onafhankelyke
^ Het wapen van Babberspolder bestaat u it drie groene klaver-
bladen op een goud veld , wordende het Schild aan beide zy den
door herderinnen opgehouden, die tevens elk een herdersstal vasth
BABBERSPOLDER (GR00T-), pold. in Delfland, arr. Rotterdam,
kant. V l a a r d i n g e n , gern V la a r d in g e r a m b a c h t - e n -B a b b e r s p o ld e r ; palende
N. aan den Hargpolder, 0 . aan den Rleinen-Babberspolder, Z.
aan den Maasdijk, W. aan den Nieuwelandsclien-polder en JN. W. aan
den Holierhoeks-polder. ,,
Deze polder is groot 216 bund. 25 v. r. 29 v. e i l ., "aarvan 213
bund. 80 v. r. 39 v. eil. onder Vlaardinger-Ambacht en Babberspold
e r, en 2 bund. 74 v. r. 95 v. eil. onder Spaland.
BABBERSPOLDER (KLEIN-), pold. m Delfland, arr. Rotterdam,
kant.. Vlaardingen, gem. Vlaardingerambacht-en-Babberspol-
der; palende N. aan den Hargpolder, 0 . aan het Frankenland van
Sehiedam, Z. aan den Maasdijk en W. aan den Grooten-Babbers-
polder. Hij is groot 22 bund. 14 v. r.
BABBRIGH, buursch. en oud adell. h u is, in h e t graatsch. JSergli,
(prov. Gelderland, Zie Babberik.
BABEE, eil. in Oost-Indiü. Zie B a b i .
BABER of Baben , eil. in Oost-Indie, in den Molukschen-Archipel.
Zie Babber.