k e n , want in het jaar 1740 bestond er reeds niets meer van, dan da
voorpoort; terwijl de grond met geboomte en zeer veel ruigte begroeid
■was. Thans bestaat die poort ook niet meer, maar men ziet er een
boerenhuis, hetwelk, met een gedeelte der tot dit goed behoord heb-
bende gronden, in eigendom bezeten wordt door den Heer J oost
H e n d r ik A nton A dr ia an Jon an J o seph Baron van d e r H eyden t o t B a a k ,
Staatsraad in buitengewone dienst, woonacbtig op het Huis Te Baak,
onder Steenderen.
BRANTWIJK, pold. en d. in den Alblasserwaard, prov. Zuid-
Holland. Zie B b a n d w i jk . .
B R A S , P oe loe -B r a s , ook wel B e a s s e , P oe loe - B ra s se gespeld , eil. m
Oost-Indie, in de Indische Zee, tot den Sundaschen Archipel behoo-
rende, aan den noordwestelijken uithoek van Sumatra, W. van Nasi.
BRÄSAL, oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java , resid.
Preanger-Regentschappen, reg. Soekapoera.
BRASEMERMEER, meer in Rijnland, prov. Zuid-Holland. Zie
B r a a s s e m e r m e e r .
BRATTERT, geh. in de heerl. Bondorf, grooth. Luxemburg,
arr. en 4 u. W. van Diekirch, kant. en 2 u. N. ten 0. van Bedingen,
gern. en u. N. van Wahl. „ i l
BRATUSBANT, oude n a a m v a n het hert. B raba nd . Zie datwoord.
BRAYER (TAB0E-), d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra.
Zie T a b o e - B r a y e r .
BREBEG, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kediri; met vele’ oudheden.
BREBERG, voorm. Ned. s c h a n s , prov. Friesland. Zie Breeberg.
BREBES, reg. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, in het
Westelijke der resid. Tagul. t . _
BREBES, kaap in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid. Ta-
gal, reg. Brebes, ten 0. van de monding der rivier van denzelfden naam.
BREBES, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, die zieh
met eenen noordelijken loop , in de resid. Tagal, reg. Brebes , in de
Zee van Java ontlast.
BREBURG, voorm. Ned. schans, prov. Friesland. Zie B r e e b e r g .
BRECHT (HUIS VAN), voorm. adell. huis te Breda, in de Singelstraat,
en zieh van achteren tot aan de veste van het kasteel uitstrekkende.
Het is in het jaar 1822 gesticht, door G o d e v a a r t v a n B r e c h t , Heer
van Bussen en Baillerie, van wiens erfgenamen het la te r, bij koop,
aan onderscheidene bijzondere personen is overgaan , tot dat het ten
laatsle, in het jaar 1827, tot eene M i l i t a i r e Z ie k e n z a a l is ingerigt,
•waartoe het thans nog; gebezigd wordt.
BRECKLENKAMP, oudtijds B r e c k l ic h e m of B r e c k l i c h a m , buürsi en
hav. in Twenihe, prov. Overijssel. Zie B r e k l e n k a m p .
BREDA, voorm;. bar., prov. Noord-Braband, arr. Breda; palende
N. aan de heerlijkheden Zevenbergen, Zwaluwe en Geertruidenberg ,
O. aan de Meijerij van ’s Hertogenbosch, Z. aan de Belgische prov.
Antwerpen , W. aan het markgraafs. Bergen-op-Zoom.
Deze landstreek is eene zeer oude heerl., die vroeger een gedeelte
van het lands. Strijen uitmaakte, hetwelk, zoo als wij hier voor (op
het art. B e r g e n - o p -Z o o m , bl. 294) gezien hebben, in het jaar 1039 ,
in twee deelen werd verdeeld, waarvan het eene gedeelte het L a n d
v a n B r e d a heette, maar waartoe destijds ook die landstreek belioorde,
welke later het markgraafs. van B e r g e n - o p - Z o om genoemd is.
Nadat echter het L a n d v a n B r e d a ook weder in twee deelen gescheiden
en het oostclÿke gedeelte daarvan aan R azo van G a v e b ï s ’ ®eer
Z n Liedeherke, gekomen was , behield dit alleen den naam van L and
VAInB he7'iaar 1326 werd de stad en het L a nd v a n B r e d a , door G é r
a r d v a n R a z e g h em , die met eene kleindochter van Raz0, VA"
frehuwd was verkocht aan J a n III, Hertog van Braband die den
I April 1381, deze heerl. , voor drie en veertig du.zend hall.ngen
(34 400\m ld .) wederom verkocht aan J an v a n P o l a n e n , Heer ran der
Lek. Deze, in het iaar 1377, gestorven zijnde , liet eenen zoon Jra,
insgelijks J a n geheeten, die erfgenaam van zijns va ers “ r U ^
was, en eene eenige dochter had, J o a n n a genaamd .i e
1403, in den echt trad met E n g e l b e r t , Graaf van Nassau, StadWmüep
" r Braband, dien zij de heerlijkheden van hären vader ten huwel,jk en
alzoo de baronnie van B r e d a in het huis van N a s s a u bragt E n g e l b
e r t stierf in het jaar 1442, nalatende eenen zoon, J a n S ^ e ete". De^e
in het jaar 1472 overleden zijnde , l.et twee zonen n a , ^ GELCER "
J a n genoemd ; E n g e l b e r t volgde hem m het bezit van B r e d a. eo, zijne
andere heerlijkheden op , en liet bij zijn overlyden , in het J“a‘ 1 p
ziine goederen aan zijns broeders oudsten zoon, H e n d r i k , die met f ,L
zaJ b e t® de dochter des Landgraven van Hessen gehuwd
haar twee zonen won , H e n d r i k en W i l l e m . De ’ g0“ le’
trouwde, voor de tweede reizen met C l a u d i n e v a n C h a l o n s , dochter
van J a n , Prins van Oranje, en won bij haar eenen zoon, R e n e ol
R e i n i e r v a n N a s s a u geheeten. Deze, d o o r z i j n s moeders eenigen broe-
der, F i l i b e r t v a n C h a l o n s , die ten jare 1830 in het bdeg; van^F o-
rence, gesneüveld was, tot erfgenaam benoemd zijn e , , 3^
den uitdrukkelijken wil van zijnen oom van wien hy , behal e
prinsdom Oranje , in Frankrijk , wel 32 heerlijkheden m Bou^ondie
erfde den bijnaam van C h a l o n s voeren , waarom hij in de geschiede s
meest onder den naam van R e n é v a n C h a l o n s bekend i s . Hij .sneuvelde
in het iaar 1344, in het beleg van St. Disier , zonder kmderen na te
laten, terwijl zijn vader, wiens eenig kind hij was reeds m het jaar
1338 te Breda was overleden. Weshalve R e n é v a n C h a l o n s tot zijnen
eenigen erfgenaam had g e k o z e n , W i l l e m , den oudsten zoon van zijn
vaders broeder, W i l l e m v a n N a s s a u , die na zijns vaders dood ook in
het bezit der baronnie van B r e d a en andere heerlijkheden is gekome ,
en sedert onder den naam van W i l l e m I , Prins van Oranje , is ver-
maard geworden. In zijn geslacht zijn alle deze heerlijkheden geble-
ven, tot op den dood vart W i l l e m III, Komng van Engelanden Pnhs
van Oranje, ‘ die, in het jaar 1702, kinderloos I dverleed. OVer zijne
nalatenschap viel geschil tüsschen zijne erfgenamen , doch bi jde ver-
deeling in het jaar 1732, tusschen F r e d e r i k den Grooten, Romng van
Pruissen en W i l l e m K a r e l H e n d r i k F r i s o , Prins van Oranje gemaakt,
werd de baronnie van B r e d a den gezegden Prins aanbedeeld., van
wien zij gekomen-is aan zijnen zoon, W il l e m Y, Prins van ranje, en
Tader van W il l e m I , Koning der Nederlanden 7 waardoor s ®
er nog eenige heerlijke regten , zoo als het regt van cbllatie in e s a
B r e d a en al de dorpen der voormalige baronnie uitoelent ; teiwij er
ook nog uitgest rekte domein goederen gevonden worden.
De lengte dezer baronnie , van liet G. naar het W. , vfor t op o
trent negen uren, de breedte , van het N. naar bet . , cp om
trent zeven en de geheele omtrek op acht en twintig tiren gaans
gerekend. Zij bevatte de stad B r e d a , de vlekken O o s t e r h o u t ;