Vöör 1789 Mas het punt B akkekspoi.de» schier onbekend, althans
nnopgemerkt, doch in dat jaar is juist op den meergemelden hoek de
afsluitingsdam gelegd, waarmede het Coxijsche gat van de monden
der Schelde xverd afgesloten, welke dam den naam van Ba k k e r s -
d am verkreeg (zievoorts dat woord).
BAKKERSVEEN, poel in de Baronie van Breda, prov. JYoord-
Braband, arr. Breda, kant. Oudenbosch, gem. Kucphen-Vorenxeinde-
en-Sprundel, £ u. 0 . van Rucphen , £ u. Z. van Sprundel. Een der
adertjes van de Laakschc vaart neemt uit dezen poel zijnen oorsprong.
BAKKERSWAAL , waal of wiel in den pold. Schuwagt, in de
Crimpenrewaard, prov. Zuid-Holland, arr. Rotterdam, kant. Sclioon-
hoven, gern. Lekkerkerk.
Men wil dat de naam ontleend zij van eene doorbraak, die door
zekeren B arker gestopt zoude zijn geworden.
BAKKEVEEN , B akkaveen , B acgaveen , B ackevebne , B ackenfeene of
B agcafeen, buurt , prov. Friesland, k\v. Zevenwouden, griet. Op-
sterland, arr. en 5J u. 0. ten N. van Heerenveen, kant. en 2 |u . 0.
van Beetsterzwaag, \ u. N. 0 . van Duurswolde, waartoe het behoort,
aan de oostelijke grenzen, naar den kant van Brenlhe.
De naam B akkeveen strekt zieh nit over eene ruime heide, zijnde de
iiiterste noo.rdoosthoek van Zevenwouden , en is buiten twijfel ontleend
van de opgeworpen, dijken , welke, eeuwen lang geleden , aldaar zijn
aangelegd geworden , en als tot afbakening of afwering van het water
dienden. Aan het begin toch van het Oude Diep gelegen , was B akkeveen
gedurig blootgesleld aan overstroomingen van water, uit de hoo-
ger gelegene bosschen en veengronden afkomende , welk water door
onderscheidene dijken en waterweringen moest betcugeld worden. Niet-
tegenstaande de gesteldheid der veengronden, van het begin der veen-
graverijen af aan, en alzoo van het jaar 1664 a f, aanmerkelijk ver-
anderd is , zijn echter van deze dijken nog onderscheidene in wezen.
Het lijdt geen twijfel, of de buurt B akkevkek is reeds in zeer oude
tijden gestiebt, aangezien zelfs de oudste geschiedsehrijvers daarvan
gewag maken. Vermoedelijk heeft zij hären oorsprong . te danken
a,än een uithof van het klooster Mariengaard, dat hier, ten jare
1226, gesticht was door S iardus , den vijfden Abt van dat klooster,
en Marienhof heette., waartoe die van Zevenwouden , door den roem van
lieiligheid van gezegden Abt bewogen, hem beschonken met zeer vele
landerijen en veenen in deze streken ; terwijl hier te zelfder tijd een
kapel gesticht en aan de H. Maagd M aria toegewijd werd, met oog-
merk om op zekere tijden, daar ter plaatse, godsdienstoefeningen te
verrigten. Deze kerk moet reeds spoedig in eenig aanzien gekomen
zijn , althans onder degene , die den 30 J.unij 1558 zekere overeenkomst
tusschen de Friezen en Groningers onderteekend hebben, komt ook de
Prior van B ackefene voor, waaruit afi te meten is , dat deze plaats
toen zeer belangrijk moet geacht zijn, cn vermoedelijk dus ook eene
aanzienlijke bevolking zal gehad hebben. In het jaar 1622 werden
hier evenwel slechts twee liuizen gevonden, welke vermindering men
meent te moeten toesclirijven aan den inval der Spanjaarden in Friesland
, in het jaar 1582, in welk jaar zij , in den nacht tusschen 18
en 19 April, eenige . dorpen in Opsterland, waaronder ook B akkeveeis
zal geweest zijn, afbrandden. ,
Vermoedelijk is men , toen alles weder in rust en de algemeene vij-
and geweken was, weder begonnen nieuwe woningen te bouwen ,
waartoe wel kan medegewerkt hebben het aanleggen van de Dragt-
BAK, 49
storvaart, waarmede men in 1641 een begin maakte, en die rer-
volgens meer oostelijk opgelegd wordendo, eene gemeenschap daarstelde
tusschen B a k k e v e e n en de algemeene binnenwateren der provincie.
Nu toch had men tot het verwerken van den veengrond en het afvoe-
ren van turf handen noodig ; dit deed den bloei en de welvaart van
deze buurt hcrleven, en alzoo ontstonden er daar, waar men in 1622
slechts 2 huizen, .vond, later 9 0 , die thans eene bevolking van ruim
450 zielen teilen.
B akkeveen is vermaard door de nederlaag, welke de Friezen in het
jaar 1251, in eenen strijd tegen de .Drenthen, geleden hebben.
In het jaar 1505 zijn aldaar, door de droogte en hitte der lucht,
vele veenen in brand geraakt, waardoor het gewas en de bosschen
in den omtrek groote schade leden. Deze veenen zijn waarschijnlijk
eerst geestelijke goederen geweest, afkomstig van het klooster Mariengaard
te Hallum, en werden , vermoedelijk in eene massa, verkocht
aan onderscheidene personen , die zieh daartoe tot eene compagnie hadden
vereenigd. Later hebben zij eerst aan het geslacht van Atlva en
daarna aan dat van Bürmania toebehoord; maar in het jaar 1778
zijn zij door koop in eigendom gekomen aan eenige Friesche en
Groninger Heeren, die ze in gemeenschap bezeten hebben, en hier
eene menigte turf deden graven. Achtervolgens bleef echter een dier
Heeren, namelijk Aleard Scheltinga , koopman te Harlingen , alleen
cigenaar van deze veenen, die, later echter weder verkocht zijnde,
meerendeeis vergraven en tot land gemaakt, thans toebehoo-
ren aan de geslachten vaic Lenden , vah Eysinga , van Boelens , van
Teijens enz. Onder de verkochte goederen van den Heer Aelard
Scheltinga , te Bakkeveen gelegen , was ook de heerenhuizing, welke
na het aanvangen der veengraverijen aldaar gesticht, zeer vermakelijk
gelegen , en door bosschen omgeven was, maar in het jaar 1838 voor
afbraak verkocht cn gesloopt is (1 ).
BAKKRA MASSANGA, militaire post, in Nederlandsch Guiana,
hol. Suriname, aan de Wanicakreek 5j u. Z. W. van Paramaribo.
BAKKUM, heerl. in Kennemerland, prov. Noord- Holland, arr.
Haarlem,, kant. jBeverwijk, gem. Castrium, palende N. aan Egmond-
binnenren-op-den-Hoef-en-Rinnegom, 0 . aan Heiloo, Z. aan Castri-
cum , en IV. aan de Noordzee.
Deze heerlijkheid , die vroeger eene gemeente op zieh zelve uit-
maakte , is gedurende de Fransche overheersching met C a s t r i c u m
vereenigt, waaronder zij thans nog begrepen is. Hoewel zij haar oud
regt ter benoeming van een lid in het Heemraadschap van den Sint
Aagtendijk behouden heeft. Zij bevat alleen de buurt Bakkuin en
eenige verstrooid liggende huizen, beslaat eene oppervlakte van 355
bund. grond en telt ongeveer 150 inw. , die alleen hun bestaan vinden
m den landbouw en de sclielpvisscherij ; en van welke de Herv. tot de
gem. Castricum-en-Heemskerk en de R. K. tot de statie van Castricum
nehooren. Er bestaat in deze heerlijkheid geen school, maar de kin-
deren moeten , om onderwezen te worden, zieh naar Castricum be-
geven.
( i) "Wil men meer omtrent Bakkf.vf.en weten, men ler.e de G e s c h i e d - e n
n d h e i d k u n d i g e b e s c h o u w i n g v a n B a k k e v e e n , van D , H . v a n
d e r M e fk , in den F r i e s c h e n V o l k s - A l i u a u a k v o o r h e t j a a r 1809,
II. D eel. 4