BETBORN, d., grooth. Luxemburg. Zi# Bbttborn.
BETHANIb, voorm. kloost. van Reguliere Kanunmkessen, te s Her-
toqenbosch, op den W indmolenberg.
Dit klooster bad in hetjaar 1466 zijn begin genomen te Yugt. Van
daar in de stad ’s Hertogenboscli overgebragt , werden de kloostcr-
iine-en, na de verovenng dier stad, door de wapenen van Ieederik
H e n d r i k , Prins van Om»j e , ten jare 1629, van daar verc reven, In
bet jaar 1618 verkregen’ zij een nieuw klooster te Vilvoorden, onder
den naam van Siot, hctwelk bcslaan heeft tot den tijd dat Josef IJ
eenifl'e kloosters in Rraband deed sluilen. De gebpuwen van het kloo:-
t ß E te ’s Hertogenboscb , zijn tot burgerwoningen mgercgt.
B E T H A N J e voorm. nonnenkloosl. van de orde der Augustijnen , op
de f'elmve , buiten de Velperpooft der sind Arnhem. , s
Het werd in liet jaar 1419 door Reinald IV, Hertog**» Gelderland,
gestiebt, en door E reberik van B lankenheim , pen en vgfligsten Bisschop
van Utrecht, bevestigd , cn roet dat van Windesheirp ■vereenigd. Het
duurde echter tot in het jaar 1426 eer bet ingcwijd werd. De eerste
Reo'.ent of Prior was J ohannes a K emfis , een bropder van den beroemden
T homas a K em f is ; een man, die, even als zijn broeder T homas, om
zijne podsvrucht genrezen wordt, en onder andereschrillen eene kronijk
van St, Agnesberg heeft nagelalen. Den 11 Januanj l i 29 werd de
nieuwe kerk van dit klooster ingcwijd. In bet jaar 1545 sebonk Ma r ia ,
Koninoin van Hongarije, dietoen deze landen, in naani van baren breeder^
K arel V , besliunde , aan dit klooster al beigen« nog overig was van het
kolleirie der Kannnniken op Hulkestein, len einde daarmede de kerk te
vergi-ooten en te versieren. Toen de Klooslerlingen in het Jaatst der
zestiende pepw, zieh, door de beroeringen des tijds , genoodzaakt
zan-en , der krijgslieden euvelmoed te onlwijken , betrokken zij te
A im hem eene gehuurde woning, terwijl zij haar eigen huis , dat »»
de Keielstraat stond , voor inkwartiering deden verstrekken. Intusschen
werden de kloostcrgebouwen door de woede der bestormers, zoodanig
verwoest en afgebroken , dat er niets dan eenig vervallen muurwerk en
een dpel puin° qverbleef, terwijl men die van B etbanie eenigzins,
in liun verlies, te gemoet kwam. In het midden der vorige
eeuw kon men de muren der kerk van het klooster nog duidelijk
tjnderkennen ; later werden zij echter afgebroken en daarmede eeqe
sloot gedempt. Sedert bet begin der vorige eeuw is de grond, waar-
op dit geestelijke gestiebt gesiaan heeft, aan het landgoed Fresikhaaf
getrokken, en ter plaatse waar vroeger het kloostergebouw stond,
?iet men thans eene1 landraanswoning.
BETHANlii, o o k w ö l b e t K l o o s t e r v a n M a r i a M a g d a le n a in B e t h a k i e
g e n o e m d , v o o rm . k lo o s t . t e Amsterdam, d a t z ie h v a n d e Oudezijds-
Achtefburgwal t o t a a n d e s t a d s v e s t u i t s t i e k t e . | j 18
Het was gestiebt voor vrouwen , die zieh van een ergerlijk gedrag
bekeerd hadden ; omtrent bet jaar 1500 , werden er echter nog maar
zeldzaam dergelijke vrouwspcrsonen in opgenomen ; ofschoon bet klooster
toen nog°geen \ijftig jaren sfchijnt gestaan te bebben , daar bet ,
in eenen briefvan de Lievcvrouwekerk te ’s Gravenhage , gedagteekend
den 3 Mei 1462 , eene nieuwe stiebting (tiova plantßtio) genoemd
wordt. De kerk of kapel van dit klooster is in het jaar 1594 tot
eene stads latijnsche schqol ingerigt, die haren ingang in de Koestraat
had, en lang daarna eene herberg geweest is, welke de Groote School ge-
naamd, doch onistrceks het midden der vorige eeuw tot burgerhuizen
vertimmerd werd. Het overige gcdeelte van het klooster is reads m
het iaar 1679 in burgerwoningen herschapen. De naani is nog
in dié van de B e t h a n i e - s t r a a t en B e t h a n i e - d w a r s 1 1 ra a t
bewaard gebleven. . „
B E T H A lN I e , voorm. klooster, pro v. Friesland. Zie F o sw e r d .
BETHEL verl. plant, in Nederlands Guiana, kol. Suriname, aan
de Marechalskreek, ter linkerhand in het opvaren ; palende bovenwaarts
aan de verl. plant. Nijd-eu-Spijt, en benedenwaarts aan de verl. plant.
Bergen-op-Zoom ; 500 akk. groot.
BETHLEHEM, geh. in het kw. Huntingo, prov. Groningen, arr.
en 3-1 u. W. van Appingedam, kant. en 1-|^ u. van Onderden—
dam,2gem. en f u. N. W. van Kantens, 10 min. Z. W. van Rottum,
waartoehet behoort, ten Z. van de Delthe of het Oude Maar.
Onder Rottum stond voorheen eene vermaarde abdij van de Bene-
dictijner orde, welke, in een oorspronkelijk stuk van het jaar 1291,
genoemd wordt Gonventus St. J u l i a ne in R o tthem. Men vindt
reeds, ten jare 1252, eenen Abt van Rottum, onder de opstellers
van het Hu'nsingoer Landregt. Volgens de gewoonte der Benedietijnen
was dit klooster voor beiderlei kunne; zijnde echter het Nonnenkloste
r , dat rneer bepaaldelijk den naam van B e th l eh em droeg, 10 min.
verder landwaarts in gelegen, ter plaatse, waar het geh. van dien
naam gevonden wordt. De oude grachten, welke eene oppervlakte
van 3 bund., 50 v. r. lands, vermengd met een menigte steengruis,
in zieh besluiten , zijn daar nog aanwezig. Thans vindt men er twee
schoone boerderijen, in welke men nog onderscheidene overblijfselen
van het gewezen klooster zien kan,. Ook bespeurt men van het mans
klooster nog eenige overblijfselen aan de pastorie van het dorp j doch
de kerk is, uit hoofde van hare bouwvalligheid , volgens een staats-
besluit van 1 Maart 1658, afgebroken en verkocht, met last van eene
nieuwe kerk aldaar te timmeren, mits de kosten daarvan niet te bo
ven gingen eene som van 3000 guldens (1). Het zegel dezer abdij ,
nog aanwezig, is ovaal rond, en vertoont een middelstuk, met een
gehemelte en voetstuk. In bet middenstuk staan twee beeldjes met
omstraalde hoofden , boven welke, in het midden, eene star geplaatst
is. Het regts staande beeldje zal vermoedelijk de H. J d l ian a zijn,
houdende in hare regter hand eenen sebepter, weins boveneind eene
lelie vormt; zullende het links geplaatste beeldje wel zijn de H. Ben
e d ic t o s , met den abtsstaf. Ter wederzijde van het middenstuk Staat
een vrouwenbeeldje , met bet aangezigt biddend naar de Heiligen ge-
wend. Het gehemelte heeft drie deelen , getralied; achter de midden-
ste tralie ziet men een manshoofd. Het voetstuk, mede in drieen
verdeeld, vertoont in het middendeel (dat ongetralied is , zijnde de
( l ) . Dit staatsbesluit lu id t letlerlijk aldus:
l Maart i 658*
Gelfesen zijnde het 20 artic« van propositie waerin wordt voorgedragenj dat
de provinciale kercke van Rottum tegenwoordich sodanich is gestelt dat deselve
tot verraijdinge van periculende onheyl met den eersten dient worden affgesme-
ten , hebben d* heeren Staten van Stadt ende Lande gOet gevonden ende geresol«
veert d’ heeren gödeputeerden te lasten deselve in *t gebiel ofte bij porcheleii ten
dienst van de provincio te laten vercopen ende deselve gelast eene nieuwe kercke
aldaer te laten timmeren y mits in de costen van dien niet excederende de somma
van drie duysent caroligl,, gebruickende to t de opbouw van deselve de fabryque
Conraed RoeleiFs.