BERN ofßEEBKB, voorm. abdij van Monniken der Premonstratenser
orde , in het bisd. Utrecht, nabij Ueusden, in de tegenwoordig tot
JYoord-Braband beboorende buurt Bern.
Vroeger was het een sterk kasteel of eene ridderhofstad, voorzien
van eenen dikken toren en van rondom door muren omgeven. In den
voorhof stond eene steenen kapel , waarin dagelijks de godsdienst door
eenen Kapellaan verrigt werd. Dit' kasteel behoorde in het begin der '
twaalfde eeuw aan zekeren F o l c o l d u s o f F u l c o v a n B e r n , een jonger
zoon uit het Graaflijk buis van Teisterband.
Deze F ulco moest vele vijandelijkheden van G odfried I , of met den
Baard, Hertog van Braband, D ir k Y I , Graaf van Holland, Heer H erman
van H eusden en anderen doorstaan. Zoo had eenmaal de voorzeide Hertog ,
zekeren.GosuiNCs , Heer van Hensberg, een der voornaamste bezoldelingen
van F ulco , omgekocht, ora hem bet slot B ern ovpr televeren , enkwam
dienvolgensmeteen magtig leger er voor, doch hetverraad werdontdekt. en
alzoo het beleg opgebroken. Naderhand heeft H erman van H eitsden , eens bij
overroinpeling en daarna , tot twee onderscheidene reizen , bij belegering
zieh meester van het kasteel zoeken te maken , maar telkens te ver-
geefs. Op eenen anderen tijd , als F ulco door den Bomtnelerwaard reed,
hebben zijne vijanden hem lagen gelegd bij het dorp Hemert, zoo
dat hij zieh genoodzaakt zag , gewapend, met zijn paard, van den
steilen oever, in het water te springen, en alzoo de Maas over te
zwemmen. F e ic o , kort daarna een afkeer van de wereld gekregen
hebbende, besloot zijn kasteel tot eene abdij van de Premonstratenser
orde te doen inrigten , waarom hij, in het jaar 1153, naar den Abt van
Rode zond, om eenige Monniken voor zijne nieuwelings opgerigte abdij,
en toen hij deze wegens hun onstichtend levensgedrag weggezonden h ad ,.
en , den 8. Augustus van het volgende ja a r , de kerk volbouwd was ,
heeft F elco , eenige Monniken uit de äbdij van Marienweerd bij Cu-
lemborgh ontboden. F u l co , zelf het geestelijk kleed aangetrokken hebbende,
leefde nog 13 jaren in het klooster te B ern ,!en is er den 12. April
1149 overleden , na daaraan Be rne , Maasmond, E r t he pe (waar-
schijnlijk Erp) , Al ffurge (Alforst.) en Mer sberg te hebben geschon-
ken. De inwijding der kerk en de plegtige inrigting van het klooster
Was geschied door Andreas van Cuyk , den vijf-en twintigsten Bisschop
van Utrecht, in het jaar 1134. Twee en zestig jaren later , namelijk
in het jaar 1196, schonken A l b er t , Heer »an Dinther, en A lm e r ik , Heer
van Heeswijk, het. landgoed Berheze, in de Brabandsche Kempen , aan
deze abdij (Zie voorts B erheze) . W illem II Graaf van Holland , sehonk
haa r, in het jaar 1242, een aam wijns , die zij jaarlijks moest trekken
uit den tol van Niemandsvriend, en ten jare 1284 gaveii W altder
van B entuem en zijne huisvrouw A gnes haar nog eenige goederen en
daarbij het regt van patronaat te Heeswijk. Bovendien bezat zij nog
meer andere regten , als daar zijn : de tienden te Berlicum, met het
regt van patronaat en eenige andere goederen aldaar; het regt van
patronaat en'den eigendom over eenige tienden en andere goederen,
die het kapittel van Luik toebehoord hadden en gelegen waren onder
Oud-Heusden , Vlijmen , Engelen , Hediklmizcn en Lithoijen. Nadat deze
abdij ruim vierhonderd jaren aldaar gebloeid had, moest zij reeds
vroeg de gevolgen' der onlusten van de zestiende eeuw gevoelen, en
werd , kort na de beeldstorming van het jaar 1366, meermalen geplun-
derd, en eindelijk, in het jaar 1389, door de Spanjaarden , die des-
tijds Heusden belegerden , bijna gehecl afgebrand , waarna zij is verwo’est
gebleven. Op het midden der vorige eCuw waren nog eenige bouwhuizen
en e e n e v o o r p o o r t , m e t een laag z e s k a n t t o r e n t j e e r v a n o v e r ,
hetwelk , met eenige daarneven staande huizen, een vierkant binnen-
plein afsloot. De grond, waarop weleer de kerk gestaan had en het
kerkhof, waren geheel met pnin , ruigte en verscheidene grafzerken be-
dekt. Thans vindt men er eene groote boerebotstede de A b d ij Be r n
p-eheeten , en is het kerkhof in eenen boomgaard herschapen , waann
noir vele’ gedenkteekenen van de vorige bestemming verspreid liggen.
De Monniken begaven zieh, nadat hun klooster afgebrand was,
naar ’s Hertogenbosch , alwaar zij , in het jaar 1623, bet gesticht der
Fraters Hieronimieten in de Ganzepoort (thans de glaslabrijk) , aan het
Hinthammereinde , tot eene geschikte kloosterworang opbouwden , die
zij vervolirens bewoonden ; maar, nadat die stad door F r e d e r i k H e n d r i k ,
Prins van-Oranje, in liet jaar 1629, veroverd was , weken zij eerst
naar het landgoed Berheze, tusschen Dinther en Heeswijk, en in het
jaar 1648, toen de Staten de abdijgoederen aangeslagen en verkocht
hadden, naar Yilvoorden, bij Brussel, van waar zij huniie jonge Geeste-
lijken in andere abdijen van hunne orde , zoo als die van Grimbergen
en die van Park, bij Leuven , zonden , om hunne Studien en klooster-
lijke oefeningen voort te zetten; terwijl zij niet ophielden de pasto-
rijen, aan hunne abdij toevertrouwd, van Geestelijken te voorzien , en
daarmede thans nog voortgaan.
Onder de abdij van B ern behoorden drie proostdijen , als : die van
Me e r s b e r g e n , omtrent Amersfoort, die van Mo n n i k e nw o e r d ,
omtrent Tiel, en eene derde omtrent Woudrichem.
Het wapen der abdij en vermoedelijk ook dat van de vroegere Heeren
van Bern , bestond in een blaauw veld , beladen met drie roode bal-
ken en daarover acht gouden schepters.
BERNARDINERKLOOSTER, voorm. kloost. buiten Haarlem. Zie
H emelspoort.
BERNARDINERKLOOSTER , voorm. kloost. in het Westerkwartier,
prov. Groningen. Zie A duard.
BERNHEZE , landgoed in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, prov.
JVoord-Braband. Zie B erheze .
BE RN I SSE , B ohnisse, thans bij verbastering P ernis genoemd , wa-
tertje in het Land van Voorne, prov, Zuid-Holland. Het neemt
zijnen aanvang bij Simonshaven , vliet met eenen noordwestelijken loop,
tusschen den pold. dier gemeente en Zuidland door , schiet vervolgens
tot Abbenbroek en loopt van daar noordwaarts , voorbij Heenvliet,. naar
de Maas, in welke het zieh \ u. beneden dat dorp ontlast, vormende
alzoo eene haven voor de dorpen Abbenbroek , Heenvliet en Geervliet.
Het was vroeger een breed en belangrijk vaarwater, waardoor de
Vlaamsche en Brabandsche schepen naar Holland voeren, hetwelk
aanleiding gaf, dat de voornaamste tol der Graven van Holland in
de dertiende eeuw te Geervliet gelegd werd.
< BERNSGHE-HOEVE , geh. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw,
Oisterwijk, prov. Noord-Ttraband, arr. en 4 u. W. Z W. van
’s Hertogenbosch, kant., distr. en u. 0 . Z. 0 . van Wadlwijk, gem.
en | us 0 . ten N. van Loon op Zand; met 6 h. en 33 inw.
BERNSTERBUREN, geh., prov. Friesland, kw. 0 osterg oo, griet.
Rauwerderhem, arr. en 3 u. Z. ten W. van Leeuwarden, kant. en
* u. W. van Rauwerd, waartoe het behoort.
BEROUW (HUIS VAN), naam , dien men later weleens gegeven heeft
aan de adell. stins J ongbstal;, ander Hallmn, prov. Friesland. Zie
JoNGESTAL.