670 BR A.
Het beslaat eene oppervlakte van 89 bund. 79 v. r. Men heeft
er de oudste, uitgebreidste en meest beroemde steenbakkerij der pro-
vincie Groningen. Thans wordt het in eigendom bezeten en bewoond
door den Heer Mr. M e il o S ic r t eh m a n .
BRAKE (TER-), landgoed in de bar. van Breda, prov. Noord-Bra-
band. Zie B ra a k e ( T e r - ) .
BRAKEL, gem. in den Bommelerwaard, prov. Gelderland, Bernden
distrikl van Gelderland, kw. en arr. Tiel, kant. Zalt-Bommel
(8 k. d., 21 m. k., 7 s. d. ) ; palende N. aan de Waal, 0 . aan Zui-
licbem , Z. aan Pouderoijen , W, aan Monnikenland. .
Zij bevat niets dan het d. B r a k e i en eenige verstrooid liggende
huizen , beslaat eene oppervlakte van 1037 bund. 3 v. r. 14 v. e il., beeilt
138 h.;, en telt ruim 1000 inw., die meest hun bestaan vinden in den
landbouw en de visscherij.
Er i s in deze gem. eene school, die door een gemiddeld getal van
100 leerlingen wordt bezocht.
De gem. B r a k e l is eene heerl., die vroeger bezeten werd door het
zeer edel en oud geslacht va n B r a k e i , hetwelk hier een kasteel had
(zie het art. B r a k e l (H u is - T e - ) . Thans is zij het eigendom van den
Heer W ilh e lm u s van D am v a n B r a k e l , die aldaar het huis Rodichem
bewoont.
Het d. B r a k e l ligt 3£ u. Z. ten W. van Tiel,.. 2. u. W. van Zalt-
Bommel , en 1 n. O. van het fort Loevestein , aan de Waal.
Het is een zeer oud dorp , dat, reeds in het begin der negende. eeuw,
door. zekeren Graaf R o tg a riü s , aan de kerk van .Utrecht geschonken
werd... .
De inw., die alle Herv. zijn , maken eene gem. u it, welke tot. de
klass. en ring van Bommel, behoort. De eerste, die liier het leeraars-
ambt heeft waargenomen, is geweest H e n d r ic u s S pu d eü s , die in het
ja ar 1587 herwaarts kwam, en in het jaar 1589 naar Arkel vertrok.
Het beroep is eene collatie van den Ambachtsheer. .
De kerk, die v66r de Reformatie aan de H. Maagd M a r ia was toe-
gewijd, is een oud gebouw, met toren en orgel.
Het w a p e n v a n B ra k e l b e s t a a t u i t tw e e b e rm e n ( v i s s c h e n ) , v a n z i l -
v e r, e p e e n v e l d v a n k e e l , b e z a a i d m e t k r u i s j e s v a n g o u d ,
BRAKEL, geh. in de Meijerij van 's Hertogenbosch, kw. Oister-
wijk, prov. Noord-Braband, Vierde distr., arr. en 4 u. O. Z. 0 . van
Breda, kant. en 3 u. ten Z. van Ginneken , gem. Alphen-en-Riel,
BRAKEL, voorm. kast. in de Neder-Betuwe , prov. Gelderland,
gem. . en 1 u. W. van Maurik, 10 min. Z. 0 . van Rijswijk, waartoe
het behoort.
De daartoe belioord hebbende gronden , eene oppervlakte van 20 bund.
20 v. r. 30 v. eil. beslaande, zijn of bebouwd, of tot boomgaarden en
wcilanden aangelegd, en worden thans in eigendom bezeten door den
Heer D. L. van B r a k e l l t o t den B r a k e l l .
BRAKEL (HUIS TE-), voorm. kast. in den Bommelerwaard, prov;
Gelderland, in het d. Brakel.
Het was het stamhuis van het geslacht van B r a k e l , waarvan de
naam ook B r a k e l l , B r a c k e l of B r a e c k e l , geschreven wordt. B oude-
w i j n II , Heer van Heusden, door de Deenen en Noormannen uit zijne
goederen verjaagd zijnde, stichtte , omtrent het jaar 870, de sloten
B r a k e l , A a l s t en P o u d e r o y e n . Deze goederen gekomen zijnde
aan die van M o n tb e l ia rd , welke tot wapen hadden een schild van azuur,
beladen met twee bermen van goud , zoo is het slot B r a k e l aan eenen jon-
B R A. 671
»eren zoon van dat geslacht gekomen , die den naam van B r a k e l aannam,
en het wapen, door verandering van kleuren , brak, en diensvolgens
twee zilveren bermen, op een veld van keel, voerde. Aangaande de
eerste Heeren van B r a k e l vindt men weinig aangeteekend; dit alleen is
zeker dat zij reeds in de dertiende eeuw ondcr dezen naam bekend
stonden Onder de latere vinden wij : E ü s ta c r iu s en zijnen zoon S t a e r k in u s
die in het jaar 1321, het huis te B r a k e l tot leen en openhuis maakte
van den Hertog van Gelder, en voorts S t a e sk e van B r a k e l en zyne doch-
ter A d r ia n a , die deze heerlijkheid in het jaar 1420 aan het geslacht
B raakhtjizen v a n W aa rd en bu ro overbragt. (
Van het geslacht, dat van dit huis zijnen naam ontleent, maar sedert
het laatstgenoemde jaar niet meer in het bezit daarvan was, worden
twee, namelijk J ohan v a n B r a k e l en zijn neef, D ir k v a n B r a k e l ,
als teekenaars van hetverbond der Edelen vermeld, terwyl de achter-
kleinzoon van eerstgenoemde vermoe.delijk de dappere Schout by Nacht,
J an van B r a k e l , is geweest, die , onder anderen, bij den beroemden
togt naar Chattam, in het jaar 1667, als Kapitein bevel voerende over
het fregat de Frede, daarmede tot over den, in de Theems gespan-
nen ketting zeilde, het eerst de vijandelijke schepen aan boord klampte
en een daarvan veroverde. Hij sneuvelde, den 10 Julij 1690, in een
gevecht tegen de Fransclien (1). _ .
Het Huis t e B r a k e l was vrij aanzienlijk en sterk 9 waarom het, m
het jaar 1407, toen R e in o ld IV, Graaf van Gelder, met W il l em TV/,
Graaf van Holland, oorlog voerde over de stad Gorinchem , waar de eerstgenoemde
ingelaten en gehuldigd was, zeer veel aanstoot leed, en door
eenige Hollandsche krijgsbenden werd uitgeplunderd en in de asch ge-
legcL Naderhand is het weder herbouwd , zoodat het in het jaar 1618 ,
nog eene redelijke fraaije gedaante had en met eenen stevigen Vierkanten
toren prijkte, voorzien van een vierkant wolvendak, en met een
nog wat kleiner spits gekapt torentje, nevens de groote voorpoort,
ter zijde gehecht aan eenen ruimen ringmuur, waar binnen twee trap-
gevels, de stalling en het bouwhuis gezien werden. Dan ook dit huis
is in het jaar 1672, afgebrand , zoo dat het tegenwooidig geheel ver-
dwenen is , en men ter plaatse, waar het gestaan heeft, niets meer ziet
dan de bouwvallen.
BRAKEL-EN-POUDEROIJEN (POLDER-VAN-), pold. in den Bommelerwaard,
prov. Gelderland, Benedendistrikt \an Gelderland, kw.
en arr. T ie l, kant. Zalt-Bommel, gedeeltelijk gem. Brakel, gedeelte-
lijk gem. Pouderoijen, gedeeltelijk gem. Zuilichem; palende N. aan
den Waaldijk, 0 . aan den Meidij'k, Z. aan denMaasdijk, W. aan den
Nieuwendijk.
Deze pold., beslaat eene oppervlakte van 1140 bund. en wordt door
vier molens en drie sluizen van het overtollige water ontlast. Het dijks-
bestuur bestaat uit eenen Dijkgraaf en twee Heemraden.
De geheele P o l d e r v a n B r a k e l - en - P o iid e r o ije n werd , op den 29 Ja-
nuarij 1820, met ijs overdekt, en het afstorten van den zwaren klei-
d ijk , ter dikte van 8 tot 10 v., deed niets anders dan eene jammer-
lijke dijkbreuk en doorbraak vreezen. Dan künde en moed wisten dezen
nood nog tijdig te keeren. Het voorzien der verzinkingen met een
( i) Men zie over hem en zijn geslacht, J* W« T e W a t e r , H i s t o r i e v a n
h e t V e r b o n d e n d e S m e e k s c h r i f t e n d e r N e d e r l a n d s c h e E d e l e n ,
St. IY, hl. »34-240»