Ïn0T5f
I p l l i
I—SS^M'i
B i
§ m
Hm | w lm
i tm mm
'Wïi
11
B I
mm
gpf$|
llÉsf
•a.
VI.
AïDEEL.
111.
H ooïd- 5'ruK.
in Italië ontdekt heeft, alwaar het niet zeTcfc
zaam is; maar naderhand ook in Switzerland
in Beeken en Moerasfen, zynde van de Pha-
Jaris onderfcheiden, endoor den Heer M i e g
als een nieuw Geflagt voorgefteld, onder den
naam van HomaJocenchrm (* ) , (welken de beroemde
H a l l e r aangenomen heeft. Het is
verder ook op andere plaatfen, in Ooftenryk,
Hesfenland, Saxen en elders, gevonden, daar
het zelden voor Augustus of September bloeit.
Op de Italiaanfe Akkers is het een zeer lastig
Onkruid, zig even zo uitbreidende, door de
voortloopende Wortels, als het Kweekgras in
onze Gewesten. Door Wieden worden z y , de
Planten nog jong zynde, daarvan gezuiverd;
doch de Bladen zyn zo ftekelig, dat de Meisjes
’er, in 't uithaaien, dikwils de Handen aan
kwetzen. Het Jamaikafche van S l o a n e oordeelt
die Autheur daar van te verfchillen.
Dit Gras is taamelyk groot, de Halmen twee
Voeten hoog hebbende, volgens Ha l l e r ;
doch vanéén tot vier Ellen, zo S c h r e b e r
aantekent. Dit laatfte komt my onbegrypelyk
voor. Uit de boezem van het bovenfte Blad
fchiet de Aair, die zig wyd en zyd uitbreidt,
doch geen ryp Zaad geeft, dan voor zo verre
zy nog in de Bladfcheede is verholen. Dit
Zaad is Eyrondachtig, famengedrukt, en dus
veel naar Ryst gelykende, glad en bruin. De
Bloem«
CD dÏÏ. Helv, Vol. IV, p. 30?»
IHSS
Bloemblaadjes volgens fommigen; de Kelk- . VI.
blaadjes volgens onzen Ridder, zyn witachtig iilEL*
met groene Streepen, en in ’t midden Haairig. s n t t °
Voorts komt het in de Kenmerken weinig met
het eigentlyke Kanary-Gras overeen; ’t welk
ook aangemerkt wordt ten opzigt van de andere
Soorten (*)• De Heer Forskaöhl
heeft niettemin nog verfcheide Grasplanten in
Egypte gevonden, welken zyn Ed. tot de i% -
iarides betrekt ( f) .
Paspaeum. Raspgras.
Een tweekleppige Kelk, die rond is, het
Blommetje byna van gelyke grootte en Pen-
feelachtige Stempels, onderfcheiden dit Ge-
flagt CD» dat bovendiende Bloemen, aan de
ééne zyde van de Graat, op één, twee o f meer
ryën geplaatst heeft , zig byna als een Rasp ver-
toonende: weshalve ik het Raspgras tytel (§),
Men heeft daar van de volgende uitheemfche
Soorten.
c o
f*D Att. jHelv. ut fupra.
( f ) Vid, Flor, JE gijpt. Arab, p. iy.
( 4) Zie Fig. 32, op de meergemelde Plaat.'
C§) Men zou het andeTs ook Geerftgras kunnen hee«
ten: want Paspalos is de Griekfche naam van Geerft»
naar ’t welke'de Aair minder gelykt dim het Zaad.
Pannengras , wegens de figuur der Blommetjes. (P l a n er ,
Gattungen & Teutfchen Nouienclatur. ErfurtD is wat ver
gezogt.
L 3