VT- men zeide Woldraagend of Wolk - Gras f * V
' ftïDEEL. r-v . v
UI. Dus noemt men t ook in ’t Nederduitfch, en
stok!™' MmerViafcht van ’t Hoogduitfch afkomftig,
’t welk echter maar Wild of Veld-Vlafch be-
sw.°Ue~ tekent ( f ) . Onder het Landvolk geeft men’er
den naarn van Katoenhloem aan.. Het komt o-
vervloedig in dorre Landen en op vogtige Hey-
gronden in de Wouden van Vriesland; alsook
by Harderwyk en elders in Gelderland, voor,
zegt de Heer de Gorter. In Holland vindt
men’t ook, op laage fchraale Landen, hier en
daar, en het wordt niet-zeer bemind, omdat
men ’t voor de Beesten fchadelyk acht. Van
de Wolligheid zou wel eenig gebruik, kunnen
gemaakt worden, indien men die in genoeg-
zaame veelheid had: want het is een zeer fyn
en zagt Dons. Ik heb, voor veele Jaaren, op
het Koegras, digt aan de Helder,, een drooge
Sloot of Greppel eens daar mede zodanig begroeid
gezien, dat die zig byna als met Sneeuw
gevuld vertoonde, en dus in ’t kort een aan-
merkelyke veelheid van dat pons bekomen.
■ Anders groeit het doorgaans ten dien einde,
tot geluk der Boeren, te veel verftrooid, De
Moerasfen, in Sweeden, zyn in de Maandju-
ny wit door het Dons, zegt L i n n je u s.
( 3)
C *J Zie van eenen Woldraagendên Bol deezes naams ,
het XII. Stuk, deèzer Nat. Hiftorie, bladz. 321, 326.
* CfJ' Matte is in 't Hoogduitfch een Veld of Weide,
’t welk die benaaming, by D odonjeus niet begrepen
, pphëldert.
(3) Wol-Gras met gebladerde ronde Halmen, VI.
platte Bladen en eene opgerigte Aair. A fdjeel.
’ Hoofd-. •
In hoogte verfchilt dit Virginifche weinig van SWjjj
het gemeene Wol - Gras, doch heeft platte Bla- e riopko*
den, en aan den top der Halmen een driebladigJSj^**"
Omwindzelwaar uit zes of zeven Steeltjes Virgi-
voortkomen, ieder. met een rondachtig Bolle-™c *
tje, dat zeer naar Katoen zweemt, van eene
bruinachtige Kleur , met een Goudglans daar
door verfpreid. Het wordt Katoen‘ Bies van
C l ATT o n getyteld.
( 4> Wol-Gras met ronde gebladerde Halmen', IV-
een meervoudig famengefielde Bloemdraa-
gende Pluim; drie Aairtjes, omtrent, by
Onder den naamvan Qeerftachtig Cypergras uit
Marylandkomtdeeze voor, by P l u k e n e t ,
die ’er een ruige Goudkleurige Pluim aan toe-
fchryft. Tot de Biezen zou zy , wegens de
Aairtjes , behooren , indien de rypwordende
Zaaden geene Wolligheid voortbragten; weshal
( 3 ) Eriophorum Culmis Foliofis teretibus, Fol. pïa-»
nis. Spied erectd. G r o n - V irg. II. Gramen tontento-
lum Virginianum, Pan, magis compafta, Aureo colöre
perfufd. P l u k Alm. 173. T» 299.' f. 4. M or. Hiftm
III. p. 224« f. 8, T. 9. f. 2. Juncus Bombycinus. Clavt.
N. 461.
( 4 ) Eriophorum Culm. teret. Foliofis, Panic, fuprade*