A^e® * Vry algemeen komt op ruuwe Bergvelden
in. eü in Bosfchen, door geheel Europa, dit
sTDK°rD* Zwenkgras voor, dat hier te lande ook op
Zandige Velden by Haarlem groeit. Het ver-
fchilt aanmerkelyk in geflalte van de voorgaande
Soorten en komt de Tarwe zo na-
by , dat B a ü Hi n u s het Waitzen-Gras ty-
telde. Ook betrekt de groote H a l Ler het
daar toe , noemende hetzelve Tarw met twee-
zydige Aairen en ronde ruige gebaarde Sprinkhaantjes
van twaalf Bhemen. T o d rn e fo r t
befchryft het, onder den naam van Dolykach-
tig gehoornd Gras, zeer omflandig. Die vermaarde
Kruidkenner vondt het niet alleen in
’t Bofch van Boulogne, maar omftreeks Parys
byna overal. Ook kwam het den HeerGMELiN
in Siberie voor. De Halm is twee Voeten en
daar boven; de Pluim ongevaar een half Voet
lang, en beftaat uit Aairtjes, wier vlakke zyde
naar de Halm gekeerd is , met endelingfe Baardjes^
aan den Kelk.
XXI. ( 2 I ) Zwenkgras met de Aairtjes tweezydig
Criïtatus gefchubd, ongefteeld, neer gedrukt.
Gekuifd.
Dit
•
(2 O Bromus Spie. diftiehe imbricatis feslilibus de»
presfis. Sp. Plant. 15. Am, Acad. II. p. 339. Feftuca
Culmo Spicato, Spie. multifloris. Gmel. Sib. I, 115.
T. 23. Gr. Triticeum, Spica latiore compatta. Buxb.
Cent. I. p. 32. T. 50. f. 3. Triticum Criftatum. Schreb,
Gram. ia. T- 23. f. a-
Dit Gekuifde groeit in Tartarie en Siberie. vr.
Buxbaum vondt het inGeorgie, op naakte in!^
Heuvels. De Halmen zyn een Voet of ander- S^00FD“
half hoog. Het is aanmerkelyke veranderingen
onderhevig, en wordt Honig-Weitzen van
den Heer Schreb er genoemd, om dat het
een zoet, bruin, kleverig Sap uitgeeft, waar
van Stellerus zelfs meer dan anderhalf
Once badt vergaderd » en het met Thee ingenomen,
denkende dat het de kragt van Manna
hebben mogt: doch zulks evenwel niet be-
vondt.
(22) Zwenkgras met twee opftaande Aairen XXIÏ.
oo vveerr mhoeenkss.. diftBarcohmy-us
os.
Dit kleine Gras, voorkomende in Paleftina A
en in de Zuidelyke deelen van Europa,
fchynt verfcheide twyfelingen onderhevig te
zyn. Go d a n merkt zeer wel aan, dat hetzelve
het ui tBARRELiER aangehaalde niet kan
zyn, De Aairtjes zyn ongefteeld en plat als
in de Tarw , met een fpitfen Kelk, wier Punten
de Baardjes uitmaaken, gelyk in de twee
voo-
(22) Bromus■ Spicis duabus erectis alternis. Sp. Plant.
37. Am. Acad. IV . p. 304, 450. Feftuca Ciliata. Gouan
Monsp. 48. Br. Spicylis fubbinatis compr. fesfilibus
Ger. Prov. 98. Gramen Spica Brizas minus. C. B. Pin.
9- Prodr, 10. Pluk. Alm. 173. T. 33. f, 1,
fm x 3
II. Deel. XIII, Smk .