Vï* in de aanhaaling der Plaaten van B a r r e -
* ! £ “ • l i e r , door wien dit genoemd wordt een
Hooïb* JDolykachtig , ruig, basterd - Gras, met geknikte
Baardjes. De Halmen, die meest op den Grond
leggen, zyn dikwils maar een Span lang, ten
deele met korte Blaadjes, ten deele met de
Aair bekleed, wier Aairtjes ook wel drie of
v y f , ja tot agt Blommetjes bevatten. Men
heeft ’er Verfcheidecheden van , ten opzigte
der ruigte of gladheid van de Bladen. De
broofchheid der Aairen geeft den bynaam
aan deeze Soort, die’ haare Groeiplaats op
drooge Gronden heeft.
XIV. ( i 4) Haver, die byna ge-Aaird is, met vyf
Avena ■ hioemige Kelken. Tratenfis. ö
Weid-
Haver. >t Qetal der Blommetjes , volgens het welke
onze Ridder den reeks der Haver-Soorten
gefchikt heeft, niet zeker gaande, gelyk wy
dit verfcheide maaien gezien hebben; zo be-
floot Doktor Sc o p o L i , dat deeze en de
twee voorgaande, met en benevens de Naakte
en Geelachtige, en nog twee anderen, gevoeg
(14) Avena fubfpicata, Cal. qumq.ueflons. Sp. Plakt.
j i , Mant. 327. Gort. Ingr. 15. Pt. Suec. II, X. 104*
Avena Pet- brevibus unifloris &c. Hall. Helv. N. 1499.
Av. Cal. triflorls, Pan, ereÖA, Fol. Setaceis. Gmel.
Sib. L p. 127., Gram- Aven. elatius , Fol. anguftioribus
glabris. Mor. Htft. III. p. 217. S. 8. T. 7.f,.i.Gr. Aven,
Locuftis fplendentibus et bjcornibus. V aill. Paris. T. 18-
is 1.
voeglyk tot een zelfde Soort, onder den naam VI.
van Haairige Haver, konden. famengevoegd ^ j|jEL*
worden. Ik weet niet, waarom zyn Ed. alle Hoofd-
de Europifche dan niet by een genomen heb-STÜK’
be, onder den tytel van Wilde Haver. Immers
verfchilt deeze Weid - Haver ook van
de Ruigachdge weinig, dan doordien de Bladen
niet vlak, maar ingerold zyn ; *t welk -
evenwel een weezentlyk onderfcheid maakt.
En zo is ’t ook gelegen met de overige Soorten.
In fommige deelen van Sweeden groeit
deeze Weid - Haver zo fterk op de Berg - Velden,
dat ’er de Geneverboompjes door verflikt
worden , doordien zy ’er al het Voedzeï
aan beneemt.
(15) Haver , die ge-Aaird is , met de Kei- XV.
ken langer dan de zesbloemige Aairtjes ;
het buitenfte Bloemblaadje aan de tip ge- Ge-Aair-
baard en Vorkachtig. ' ^ de.
In Penfylvanie groeit deeze, een fmal Gras
met Liniaale Bladen , de Aair famengefleld uit
drie of vier opftaande Aairtjes, die eeniger-
maate gefteeld zyn, en'ieder een twèebladi-
gen Kelk hebben, langer dan het Aairtie dar
zesbloemig is. j
( 1 6 )
. ^ Avma Spicata, Calycibus Splciilis fexfloris lon-
gi°nbus; Petalo exteriore apice Ariftatofurcatoque.
op* Plant. 12. *
Z q
II. Deel. XIII. Stok. '