yg2 V e e l w y v i g e
Yj. v.an M o r i s o n , ’ t welk een Stans van twee,
of drie Mans langten hoog heeft en Rietach-
M o o fd * tige Bladen , komende in alle opzigten met.
STUK'- het Bamboes - Riet, reeds lang befchieeven (* ) ,
overeen. My fchynt noch de By Muïlu, van
den Malabaarfen Kruidhof; noch bet Laags
Mal ah aarfe Vinger gras van ScuECCiiZER , het.
allerminfte met- dat Bcomachtig Riet te ftroo-
ken. Zou ook, by misftelling, hetzelve genomen
zyn voor de volgende Soort van Mo*
r i s on', ook groeijende aan de Malabaarfe
Kust ( t ) , en aldaar Pyl-Riet van de onzen
genaamd, by de Malabaaren Beesha en Schryfi
itewfowbydePortugeezen? Of voor een derde
Soort van dergelyk Riet , aan die Kusten
groeijende? Immers het voorgemelde kan Ze-
kerlyk hier niet behooren.
L i n n ^ üs befchryft aldus dit Rappige
Doorngras , dat op de Zandige Zee Oevers
van Oostindie groeit. Het heeft de Halmen
zeergroot, van dikte als een Vinger, Zeegroen
, gelyk het geheele Gras, met Leden *
aan de Knokkels met troppen van Bladen voorzien,
glad, geflopt: de Bladen Grasachtig ,
famengerold, krom uitgebreid, flyf, aan de
tip doornig, een Handbreed lang, met ge-
flreepte Broekachtige Scheeden, boven Wollig
( * ) Zie II. D e e l s II. S t u k Nat. bl.
• f f ) Arundo farfta In^ica FJpr.. Spic.atjs , Beeslifc»
Mort. Mal. V. M o r . Sp. U.
1 1
G R . A 8 1> t A N T E Ni 5 6 3
ligi. Het heeft drie of vier end-Bondeltjes, yjr.
uit verfcheide Tropjes famengefleld van Lan-
cetvormige kortere Blaadjes , zonder Schee- Hooio«
den, tusfchen welken veelal drie Aairen. Ie- STÜX‘
der Aair is bykans een Vinger lang, met een
driekantige Graat die in een Doorn uitloopt
en vyf zydelingfe Bloemen overhoeks , onge-
Ileeld, wat van elkander af. Deeze zyn langwerpig
Ëyrond , met de zyden naar de Graat
gekeerd , gelyk de Bladen. Zy beftaan uit
eenKafje, met twee Lancetvormig Eyronde
Klepjes, geftreept en fpits.
Het, is een zeer groot Gras, naar het Cey»
Doornkoppige Kwispelgras zodanig gelyken- p ïïfc iL
de, voegt ’er onze Ridder by, dat men het Fi&' »
als het geen Bloemen, heeft, niet daar van
onderfcheiden kan, uitgenomen door de grootte,
Derhalve , zegt hy, behoort ook datvan
de Malabaarfe Kust alhier. Wanneer noo-.
thans, hetzelve naar het Gedoomde Kandiafche
Riet van A l p in ü s ( * ) g e ly k t, zo R A *
wil, dan moet het zekerlyk hier van verfchil-
len. Ik heb van Ceylon onder anderen, een
gedioogde Plant bekomen, die in de méefte
opzigten zodanig met de voorige befchryving
ftrookt, dat menze achten moet geen ander!
* te
O Arundo Graminea aculeata. AtP. Exot. Cap XLVt
|?. ÏO§, f
lmMl
mv
p
i iM i
||gS|J
IWMmÜI\i pRR
S I m m
\w m
i H n
f p » i
\kM
f e l
t e ]
rad