A fdeel, (*4) Cypergras met de Halm driekantig naakt^
H^Ó^d ^ ^ 'om^e driebladig , meervoudig famen-
6 TUK. gefield, met rondachtig gekropte Aairen en
XIV. Elsvormige Aairtjes.
Cyperus
Glomeratas.
In Moerasfige plaatfen van Italië komt dit
AaSgf* V001,3 **- welke, zo aangemerkt wordt, wel met
Ryst uit Indie kon overgebragt en dus in Italië
voortgekweekt zyn j misfchien uit Zaad v a iv
het Hooge Cypergras voor befchreeven: weshalve
het, als in een kouder Klimaat geteeld*
ook laager zou groeijen en met dikker niet
uitgefpreide Aairen (*> Volgens S e g u i e r
niettemin, heeft het de Halmen twee of drie
Voeten, en dus wel ruim zo hoog dan het.
voorgemelde : waar by de ongemeene digtheid
en dikte der Aairen regt het tegengeftelde van
het Hooge Cypergras uitmaakt. Dat de Aair-
tjes Elsvormig zyn, was de eenigfte gelyk-
heid: maar, heeft men dit ook niet in andere
Soorten , en van de Baardjes der Zaaden
is in dat Hooge Cypergras geenblyk; terwy!
bovendien hetzelve een veelbladig en dit flegts
een driebladig Omwindzel heeft, De Aairen ,
niet-
(14) Cyperus Culmo triquetro nu do, Umbella triphyllst
&c. Am. Accid,. IV. p. 301, Cyp. Aquat. Ital. procerior',
&c. Mich. Gen. 4S. Seguier. Ver. lil. p. 68. T. 2. f. 2.
CyP- Capitulis glomeratim congeftis , Seminibus Arifta«
ttS. Mont. Gram. 14. T. 1, ï. 1,
(,*J Amxn, Acad. ut;fuppa.
niettemin, maaken dit Krop - Aairige ook zeer
fraay.
£15) Cypergras met de Halm driekantig naakt
en effen ; het Kroontje driebladig met gekropte
Bloemen ; de anderfien gearmd; en
gladde Bladen.
VI.
Afdeel, 111. i
Hoofdstuk,
XV.
Cyperu%
glaber.
Gladbladig.
Een Jaarig niet overwinterend Cypergras ,
omftreeks Verona ook op vogtige plaatfen en
aan een Beek , door Seguier gevonden,
maakt deeze Soort uit, die de Halmen maar van
een halven Voet en wat langer heeft.
1 16 ) Cypergras met de Halm \ ' * ^ driekantig_ , G^ dXo^V'ciItï.i ƒ %
naakt; een famengefteld Kroontje, dat een- Ruüs.eud0
voudig gebladerd is, de Steeltjes tweezydig
geaaird.
Op de Karibifche Eilanden en Jamaika, als
ook in Virginie, groeit dit Cypergras aan de
Oe-
05) Cyperus Culmo triquetro nudo la evi, Umbella tri-
p h y l la , Flor. glomeratis & c . Mant. 179. Cyp e ru s p a r -
vus P a n icu li couglobata &c. S eg. Ver. p, 6. T . 2.
f. 1.
( 1 6 ) Cyperus Culmo triquetro nudo , Umbella decom-
pofitè fimpliciter folio la &c., Cyperus longus odoratus
Pan icula fp a r fa , A*pïcis ftrigofioribus viridibus. S lo .a n e
ffam. 35. Hifi. 1. p. n6. ï . 74. f. 1 & T a b . 8- f* >•
G ron. Virg. 131. R . Lugdb. 50. Burm. Ft. Ind. T»
8 f. 3.
E 5