Rietachtig , weshalve ik het R ietg ra s noem. VI.
A ir a was weleer de Griekfche naam van Dol
i k . Het bevat de volgende Soorten. H oofd-
- # STUJt,
I. Ongebaarde.
("i) Rietgras m et'e en langwerpige eenzydige I .
ongebaarde y opleggende F lu im , en vlakke
Bladen. -' ' naceLae.- vantfch.
Tot deeze Soort is door den Ridder t’huis
gebragt het Levantfche gepluimde Gras van
T ourkefort, met Zaad van Porfelein.
Het In difche R ietg ra s thans betrokken zyn- japanfch.
de tot het Trosachtig of Gekropte Panikgras; **
zal ik hier in plaats brengen een Japanfche
zeer fraaije Gras - Soort, hier nevens op Plaat
XCI, in F ig . i. afgebeeld. Met het gedagte
Levantfche Rietgras fchynt my dezelve, die
jmet de Geflagts - Kenmerken ftrookt, veel
overeenkomst te hebben in Gewas, volgens
de bepaaling. De Halm en Bladen zyn Riet-'
achtig en vlak,met veele Ribbetjes overlangs.
De Pluim, welke eenigszins over zyde hangt,
uit eene Bladfcheede voortkomende , beftaat
uit menigvuldige, Haairdunne, lange, op
elkander leggende Steeltjes, met ongebaarde
Bloem-
( i ) Aira Panicula oblonga fecunda mutica imbricatd
Foliis planis. Sf(t. Nat. XII. Gen. 8i. Neg. XIII, p.
96. Sp. Plant. 4. Gramen Oriëntale Paniculatum Por« tulacaé femine. Tournf. Cbr. 39.
P 3