E e n h u i z i g ê
VI.
A fdeel.
V.
Hoofdstuk.
L
Zizania
Aquatica.
Waterig.
54«
fchen naam , die oudtyds Onkruid of Dolyk
heeft betekend, als een Miswas der Tarwe,
toegepast op het Wild Koorn, dat in andere
Wereldsdeelen gevonden wordt. Men vindt
immers, oudtyds , ook van Frumentum Ziza~
niet gefproken. En fchoon dit Koorn tot gebruik
diendig is , haalt het echter niet by den
deugd der Tarwe: des het Spreekwoord , in
deezen , zyne aardigheid behoudt ( * ) . De
Wilden, naamelyk,gemakshalve zig hier mede
behelpende, misfen het voordeel van beter.
Koorn.
De Kenmerken bedaan in Bloempjes zonder
Kelk , Mannelyken en Vrouwelyken by-
zonder, de eerden ongebaard, met zes Meeldraadjes
, de anderen een tweedeeligen Styl
of twee Stempels hebbende, en een Kafje als
een Kapje, dat het Zaad omkleedt ( f) . Daar
van zyn de drie volgende Soorten opgetekend.
( i ) Wild Koorn met een uitgefiorte Pluim.
Op
(*J Frumento relifto Zizaniis infidere.
( t ) Zie Plaat LXXXVII. Fig. 16 , hier voor, in wier
verklaaring gezegd wordt ongebaarde Bloempjes (Corol-
la bivalvis imberbis) , dat beter gezegd was ongekelkte;
alzo het Vrouwelyke Kapje in fommig een Baardje
heef
(iJ Zizania Paniculata effufa* Syft, Nat, XII. Gen.
io6a.
Op overdroomde Landen, zo wel op ’t
Eiland Jamaika als in Virginie, groeit deeze v.
Soort van Wild Koorn, die van M it c h e l Ls^ “ “™“
Elymus genoemd is of Wilde Haver, en van Wild
C l a y t o n een fraai je zeer grpote CyperbiesKoorn’
met Rietbladen, De vermaarde S l o a n e ty-
teltze Hoog fchraal Riet, met de Bladen uit den
groenen blaauw , en kleiner Sprinkhaantjes.
’t Gewas heeft een opdaande gekranste
Pluim, van een Voet langte, daar de Vrouwelyke
Bloemen boven zyn , de Mannelyken
onder. Deeze laatden beflaan de vier of vyf
onderde verdeelde Kransjes: terwyl de eerden
een Aairachtige Pluim manken. De Manne-
lyke Bloem bedaat uit twee Kafjes, bevattende
zes Meeldraadjes : de Vrouwelyke ins-
gelyks , maar heteene Kafje is veel grooter,
hol, het andere omvattende en loopt in een
taamelyk lang Baardje uit. -Deeze heeft twee
kleine Styltjes, met Haairige Stempels, op
een Vrugtbeginzel zittende, dat een langwerpig
fpits, glanzig Zaad werdt, in het gedagte
Kafje begreepen.
(O Wild
1062- Veg, XIII* p. 714- Zizania- G ro n, Virg. 15 9 ,
148. Elymus. Mich. Gen. N. 7. Arundo alta gracilis ,
Fol, e vitidi coeruleis , Locuftis minoribus, S lo an . £fdrii,
33. Hifi. I. p. no. T, 67.