V I. h e t bih n en fïe p la t , h e t b u lten d e h o l 611
ArmtL, lang gebaard is : terwyl de Graat met haare
Hooia- Tandjes door c wordt aangeweezen : zie
STOK. °
ftg ' !•
s. zE g i l o p s . De Kelk tweekleppig, driebloe-
mig, met Klepjes die de Graat omvangenen
veele Baardjes. Zie Fig. 2: alwaar A een
enkele Bloem is van de 'Aalt, m a , b y de
lang gebaarde Kelkfchubben , die de Graat
c omvatten; Waar binnen drie Blommetjes
3. T r i t i c u m . De Kelk a y a tweekleppig ,
drie- of veeïblóemig , mét de Klepjes van
de Blommetjes gelyk, doch meer gezwollen.
Het middelde derzelven is geheel, van de
anderen zyn de Baardjes zigtbaar byb,b*
Zie Fig. 3. -
4. L o l ium. Een Omwlndzela, dat eehbladig
is , veele Blommetjes b bevattende, waar
van één, by c , geopend, zyne Klepjes vertoont.
Zie Fig. 4.
5. H o rd eum, Een Omwlndzel dat zesbladig
is , waar in drie Blommetjes b ybyby ieder
gevat in twee Kelk-Blaadjes aya'y zittende
aan de getande Graat c, Zie Fig. 5,
<3. E l ym u s , Een Omwlndzelc, dat zesbladis
is , met drie Aairtjes b , b , b , daar in be-
greepen, zodanig, dat twee Blaadjes a , a
tot ieder Aairtje belmoren, Deeze maaken
met elkander de Aair, Fig. 6 , uit,.
B. Met een SpiJrondachtlge Aair en verfcheiderley
Bloemen. ï>
J . 7 1 \ j . , • H ooid- 7. C e n c h r u s . Een Omwindzel A , dat drie- STÜK>
bloemig is, gefnipperd en gedoomd, by B
geopend zig vertoonende , waar in drie
Bloempjes 'a\ a j a, hebbendé ieder een by-
zonderen tweebloemigen Kelky by b. Hêt eene
Blommetje c is Mannelyk, het andere d
Vrouwelyk: zie Fig. 7.
8. C o i x . Een Kelk die tweekleppig ist.de onderdo
aan de Graat Vrouwelyk als A , met
Beenachtig harde Klepjes a en gebaarde Stempels
b yb: de bovenden Mannelyk met Ey-
rondc platte Klepjes c. Men ziet eenen Kelk
afzondeiiyk by B , met de twee Blommetjes
d^d, daar in, Fig. 8.
9. Z e a. Een Kelk die tweekleppig is ; de onderden
van de Plant Vrouwelyk, eenbloe-
mig, met rondachtig holle Klepjes c y de
bovenden Mannelyk, tweebloemig d , met
langwerpige Klepjes.., in de Vrouwelyke
Aair B vervat , terwyl de Mannelyke metA
is Aangeweezen; zie Fig. 9* DeVrouwely-
ke Bloemen a , hebben zeer lange Stylen by
en zyn omwonden met eene Bladfcheëde.
10. P h l eum. Een Kelk die tweekleppig is ,
Liniaal, geknot, égaal, aan de tip tweepuntig
zig vertoonende, als b , en een Blommetje
, dat kleiner is én tweekleppig c ,
in zyne ruige Klepjes a y a bevattende,
zie Fig. 10.
B 4 si.Bo»