Vt dikwils de Melk Rolt, wanneer dezelve op 't
jy .* Vuur gezet wordt met raauwe Ryst. Voorver-
Hoüïd* fcheiderley Borstkwaalen is deszelfs gebruik ,
Ryst. wanneer zy wel bereid is, niet minder dienftig 0 dan van Gort of Melkfpyzen. Bry daar van,
met Amandel-Melk, Boter en Suiker, wordt
voor den Hoest zeer gepreezen. Van zekere
Ryst, die te kleverig is om te eeten, wor*
den in Oostindie Balletjes gemaakt, met welken
men een foort van Bier, Brom genaamd 3
weet te brouwen, dat zeer aangenaam is van
Smaak. Het Afkookzel van Ryst, genaamd
Candje, is aldaar, als Gerftewater, tot een
Koeldrank voor Zieken in gebruik. Hoe de
zo bekende Arak , daar van , met Kalappus-
Wyn geftookt worde, heb degedeeld (*). ik bevoorens me*
Onder de Driewyvigen deezer Klasfe bevinden
zig de volgende Grasachtige Planten.
S c h e u c h z e r i a .
Een Gewas, dat in Geftalte veel naar de
Bloembiezen gelykt, en een zesdeeligen Kelk
heeft zonder Bloemblaadjes , maar drie gezwollen
Zaadhuisjes, die eenzaadig zyn , in
ieder Bloem, zonder Stylen, maar alleen ieder
C ) Inde befchryving van den Kokos - Nooten Boom,
II. Deex«s I .S tuk, van deezeNatuurlijke Hijtorie bladzi
334.
der een Stempel hebbende,volgens de Waar- Vï.
. r A f DfiBl*
iieemmg vanLiNNiEUs. iv . *
De eenigfte Soort ( 1 ) , hier van, bevoo-Siü0k,fd"*
rens tot de Bloembiezen t’huis gebragt, door t.
den vermaarden B a u h i n u s , als op Moe- f ^ cpa„
rasfige plaatfen in de Switzerfche Alpen door lüfiris.
B urserus gevonden zynde , werdt nader %e?eraS*'
door onzen Ridder in Sweeden ontdekt, en
naar de beroemde Gebroeders Sch eu ch z e r ,
die de Kruidkunde, inzonderheid wat de Grasplanten
aangaat, zo zeer bevoordeeld en op-
gehelderd hebben, getyteld. In alle diepe
Veenige Moerasfen, met zwarte Aarde gevuld,
en begroeid met Mos en Biezen * in-»
zonderheid in Lapland, was dit Plantje zeer
gemeen. Men heeft het ook in Pruisfen waargenomen
en in Afbeelding gebragt. Bovendien
groeit het in Rusland en Siberie.
De Heer Ha l e e r , die het doch niet in
Switzerland hadt gevonden, befchryft het als
volgt. „ Halmen van een V o e t, geknok-
,, keld ,
( ï ) Scheuchzeria. Syft, Nat. XII. Gen. 447, Veg. XIII.
Gen. 452. p. 286. Ft. Lapp. 133. T. 10. f. i* Ft. Suec.
2-97 > 320. R. Lugdb. 45. Hall. Helu. 258, II. N. 1310.
G m e l . Sib. I . p. 7 3 . G o r t . Ingr. 55. B e r g . Vtadr.
67. Juncus floridus minor. C. B. Fin. 12. Prodr. 23. 'Theatr.
390. R u d b . Ehjs. I» p. 110. f. 2. Juncoidi affinis Paluftris,
S c h e u c h z . Gram. 336, Gramen Junceum Aq. Secsiflfl
Racemofo. Loes. Prusf 114, T. 28. O e d . T. 67,