a S el. De GroeiPIaats is ’ 20 wei in de Noorde«
h^ ïd- !yke 3lS in de Zuidelyke deden van Europa,
STUK. op vogtige plaatfen; gelyk men het Ook om-
esgras. ftreeks Parys en in ons Land aan de kanten
van Verfeheide Rivieren en Staande Wateren,
aantreft. In de Sweedfche Provinciën Oeland
en Gothland, zyn er geheele Moerasfen mede
gevuld en men gebruikt het om de Huizen
te dekken, in plaats van Stroo, en veel duur*
zaamer. Dryvende Eilandjes maakt het al*
daar in de Meiren, en de weeke Grofid der
Moerasfen i s , wegens deszelfs door een ge"
groeide Wortels , gangbaar. De Gothlanders
noemen het Aght de Sweeden Tak-Agh. Het
wordt in ’t Voorjaar gretig van het Rundvee
gegeten , dóch ijst Hooy daar van willen zy
niet nuttigen dan in de hoogfle nood, ten
z y het vóór af geklopt en uïtgedorfcht z y ;
om dat de 'fcherpe Stekeltjes der Bladen den
"Bek zouden kwetzen ( * } Ik vind niet dat het
Rundvee daar van fterve; gelyk de vermaarde
-II Ann e r uit die plaats van JL i op*
maakt 5 deeze Soort,,, welke, ook overvloedig
in Switzerland voorkomt, aldus befchryven-
■ deCf). - • . ' ' '
. » De Halmen of Stengels zyn van twee tot
„ zes Voeten hoog: de Bladen zyn byna drie*
„ kantig door eeneflerk uitpuilende Rib, wel-
„ ke,
CO Lintst. CioÜM. Setje. p. lyö, iqói"
F fJ Helv, inchoat. Tom. II. g , igo.
„ ke, zo wel als derzelver kanten fcherp is VL
„ gedoomd , zo dat zy de Vingers kunnen
„ kwetzen. Uit den boezem der Bladen ko-
„ men ecnige Pluimen voort , waar onder Bie'sgras.
„ lange dorre bruine Stoppeltjes, met eene
„ lange Draadachtige punt. Dergelyke, doch
,, kortere Stoppeltjes zyn onder de Bladftee-
„ len, die,gelyk in de Biezen, ongelyk,lang,
,, Takkig zyn;« de Stoppeltjes onder de Tak-
„ ken eveneens. De laatfte Tak draagt een
„ bondeltje van Sprinkhaanen, Uit den Eyrori-
„ den gefpitst, Houtig, byna Kaneelkleurig.
Het Zaad, rypwordende, is enkeld, ineen
„ driekantig huisje vervat.”
(2) Biesgras met de Helm rond en Fdhktg, jj:
aan ’t end Knopjes hebbende , en een driebla-
dig, zeer kort, fiyf9 gaapend Omwindsel, Gedoomd,
Zeker Gedoomd Biesachtig Gras wordt hier
bedoeld, dat in de Zuidelyke deelen van Eu*
fopa zyne Groeiplaats heeft, in Puinachtige
Gronden en op oud vervallen Muurwerk, zo
C am e r a r iu s aantekent, die ’er een zeer
goede Afbeelding van geeft. C askar B au-
H I N U S heeft het Wit Italiaanjch Gras , met
gedoomde Hoofdjes, geheten. Daar komen twee
Soor*
00 Schcems Culmo teceti Ramófo &c. Syft. Nat. XII.
Gen. 65, Veg. XIII. p. 81. L oef l. It. 114. Gramen album
Capitulis aculeatis Italicum. B auh. Sin, j . Theatri
2PS*
ü
m1