VI. A p l u d a . Breedblad. A ï DEEL.
VII. '
Hoorn« Om het my onbekende woord , Aptuda, te
vertaalen, gebruik ik debenaaming vm Breedblad
voor dit Geflagt, welke toepasfelyk is
op allé Soorten, die breeder van Blad zyn
dan de Grasplanten in ’t algemeen. Het heeft
een gemeenen tweekleppigenKelk, welke een
Vrouwelyk Blommetje bevat en twee Manne-
lyken, die gedeeld zyn, daar nevens (*). Het
Blommetje is in beiden tweekleppig, de Styl
in het Vrouwelyke enkeld', zo wel als ’t Zaad.
Daar zyn de volgende uitheemfche Soorten in
begreepen.
1. ( i ) Breedblad met Lancetvormige Bladen en
wutïca? 11 ö//e Bloempjes ongebaard.
Ongeaardt
De Groeiplaats is in Indië van deeze Soort,
die de Halmeazeer lang, zwak en glad heeft,
met gezwollen Knietjes: de Bladen lang, plat,
Lancetvormig , gedeeld of naar de Scheede
toe in een Steeltje verfmallende. De Pluim is
dun en klein, zydelings voortkomende uit de
Scheedjes van kleinere Bladen, gelyk in het
Baardgras dikwils plaats heeft. •
(2)
(*) Zie Fig. 37, op P laat LXXXVII.
(i_) Apluda Fol. Lanceolatis , Flosculis omnibus rmi-
ticis. Sijft. Nat. XII» Gen, 1147- F eg, 'XIII. p. 76 o.
(2) Breedblad met Lancetvormige Bladen; de
Mamelyke Bloempjes ongebaard* het on-
gefleelde met. een end- Baardje. stu k.
Dit Indifche Gras heeft ook lange Halmen
van een Voet , die glad zyn , en Bladen als Gebaard,
het Haazen-Oor Kruid, dat is Lancetvormig,
ruuw, gedeeld. De Bloemtrosjes komen ook
uit de Oxelfcheedjes der Bladen voort, en het
heeft drie Bloempjes op ieder Steeltje, maar
het Vrouwelyk is hier met een lang gedraaid
Baardje voorzien. Anders heeft deeze Soort,
welke S cHE u cHZE t Haverachtig Kemels-
hooy noemt, veel overeenkomst met de voorgaande.
(3) Breedblad met Eyronde Bladen, de Man- u j_
nelyke Bloempjes ongebaard\ het ongejleelde
met een end-Baardje. dig. .
Dit op Jamaika groeijend Kruid, door Baow-
ne Zeugites genaamd, heeft een zeer Takkigé
Rietachtiae Halm, met Eyronde Blaadjes, die
kort
("2) Jlpluda Fo l. L a n c e o la t is ; Flosculis Masculis mutï-
cis ; fesfili A rifta terminali. Am. Acad. IV . p- 303. B u rm -
Ft. Tnd'. p. 220. Schoenanthus Avenaceus procumbens M a -
deraspatanus Buplevri folio. S cheuchz. Gram. 119.
("3) Apin dal'o\. Ovatis ; Flosc. Masculis muticis ; fesfili
Arifll terminali. Am. Acad. V . p. 412. Zeugites A ru n -
din. Ramofus minor ru fe s c en s , Panicula fp a r fa termi-
Bali. B rown. Sfam. 341. T . I V . f. 3-
, PP 4 11. Deel, XIII. Stuk,