VI.
A f d e e l .
Ui.
Hoofds
t u k .
In Engeland , als ook by ons op de Wallen
van Nymegen, komt deeze Soort voor, wier
Pluim beftaat uit een eenvoudige Tros van
overhoekfe Steeltjes. De Bladen zyn van onderen
Pluizig.
XVTI. (17) Zwenkgras met een uitgebreide Pluim;
Eramus Aairtjes byna driebloemig.
tr iflo r u s . j j 0
Driebloemig.
j n (je posfchen van Deenemarken en Duitich*
land komt zodanig Zwenkgras voor, dat ook
in Switzerland is waargenomen , aldaar een
Halm hebbende van vyf Voeten Iangte;zo dat
het te tellen is onder de grcotfte Gras Soorten.
De Aair was een Voet lang, met kleine
Aairtjes,- van drie, vier of vy f Blommetjes ,
in de jongheid Violet, vervolgens bleek. Het
hadt fmalle Rietachtige Bladen.
(18) Zwenkgras met een ylere Pluim, die uit-
gebreid is en opgeregt; de Aairtjes Liniaal
, de middelfien dubbeld: de Steeltjes
naar boven dikker. Di£
XVlII.
Madriten-
fis. Madrits.
(17) Bromus Panic. patente, FJoribus fubtrifloris. Sp.
Plant. i6- Brom Pan. la x ä , Locuftis quadrifloris, bre-
visfime Ariftatis, Hall. Helv. N. 1511. Gramen Bro-
moides Pan. fparfä, Scheuchz. Gram. 511. Oed. Dan,
440 ?
. (18) Bromus Pan. rariore patulo- ereftä, Spie, Linea«
rïbus, intermedijs geminis &c, Sp Plant. 9 Am. Acad*
IV. p'. 265. Bromus fterilis erefta Pan- major. Bark.
Tc. 76. f, i. Gr, Bromoides pumilum &c, Scbeucüz*
Gram. 2,60,
Dit groeit in Spanje, omftreeks Madrit ,
hebbende, volgens de Waarneeming van den
Heer L oefling , een zeer yle geaairde
Pluim, en taamelyk breede zagte Bladen. De
Halmen zyn twee Voeten hoog , glad, met
gezwollen Knokkeltjes.
(19) Zwenkgras met een zeer Takkige Halm,
ongefieelde Aairtjes en ingerold-Elsvqrmige
Bladen.
In de Levant groeit, volgens den Heer
S c h r e b e r , deeze Soort, die in Takkigheid
uitmunt, met Draadachtige'1 leggende Halmen,
hebbende de Aairtjes veel naar die van de
volgende gelykende.
(go) Zwenkgras wet de Halm onverdeeld, de
Aairtjes overhoeks , byna ongefleeld, Spil•
rond en weinig gebaard.
Vry
C19) Bromus Culmo R am o fis fim o , Spiculis iesfilibus
& c , S p . P la nt. 20. Mant. 34. Gr . Junceum Cornicul, ve-
lut Frutescens glabrum , Orientale. S ch eu ch z . Gram. 38.
(20) Bromus Culmo indivifo; Spiculis alternis fubfes-
filibus teretibus iubariftatis. Sp. Plant. 14. Gort. Belg.
26. FL Suec. 8 9 , 100.' O é d . Dan, T. 164. Ja c q . Vind.
38. G oua -n Monsp. 5 1 . Ger. P tov. 98. Feftuca Culmo
altern, fpicato. R, Lugdb. 67. Poa &c. G m r l . Sib. I,
F- 1 1 2 . Triticum Spicfe diftichis & c . H a l l . Helv. N ,
M31- Gramen Spieä Brizae majus. C. B. Pin. 9. Prodr.
19. Theatr. 133. Gr. Loliaceum Corniculatum. Scheuchz.
Gram, 35. Gr. Loliaceum Corniculatum, Tournf. Paris 92.
x *
VI.
Afdeel^
I I I .
HüOEU-a
STUK.
XIX.
Bromus
ramofus.
Takkig*
fXX.
P innat uS
Gevind*