l|£PS
IS p i
mmsam
■KksM&m
C7) Oypergras met de Halm driekantig naakt
VI.
A fdeel.
III.
HOOFDSTUK.
VII.
Cyperus
escuten-
*Ëétbaar. en de voorgaande. L inn/bus Helt de Groeiplaats
en een Bladerig Kroontje; de Wortelknoh-
bels Eyrond , met over elkander leggende
zoomen gebandeerd.
Weinig ander verfchil is *er tusfchen deeze
by Montpellier, als ook in Italië en het
Ooften. Dewyl de Heer Gouan ’er onder de
Montpellierfche Planten geen gewag van maakt,
zou men hier aan mogen twyfelen; hoewel JüSt
s i e ü ze omflreeks die Stad vergaderd hadt,
x ó S c h e u c h z e r meldt. Van zelf groeide
zy nergens in geheel Europa, volgens FonA,
dan digt by de Stad Verona, alwaar zy JDul-
cighini genoemd werdt wegens de zoetheid der
Wortelen , die men ’e r , even als Nooten eü
Amandelen, tot Verfnapering op Tafel zette,
onder de Nageregten. In Egypte en andere
Oofterfche Landen , werdt. dp Plant deswegen
aangefokt. Mooglyk is de naam , Thrafi of
Trafium, van de Arabieren afkomftig. De
Room daar van, een foort van Amandelmelk,
werdt tegen den Hoest en andere Borstkwaa-
Ten, en pynlyk Wateren, tot verzagting zeer
aan-
(7) Cyperus Culmo trïquetro nudo, Umbella foliofft
&c. R Lugdb. 51, Cyperus rotundus esculentus angus-
tifolius. C. B. Fin. 14. Theatr. 222. Scheuchz. Gram.
382. Mor. uts. T. xx. f. 10. Cyperus rotundus. L ob^
Ic. 78. Dod, Pempt. 338. Thrafi. J- B. Hift. II, p. 504.
aangepreezen. Zonderling nogthans is het,
dat ik ’er by F orsk aohl geen gewag van
vind.
Vï.
A ta tiu
III.
Hoofdstuk.
(8) Cypergras met de Halm driekantige byna VIIÏ.^
naakte en een famengefteld Kroontje, van rotundus.
overhoekfe Liniaale Aairen. wortelig*
In Arabie was deeze door F orsk aohl
gevonden, fcbryft de Heer Rottböll; doch
ik vind ook dezelve, in deszelfs Lyst der
Planten van dat Gewest, niet opgetekend.
Indië Helt L inkje os thans de Groeiplaats
te zyn ; bevoorens Egypte en Syrië. In
’t algemeen wordt dezelve Orieniaalfihe Cype-
rus geheten. Een Takje daar van vindt meh
afgebeeld by S chedchzër , die zegt, dat
menze, in ’t Malabaarfch, Cora Calrnga noemt.
Het zou een zeer gemeen Gras zyn op Cey-
Ion , volgens den Heer Burman nu s . Ik
heb dit Gewas onder der Javaanfe Planten bekomen.
De Heer Rottböll geeft daar van een
fraaije Afbeelding en merkt aan, dat de Bladen
Grasachtig dun en flap, Zeegroen, de Hak,
men twee Voeten hoog zyn, dun en geftreept»
aan
(*8_) Cyperus Culmo triquetro lUbimdö &c. Pt. Zeyt. 36,
Mat. Med. 30. Cyperus Onentalis Radice Olivari, Spi-
cis Iongis &c. S cheuchz. Gram. 391, Cyperus hexafta«
thyos. Rottboll. p. 28» T. 14. f, 2.
E