VI.
Afdeel«
III.
Hoofds
tu k .
Vlll.
Arguens<
Berispend.
Pi. XCII.
Fig. i.
( 8) Kwispelgras met naakte Baardjes; deBw*
jes aan den voet gehaa'ird', de Bloemen on *
gefteeld, gebondeld.
1 Hier wordt bedoeld het zogenaamde berispend
of Verwyt-Gras van Ru m p h iu s , den
naam, Tagalgnana of Tagelnana, op ’t Eiland
Ternate,in Oostindie, daar van hebbende, dat
het gebruikt wordt, om den een of ander iets
te Verwyten. By de Indiaanen , naamelyk ,
zyn dergelyke Zinnebeeldige uitdrukkingen ,
even als by de Oofterlingen, in gebruik; ’ t
welk derzelver afkomst klaar bewyst. Wil
men iemand vleijen, vereeren, tergen ,■ uit-
daagen, en wat dies meeris, wordt ten dien
einde eenig Zinnebeeldig Kruid, of iet anders",
aan hem gezonden. De ruige, ftekelige Aai-
ren van dit Gras, achten zy dus tot berispin-
ging of verwyt te dienen. Het groeit, zegt
h y , zes of zeven Voeten hoog, en heeft fmal-
le Bladen van twee of drie Spannen langte,
Scheedachtig de Leden omvattende van de
Halm, die geknokkeld is en in Takken verdeeld.
Ieder Knokkel geeft een Aair uit en
boven aan het end der Takken heeft het drie
Aairen , allen onder met een dikke Dons of
Wol-
(8) Siipa Ariftis nudis, Braftels bafi barbatis > Fols-
culis feffili - fasciculatis. Sp, Plani. 7. Gramen Ethiopi-
cum Panicula molli virente. Pluk. Alm. j^6. T. 300.
f. 1. An Grantón Arguens. Rumfh. Amb. VII. p, 15«
X . 6. £ I» y
Wolligheid bekleed, waar in Zaaden ïleekén, Vï,
die lange, dunne, fpitfe Baardjes hebben. .ni.SI*
De Bloemen zyn in Bondeïs. vergaard, z p s.^ 03?0<
dat de Kaf jes naauwlyks van de Blikjes onder-
fcheiden kunnen worden; maar de Blikjes zyn
langer, aan den voet van buiten zeer Haairig.
De Zaaden heeft het van onderen ruig , met
naakte, zwarte, omgedraaide end - Baardjes,
zegt L i n n j E ü s .
Hier uit blykt, dat het zonderlinge Gras,
in Fig, 1. op Plaat XCII, uit myne Verzameling
afgebeeld , tot deeze Soort behoore.
De Heer T h u n b e r g heeft hetzelve
in Japan verzameld. De Halm, die rond is ,
heeft zeer lange , dunne Scheedachtige Bladen
, en verdeelt z ig , uit den Schoot van
één derzelven, boven in drie Takken, welken
ieder gepluimd zyn met verfcheide Aairén ,
van gezegde hoedanigheid, van onderen ruig,
en van binnen een lang gebaard Zaad bevattende,
dat grooter dan natuurlyk by Letter
a is voorgefteld. Hier door wordt de Afbeelding
van dit Gras zeer verbeterd, en ’t blykt
klaar, dat hetzelve het Ethiopifche Gras van
pLUKENET,meteenzagte groene Pluim, geenzins
kan zyn.
(9) Kwispelgras met de Bloemen ongebaard j jv.
• • de o pint f ex.
' Doora-
(.9) Stipa Flosculis mutjcis; Bra&eis Capitulorum Fas- koppig,
rL
S I , D e e l . X I H , S t u k .
vAplvl