VI. In ’t eerst (laan deeze Aairtjés opwaards, vei"
^VlLf1'* volgens duiken zy allengs en, wanneer het
Hoorn- 2 aad ryp wordt, hangen zy nederwaards. Ieder
stuk. j\artje heeft twaalf of veertien Bloempjes. Het
Zaad, in ruige Blaasjes zittende,is langwerpig
als Rogge - Graan, maar dunner en Kaffig.
Als eene Verfcheïdeflheid behoort hier het
Gramen Gros van Montpelgard, een Graaffchap
aan de Grenzen van Lotharingen , dus door
- J. B a u ö in u s genaamd ( t ) j ’c we^ niet
minder hoogte dan ’t voorgaande en gladde
Aairtjés heeft, een Duim lang. De Kafjes
zyn groenachtig, bleek gerand, met Baardjes
van vier of vyf Liniën langte. Een dergelyke
komt, zegt G o u a n , overvloedig voor, in de
Graften van Montpellier, by den Koninglyken
Tuin, met ruige Aairtjés.
.jj (s) Zwenkgras met de Pluim byna opgeregt;
Bromus Eyronde Wollige Aairen, met regte Baard«
Zagt!* ï es en zeer zaSt Pluizige Bladen.
In de Zuidelyke deelen van Europa komt
deeze Soort, op drooge plaatfen, voort. In
Switzerland is dezelve, volgens Ha l l e r ,
zeer
(Y) Gramen Gros Montbelgard. J. B. Hiß. II. p. 43?*
(2) Bromus Pan. ereftiuscnlä &c. S c h r e b , Gram. 60.
T. 6, Wrig- Obs. p. 7. T / i.f . 4. Bromus hirfutus, Lo-
cuftis feptifloris ovato - conicis. H a l l . Helv. N. i 5°4*
Gr. Avenaceum Loc, villofis, candic. & ariftatis. S c h e u c h e
Gram. 254. Gr. Avenaceum Pratenfe &c. ^doR. S. 8«
T. 7. f. 18.
«
z e e r gemeen,-en'zou de Trespe der Duitfche- VI.
ren zyn , die aan Wegen, Haagen en op Muu- m.u
ren, ja fomtyds ook'op de Akkers in Duitfch- S^ FD'
land, Vrankryk en Engeland groeit, zegt
Schreber. Z y is veel kleiner dan de voorgaande,
hebbende de Halmen naauwlyks een
Voet hoog; de Bladen zeer fmal; alles met
eene zagte Wolligheid bekleed. De Pluim is
naauwlyks twee of drie Duimen lang en heeft
korte Steeltjes , met één of meer Aairtjés, die
van zes- tot,tien-Bloemig zyn, ook met een’gc
Haairigheid bezet en kort gebaard. Het Zaad
is langwerpig, driekantig en bruin. Somwylen
misdraagt ook dit Gewas , dat tot een goed
Voedzel voor allerley Vee dient, inzonderheid
voor Schaapen. j\Ien kan het , met voordeel,
gebruiken, om het Stuifzand Vast te
maaken, fchoon het maar twee Jaaren duurt.
Tot Hooy is het, wegens de laagte van Gewas,
niet zeer dienftig.
(3) Zwenkgras met een knikkende Pluim, en in .
Eyronde Aairtjés, met wyd gemikte Baard- SquarrL
nes. In fm-
Rappig.
(3} Bromus Pan. nutante, Spie. ovatis Ariftïs diva-
ricatis &c. Gouan Monsp. 50. Feftuca Graminea Glu-
mis vacuis. Scheuchz. G ram . 251. T. 5. f. n . C. B.
Pm. 9, Prodr. N. 64. Gram. Phalaroides acerofum,
nutante SpicS. B a r r . I c. 24. T. 1 , 2. Mont. Ic. 52. &
Gr. Feftuceum majus , Locuftis crasfis Lamigiuofis.
B uxb. Cent. Y . p. 19. T. 38. L 1.
v 3