INHOUD VAN DIT STUK.
Z E S D E A F D E K K I N G .
De GRAS P LANT EN.
I. Hoofdst« Be Eigenfchappen der Grasplanten
in ’ï algemeen. Onderfcheï-
ding derzelven van de andere Kruiden«
Befchryving van 't Gewas en'de deeien
der Vrugtrnaaking. Algemeene en by*
rondere nuttigheden. Verdeeling en
Rangfchikking door voornaame Kruidkundigen.
« » Bladz» !
II.RoomsT. Befchryving der Een- enTwEE-
manniüe Grasplanten, van ieder van
welken maar één Geflagt was gevonden. ——=*■ » 3a
JII» Hoofdst. Befchryving der Drieman-
nige Grasplanten, hoedanigen de
meeften zyn, tot welken ook verfcheids
Soorten van Biezen, Riet en allerley
Graanen of Koorn behooren. » ■ ■ ■ ■ ■ 41
* j IV. Hoofd#