Vï.
AlDEElo
11].
HOOFDSTUK.
' Ta rtv .
voortbragtén meer dan twintigduizend Aairen >
uitleverèndeomtrent agtenveertig Pond Koörn.
’t Getal der Graankorrelen uit dié ééne dus
gefprooten , werdt berekend op meer dan
vyfhonderdzesenzeventigdüizend. Dit is een ver-
baazende vermenigvuldiging, welke nog veel
verder gebragt had kunnen worden: want de
Planten waren in ’t Voorjaar maar eens ge-
fcheurd ( * ) . Deeze Proefneemingen, door
vvylen onzen Vrind , Doktor Ba s t e r , te
Zirikzee, in ’t jaar 1770 en 1771, nagedaan,
Waren denzelven niét gelukt: dat echter maar
aan toevalligheden te wyten fchynt: alzo de
Heer van Hazen meende, zo hy niet belet
ware geweest,nog een grooter getal van Planten
en Aairen , dan de Heer Mi l e e r voor--
gemeld, te zullen bekomen hebben (f). Fyf-
tigduizend van éénen Graankorrel te teelen, is
thans niet ongewoon T-J-). Deeze Konftige
vermeerdering der Graanen heeft haaren oir-
fprong van de Proeven en Waarneemingen
door den beroemden W o l f f , Hoogleeraar
in de Wiskonst te Halle , die vyftig Jaaren
vroeger uit een eehïg Koorntje , op die wy-
z e , meer dan tweeduizend fluks bekwam (§).
Dee-
(*) Fkit. Trcmfaü. for 1768. Vol- LVIII. p. 203.
( f ) Brief over den mislukten uitfbjjg der Tarw-Teelt >
4 oor ]. Baster. Zeeuwfch. Gmootfckap. III. Deel. bladz.
3 97-
CD Zie,, IV, Landt. I. Stok, bl. 214.
{ § ) Z ie Bm la u er Bmwlungen, | | ï | , p. 58.8 4. -enz*
Deeze Heer hadt ook van de voorgemelde wy-
ze van Nieuwen Landbouw, door pooting
der Graanen, reeds een denkbeeld (*).
’t Is bovendien een voordeel van den Nieuwen
Landbouw, dat de Graanen dus zo zeer
niet bloot gefield zyn aan derzelver gewoone
Kwaaien, welken de Tarw meer dan anderen
onderhevig is. Als eene der voornaamften
moet men dat Ongemak aanmerken, ’t weik
Brandkoorn genoemd wordt. Dit werdt al
vroeg, ond.er dc Israëlieten, aangemerkt als
eene Landplaag ( f ). Die fchraale en van den
Ooflenwind verzengde Aairen, in Pharaös
Droom , zullen daar toe behooren (4-). Men
vindc ’er de Afbeelding van by D odonads
en L ob e l , onder den naam van Ufiilago9
in ’t Hoog- en Nederduitfch Brandt, in ’t
FranfchBruiure, in ’t Engelfch Blight or Brant-
mne. ,, Als de Aair, zegt hy (§ ) , nog te-
,, der is en op ’t bloeijen flaat y wanneer ’er
„ dan een zwaare Kegen valt, en hier op volgt
„ een heete Zonnefchyn , waar door dezelve
„ verfchroeid;wordt en als verdort : dan komt
» ’er
O ) lbid- P-. 5 9 2‘
Cf) I KONINGEN. VIII. VS. 37.
CD Gen., Cap. XLT.
CS) Lobel Kruidboek. Antw* 1581. bladz. 45. Zie aan-
gaande de UJlilago in verfcheide Soorten van Koorn- en
Gras - Planten de nieuwe Uitgave der F[«r. B èlg ica , doof
den beroemden Hoogleeraar D. de Gorter, in dit jaar
*781» bladz. 347, 348.
Dd 4
II. Deel. XJ.IL Stuk.
VI.
A fdeel.
111.
Hoofds
tu k .
Brand-
Kooin.