VI.
AîDEEL.
III.
H oofdstuk.
X.
Schoemts
Coloraius.
Gekleurd.
Dit zoude, volgens den Heer R e i c h a Ird»
de Driehoofdige Kyllinga of Schamoides van den
Heer Ro t t b o i l zyn, die daar toe betrekt
het Knobbel- Wortelig Biesgras van den Heer
N. L. B u r m a n n u s , en over zulks ook* de
Mottenga van den Malabaarfen Kruidhof. Gezegde
Hoogleeraar merkt aan, dat het zo wel
op Java groeije als op Malabar.
( io ) Biesgras met de Halm driekantig, het
Hoofdje rondachtig j een zeer lang plat bontkleurig
Omwindzel en gefchubde Bloemen.
Deeze Soort,mede in delndiën huisvesten-,
d e , is Malabaarfch Kruipend Waterglas door
G ARC in genoemd. Rumph.ius beeldtze
af, onder den naam van Gehoofd of Hoofdjes-
Gras, in ’t Maleitfch genaamd Tabalhfa, wegens
de drie Blaadjes , die het rondachtige
Hoofdje omringen. Somtyds zyn ’er vier
zodanige Blaadjes, die het Omwindzel uitmaa-
ken , ten deele wi t , ten deele groen , volgens
Sl o a n e ; doch elders groen, met het
Hoofdje in ’t midden wi t , dat alsdan, volgens
Cio) Schoemts Culmo triquetro , CapîÉuîo fubrotundo
&c. Gramen Cyperoides Spicâ compaftâ albä, Fol. ad
Spicam partim albis , partim viridibus. S l o a n . thfam. I.
119. T. 78. f. 1. Gramen Capitatum. R u m p h . Amb. VI.
p. 8- T. 3, f. 2. Kyllinga monocephala. R o t t b , N o v .
Plant, p. 13. T. 4. f. 4. Pee - Mottenga. Hort. Mal, XXI,’
3?. 89. T, 48. Burm. Fl, Ind, p, ig,
m
G R- A S P E A N T E |3f* 55
«n s ’* denkbeeld der Indianen, een Kwaal
aan de Vinger, d ie m e n d e Vyt noemt, zoude ^
voorftellen, welke zy door t opleggen van stuk*
dit Kruid willen geneezen. De hoogte is op
vogtige plaatfen een Voet en meer; anders
maar een Span of een Handbreed. Het heeft
Vezelige Wortelen , die ook als een Geneesmiddel
XI.
■ hoenaS
lolwortelig.
in Indie vermaard zyn. Het groeit op
Ambon als een Onkruid in de Tuinen.
(11) Biesgras met naakte driekantige Halmen, ^
de Bloemkrgpj.es overhoeks , de Bladen Li- Bulbofus
I j .
ffiaal Draad achtig.
Deeze Kaapfe Soort, van den Bpïwortel,
zo zeldzaam onder de Grasplanten, denmaam
hebbende , brengt menigvuldige Borftebge
Bladen voort, die regt op flaan en byna zo
lang zyn als de Halmen, welige de hoogte on
gevaar hebben van een Span. De Bloem ;
die rood is , beftaat uit drie of viepongefteel-
de Kropjes, aan den top der Halm, ieder met
een Borflelig Blaadje van onderen gefchoord,
m S Biesgras met de Halm byna driekantig x iï.
j y j - l - ' & naakt, rComPres~ JUS,
: Samen*
. s c hm u s Culmis triquetris n u d is , Florum glome-gedrukt,
sulis alternis , F o b L inea ri - Filiformibus. J ‘
(12) Schmus Culmo fubtriquetro nudo , Spica difti-
c i Involucro monopbyllo. Cyperella moptana d.lbcha
&c. Mich. Cm. S - Gramen Cyperoides, Spica firnpbd