m ssi
y y - 46-
VRUGTMAAKÏ
Zeer fraaije Afheeldingen zyn door deezen VI.
Autheur van de Grasplanten , als ook van de F“ Et>
Biesachtige., welke hy nogthans daarvan on-
derfcheidt, gegeven.
In het voorgemelde Vertoog, genaamd Grondlagen
der Grasbefchryving, dat onder de goedkeuring
van den Ridder is aan ’t licht ge-
bragt, komt eene Rangfchikking der Grasplanten
naar de Kelken ( * ) voor , volgens welke
zy in Geaairde , Gepluimde en Biesachtige verdeeld
worden, Dat de Bloempjes ongefleeld
of gefleeld zyn , maakt hier een volftrekte on-
derfcheiding van de twee eerden , en die van
den laatden Rang hebben één of vyfbladige
Kelken , in Katjes vergaard , zonder Bloemblaadjes.
Ik zal hier de Geflagten, volgens die
Rangfchikking, voordellen en voegen daar nevens
, tot opheldering van onze Grasbefchryving,
de Afbeeldingen van de Vrugtmaakende
deelen op de nevensgaande Plaat LXXXVTI.
I. G e a a i r d e G r a s p l a n t e n ,
A. Met een tweezydige Aair, de Graat getand
hebbende.
ï. SECALE.De Kelka, a, tweekleppig, twee
of driebloemig : de Klepjes Lancetvormig,
kleiner dan de Bloemklepjes b ,b ; waar van
het
0*) Mediodus Graminum Calycina. Amosn. Acad. Vok
vnrp. 128.
B 3