V L
Atdeel.
I».
H o o i q *
S1WS.
V.
Aira
Vaspitofa
Yeeoig
Switzerland groeit dit byna Geaairde Rietgras ,
dat laag is , zelden meer dan een half Voet
hoog, hebbende een digt getropte Pluim, vair
weinige groote Bloemen , zeer fraay paarfch
en Goudglanzig bont.
(5) Rietgras met vlakke Bladen en een uitger
breide Pluim ; de Bloemblaadjes van onde-
» ren Pluizig en gebaard, met een kort regt
Baardje.
Dit Gras, dat alom iü ons Wereldsdeel op
vette vogtige Weiden, inzonderheid in een
Veenige Grond en by ons meest aan dë kanten
der Bouw- en Weidlandën voorkomt,
wordt van H a l l ER genoemd tweebloemige
Haver, met een zeer groote uitgebreide tweekleurige
Pluim. De Halm is van twee Voeten
en booger; *de Bladen zyn fmal en neder*
waards geftreeken ruuw ; de Pluim is Rietachtig
en ziet eenigszins bruin geel met Zil-
verkleur gemengd. Men kan het ligt met dat
Struisgras, ’twelk Akker-Windhalm genoemd
wordt,
(5) Aira Foliis planis Panicull patente > &c. Sp,
Plant. & Gort. Belg. 21. Ft. Stuc. 63 , 70. Oed. Dan.
240. G meL' Sib, I. p. 95. G ouan Monsp. 41. Aira Pani-
cula patentisfimÉl. Aü. Stockh. 1742. p. 30. Aira Panic*
ton gis f. tenui. Fl. Lapp. 50. Gr. Segetum Panicula A-
rundinacea. C. B . Pin. 3. Tlmatr. 35. S c h e u u h z Gram
244. T. 2. f. 2 , 3. Gr. Agrorum latiore Arund, cofnofS. Pa-
nieulll. Mor. Hifi. IH. S. 8./T. 5. f. 17»
wordt, verwarren. In de Laplandfche Moe-
rasfen groeit het dikwils eens Mans langte ' n f g
hoog, met een fmalle Pluim van een half Elle «os.
lang, die ongemeen flingert door den Wind.
VI.
AtrCl
( 6 ) Rietgras met Rorjlelige Bladen, byna
naakte Plalmen , en een wyd gemikte piéxmfa.
Pluim met bogtige Bhemfteeltjes. Bogfig.
De bogtigheid der Bloemfteeïtjes in de
Pluim, die zeer aanmerkelyk is,anderfcheidt,
volgens den Ridder, deeze Soort, welke
Bofchgras met een witte Pluim en Haairachtige
Bladen vanB auhinüs getyteld was, en ook
afzonderlyk door Scheuchzer befchree-
ven, die het in de Bofchachtige ftreeken der
Alpifche Bergen waargenomen hadt: maar de
vermaarde Haller meende wel verzekerd
te z yn , dat de Ouderdom flegts dit Gras
een verfchillend aanzien gaf, terwyl het vol-
ilrekt behoorde tot de volgende Soort.
( 7 ) Rietgras met Borflelige Bladen , .een
fmalle Bergs.
(6J) Aira Fol. Setaceis, Cutmis fubnudis, Pan. diva-
j-jcata, Pedunculïs flexuofis- Sp. Plant. 9. Fl. Süec. 64 ,
7 1 . Dalib. Par. 26. Oed. Dan. 157. Aira Pan. rara Ca-
lydbus albis. 'Ft, Lapp. 48. Gr. Alpinum nemorofujji
Paniculatum &c.. S c h e u c h z . Gram. 218. T. 6. f. 1. Gr.
Nemorofum Panic. albis CapUtaceo folio. C. B. Pin. 7.
Ptodr. 14. Mor. S, 8. T. 7. f-9-
r 7') Aira Fol. Setaceis, Panicull angultata &c. Sp.
W P 5 Plant.
.~t9 l
1 I