•332 D r i e m a n n i g e
VI. uit Bloempjes beftaande wier Kelk on gebaard
niE is, het Blommetje een Kaf je heeft byna half
HooiD- zo jang s maar jn een Baardje uitloopt, wel
vyftnaal langer, dat aan den voet gedraaid is,
en aan de buitenzydemet taamelyk lange Pluis-
haairtjes bekleed.
Dus nam het de fchrandere L o e f l in g , b y .
kans twee Eeuwen na zyn gemelden Voorganger,
in deeze Grasplant waar, welke hy aanmerkt
nog heden in Spanje vjm zeer veel gebruik
te zyn, om Matten te vlechten tot bedekking
der Steenen Vloeren in de Winter;
om Kabeltouwen te maaken voor de Schepen,
als ook Mandjes, Korfjes en dergelyk Huisraad,
tot het overdraagen en bergen van Vrug-
ten. In de Zuidelyke deelen van Spanje, by-
zonderlyk in Granada, langs de gehcele Zeekust,
totaanMurcia, voornaamelykomftreeks
Carthagena, zegt C l u s i u s , was dit Spartum
zo gemeen, dat by de Ouden die ftreek Spar-
i(aria geheten weidt. Behalve het gemelde ,
dat.men van de drooge en frisfche Bladen fabriceerde,
werden van dezelven, als Vlasch in
Water geweekt zynde, vervolgens geklopt en
dan gedroogd; ook zekere Schoenen of Pantoffels,
Koorden ander fyn Werk, gemaakt.
VI.
Stipct
Avenacectt
Haverachtig.
(6) Kwispelgras dat naakte Baardjes heeft,
de Kelken met het Zaad gelyk.
In
OJ Stipa Ariftis nudis , Calycifrus Semen- a^uantihus
»