VI. lang. De Pluim is eenigermaate ge • aaird j
A f d e e l . byDa Eyrond. Van het Gekuifde Beemdgras,
H o o f d , daar het in geftalte naby komt, verfchilt het
door menigvuldiger ruige Bloempjes.
XVI. (16) Dravik,m t een zeer dunne Pluim en Li-
Cahjdna. ' niaah Aairtjes; de Kelk langer dan de
Groot- Bloempjes , kton. de Bladen aan den voet öpebaard.
ïn Spanje vordt hy deèze, die een plag
maakt van Wortelbladen en Draadachtige
Halmen heeft, ook maar een Vinger lang.
By Alexandria, in Egypte, vondt de Heer
F o r s k a ö h l een Soort van Dravik, welke
hy Gegaffeld noemt, wegens de Pluim die uit
ongedeelde, zëer uitgebreide, Liniaale, drie-
bloemige, ongebaarde Bloempjes , beftondt.
Een andere hadt de Aairtjes Lancetvormig, met
eene egaale Pluim en leggende Halmen. Een
derde, aldaar ook gröeijende, hadt eene Ge-
bondelde Pluim, over ééne.zyde, met lang gebaarde
Aairtjes , doch deeze twyfelde hy, of
Tt ook de eerde Soort mogt zyn. In Arabic
kwam hem de volgende voor.
(17) Dra-
(16) Feftuca Pan. coarfhtta , Spiculis Linearibus, Cal.
Flosc. longiore 3 Foliis bali barbatis. Sp. Plant. n . Am.
Acad. Hl. p. 400. Feft. pan, contrafta, Spiculis linea»
fibus mut. longitud, Calycis. LoEjx. A u 6.
(17) Dravik met een gekropte Pluim , veel- VT.
hloemige Aairtjes en Klierdraagende Bloe- m. •
men. \ * ; . , xvii.
Dit Gras, overvloedig op Zandige Heuvels Feftuca
gröeijende, in ’t Arabifch Scoucham genaamdif fmcrma‘
hadt hy beter Geklierd geheten; aangezien deQerpittle»
Kafjes in dit Gdlagt doorgaans gefpitst zyn;
maar Geklierde Bloemen is zeer byzonder. Onder
ieder Meeldraadje vertoonden zig Kliertjes
in de uitgebreide Bloem, die vier of zes
Blommetjes in de Kelk bevatte. De ruige
Draadachtige Stempels kwamen ’er bezyden
uit. Het Gras hadt ronde, gladde, kruipende
Steelen , mët opftaande Takkige Halmen en
zeer uitgebreide, gladde, ftyve, gefleufdeen
fpits gepunte Bladen. Hy twyfelde, nogthans*
of het wel hier t’huis hoorde.
B r o m ü s. Zwenkgras.
De Griekfche naam, op dit geheele Ge»
flagt toegepast, is gebruikt geweest voor
dergelyke Planten als de Feftuca of Dravik t
doch aan gezien de meeften zig alhier, door
de zwaaijing of flingering der Aairtjes, onder-
fcheiden; welk Gras men deswegen, in !c
Hoogduitfch, Schwingel noemt, dat een Zwengel
(17) Feftuca Panlcnla glomerata, Spiculis tnultifloris,
Dore Glandulifero» Flor. jEgypt. Arab, p, 53,
v