Yi. den. Hy noemt het een zeer fraaije Plant,
Aróttsi» die de Halmen drie Voeten hoog heeft, en
H oofd- gladde Rietachtige Bladen. De Pluim, insge-
stus. jy^g van Rjet gelykende, fmal, een
half Voet lang, was door hem fomtyds zodanig
gevonden, dat, in plaats van Blommetjes,
groen en Zilverachtig bonte Blaadjes voortkwamen
uit de Kelk.
t VUT. (8) Struisgras, dat een Pluim heeft van lang-
'^ierltma. werpige gefpitfle Bloempjes en de Halm ge-
Haatbloe- met Zeer korte Bladen.
•mg.
Deeze Soort groeit, volgens den Heer S e-
güier, by Verona. Zy heeft de Halmen maar
een Voet lang en de Bladen naauwlyks langer
dan de Leedjes. De Pluim is Takkig, met
ongefteelde Bloemen, die weinig gebaard zyn,
hebbende paarfche Stempels.
(9) Stnjjsgras met het hloeijend gedeelte van
de
(8) Agroftis Panicula Fofculis oblongis m.ucronatis,
Culmo obte&o Foliis brevisfimis. Sp. Plant. 18. Mant.
30, Feftuca ferotina. Sp. Plant. p. i n . Gramen Lolia-
ceum lerotinum Panicula difpanfa. S e g, Ver. III. p.
346. T. 3. f- 2.
(9) Agroftis Pan» parte florente patentisfima &c. Sp.
Plant. 6. Ft. Snee. 60,64. D a l i b . Par. 24. Fl.Lapp.
46. Agroft. Pan. Lanceolata Spiciformi. H u d s. Angl.
s6. Gramen ferotin. Arvenfe Spici pyramidali. R aj.
Angl. 304. Hift. 1288. Gramen Alopecuro accedeos.
P luk. Alm, T. 33' 6«
IX.
pubra.
R o o d -
iftsirigde
Pluim zeer uitgebreid ; het buitenfie VI.
Bloemblaadje glad en een omgedraaid A ’^ t4
krom end-Baardje. - stük^°*
In Sweeden is dit Gras zeer gemeen, dat
men ook in Engeland en Vrankryk aantreft,
groeijende aan de Oevers van Meireü en in
laage Velden. Het heeft een Pluim, die bloei-
jende zig uitfpreidt in Kransjes, anders van
boven famengetrokken zynde tot een pierami-
daate Aair. Na het bloeijen wordt dezelve geheel
roodachtig; weshalvenhét, in Sweeden,
den naam van Rodwhen voert, Het gelykt ee-
nigermaate naar het Vosfeftaart-Gras, hier
voor befchreeven.
(10) Struisgras met getrofte Bloemen \ het buitenfte
Kelkklepjè krom en alleenlijk aan den jUatrella.
top gaapende. fo S jT
Op Zandige plaatfen, aan de Kufl van Ma-
labar, is dit Gras door den Heer K oeni g
gevonden. Het heeft een kruipenden Schub-
bigen Wortel, met Halmen die om laag neerleggen,
voorts opryzen een Handbreed hoog.
De Bladen zyn Elsvormig, tweevoudig, af-
ftandig, uitgebreid, met de Scheeden in elkander
(10) Agroftis Flor. Racemofis; Calycïs Valvula exte»
*iore incurva, Carinse apice tantum dehifceute. Mant.