VI. Oevers der Rivieren ; doch het valt ook in
Afdeel. Qostindie, volgens den Heer N. L. Burxük>
FD" mannus > die ’er de Afbeelding van geeft.
Te Suriname heeft de Heer R ol ander hetzelve
ook gevonden, volgens RottbÖl l ,
die het een ReusaehtigGras noemt, de Halmen
een Vinger dik hebbende en het Kroontje anderhalf
Voet breed, de Aairtjes een half Duim
lang.
XVll. ( i? ) Cypergras met de Halm, driekantige
compreffus naakte het algemeene Kroontje driebladig,
Plat- met gefpitfte Kafjes aan de kanten Vliezige
Aairig»
Op Zandige Velden omdreeks dq Stad St,
Jago, op Jamaika, kwam dit den vermaarden
Sloane voor. Het fchynt overeen te komen
met dat Virginifche Cypergras, ’t welk
de Heer Clayton noemde, „ Laage Cype^
,, rus., die veele Stengels uit ééne Wortel
„ geeft, aqn alle kanten hurkende,. met Ey-
,, ronde glanzige dunne famengedrukte Hoofd-
„ jes, veel op ééne Halm, die met zwartach-,
,, tig bruine Zaadjes zyn bevrugt.” De Heer
Burmannus heeft dergelyke grasplant van
Java in Oostindie bekomen.
m >
(i7_) Cijperus Culmo triq. nudo, Umb. univerfali tri-
plw lld & c . Cyperus rotund. Gramineus & c . S lo a n ,
gfqm. 35. Hifi. 1. p. 1x7. T. 76, f. x. Cyp.. \ Culmo
triq. n u d o , PaniculS. fo lio fa & c . R . Lugdb. 51, B ü r s i.
Ft. Ind. p. 21.
f18) Cypergras met de Halm driekantig . VI.
naakthet Kroontje driebladig’, de Steel-
tjes enkeld, onge/yk, met getrapte Lancepw- 5 j°°ïd"
mige Aairen, XVIII.
Cijperus
In vogtige Zandgronden aan den Duinkant
en elders , komt in onze Provinciën dit Cyper-achtis*
gras voor, dat de hoogte heeft van een Handbreed
tot een Span of daar omtrent. Hetzelve
groeit op Moerasfige plaatfen van Duitfch-
land, Vrankryk, Italië en Switzerland. Dc
Heer H a l l e r merkt aan, dat ’er Bolle- *
tjes aan de Wortelen zyn gevonden^ ’t Getal
der gedachtige Aairtjes, die het Kroontje
maaken, is menigvuldig. Hetzelve is ge-
fchoord door twee of drie ongelyke Blaadjes.
Men noemt het in *t Nederduitfch Klein Rietgras,
zo de Hoogleeraar de G o r t e r aante-
jjtent,
( 1 9 ) Cypergras met de Halm driekantig ,
naakt’, het Kroontje driedeelig, de Steeltjes Bruin,
enfi?)
Cijperus Culmo triquetro nudo, Umb. triphylla
&c. Cyperus minor pulcher, Panicula lata compresfa
fubflavescente. Mor. T. i i . f. 37- Cyperus minimus Pa-
nicutè. fparfa, flavescente. Tournf. In[t. Soheuchz.
Gram. 385. Scop. Cam. 220. J. B. Thmtr... p, 88. Gori.
Belg. 12. Cyp. Umb. trifolia, Spicis fesfilibus umbella-.
tis, Glumis obtufis. Halt.. Helv. N; 1348.
(19) Cijperus Culmo triquetro nudo , Umbella trifida
^tc, Cyperus minimus Pan. fparfa iwgrkante, I qurwf,
Inji. '