VI.
Afdeel
in.
Hoofdstuk.
Het eerfte van deeze twee, hier en daar
door geheel Europa voorkomende, wordt
Hirs-Gras of Zaadgras, in ’t Nederduitsch geheten.
By ons groeit het op ver'fcheide plaat-
fen, in de Hooylanden , in Bosfchagie en aan
de Wegen. Het heeft dikwils Halmen van
drie of vier Voeten hoogte, en Bladen van
een Pink breed. De Pluim is zeer dunnetjes
uitgefpreid en daar door verfchilt het inzonderheid
van het andere, dat, volgens den
Heer Ha l l er, een loutere Verfcheidenheid
daar van is, in de Bosfchen van Switzerland
groeijende, maar ook veel grooter valt. Dit,
zegt h y , heeft Halmen van twee Ellen ( * ) ,
en Bladen tot zeven Liniën breed, met meerder
en digter getropte Bloemen. L obel fchynt
dit laatfte aangeweezen te hebben , onder den
naam van Groot Water-Gras met breede Hirs-
Aairen\ aanmerkende, dat het Halmen heeft
van vier of v y f Voeten hoogte, en Bladen van
een Vingerbreed, anderhalf of twee Cubiten
lang. Gemaaid zynde, zegt hy, is het Hirs-
Gras een uitmuntend Voeder voor de
Beeften
( 7)
(*) Bicubitales, Dit fchynt by zyn Ed. twee
Ellen, dat is omtrent vyf Voeten Jte betekenen ï
want anders , indien hy ilegts Cubiten meende ,
zou het naauwlyks • drie Voeten hoog en laaget
dan ’t voorgaande zyn, dat met de Bladen geenszins
ftrookt. ,
(7) Geerftgras met gepluimde Bloemen, die ge- VT.
baard zyn. Afdeel,
B oofd-
Tot het volgende Geflagt is dit Gras bevoo-
rens, door den Ridder, met den zelfden by- Milium
naam, betrokken geweest. Het groeit in d ePZTm.
Zuidelyke deelen van Europa en wordt, des- Hayer-
wegen, Provencaalsch gepluimd Haver-Gras, met a^'^*
Zaad ah van Akelei jen, door fommigen, ge-
tyteld. Anderen hebben meest gelet op de
gebaarde Bloempjes, die als in de Haver een
yle Pluim famenftellen , op lange Haairachtig
dunne Steeltjes. De Heer S c o p o l i , door
wien het ook in Karniolie werdt gevonden ,
noemt het Agroftis met drievoudige hangende
Trosfen en gebaarde Aairen, het Baardje lang
en gegolfd. S c h r e b e r , die hetzelve ook
afbeeldt, zégt, dat de Halmen drie Voeten
hoog zyn, of hooger, dun en glad, opftaande,
de Bladen breed, glad en fpits, met lange
Bladfcheeden ; de Aairtjes eenbloemig. Het
Zaad, in de Bloemblaadjes vaft beflooten, is
langwerpig, byna rolrond, glanzig zwart.
A g r o s -
(Z) Milium For. paniculatïs Ariftatis. Gouan. Monfp.
¥■ 38- S c h re b Gram. T. 28. f. 2. Agroftis paradoxa»
Cp. Plant. 3. Agroftis Panicull patente &c. G e r . Ptov.
® 81. Agroftis Racemis ternatis pendulis. S c op. Garni
a 86. Agroftis Flofc. Ariftatis gemellis , altero fterili»
terminalibus ternatis. S a u v. Monfp. 45,
O a