* VI,
Afdfel
VIL
Hoofdstuk,
1.
Ifchcemum
muticum.
Onge-r
Jjaard-
6 o0 V £ E r, W Y V 1 G E
kort gefteeld zyn , doch niettemin tfe Halm
Scheedachtig omkleeden, welke aan 5t end
een verlpreide Pluim heeft , rosachtig van
Kleur,
I s c h a e m u m . Schub -Aair.
Door de Ouden werdt de_Griekfche naam
Ifchcemum aan zeker Kruid , dat naar Geerst
geleek, gegeven, wegens de Bloedftempende
kragt, welke 'dat woord aanduidt ( * ) . Een
Soort van Baardgras voert, deswegen, dien
Bynaam. De Aairen, daar van, gelyken veel
naar die van dit Gedagc, vertoonende zig als
gefchubd : weshalve ik het Schub-Aair tyteH
want Schubgras drukt zulks niet wel uit. In
een gemeene Kelk bevat hetzelve twee Bloemt
pjes, het eette Mannelyk, het andere Twee-
fla8*-ig, die byna van de zelfde gedaante zyn„
beiden tweekleppig ( f ). Het bevat de twee
volgende Soorten.
( 0 Schub -Aair met ongebaarde Zaaden,
Het
CO Ifchserrmm Milio fim ilis , F oliis asperis , Squamo fis
Sanguinem fiftens. P l in -Z ?^ . XXV. Cap . 45.
C f ) Z ie Fig. 1 3 , op P la a t L X X X V I L
Ci) Ifchcemum Seminibus muticis. Sy ft. Nat. X I L
Gen. 1148- Feg. X I I I . p, 760. Gramen Arund. Indicum
Spicatum , Spicä fquamofä. R aj. Hift. 3. p. 604. Tagadi,
H' $cd, XU. p. 91,T. ^9. Bukjm. Fl, Ind, p. 2,2,1,
G r a s p l a n t e n . 6 6 ï
Het is een Grasachtig Ktuid , in Oostindie VI.
groeijende, dat eene Aair heeft, die in tweeën ^yipL*
verdeeld is, en als gefchubd met o v e r h o e k f e , ^ o o r u -
enkelde, tweebloemige hoekige Bloemfteel-
tjes, die tegen de Halm aangedrukt zyn. De
Kelk der Tweeflagtige Bloemen -zit op ’t
end van ’t Steeltje ; daar onder een andere ,
aan den voet van ’t zelve buitenwaards ingeplant
, die tweekleppig is en hard, twee Blommetjes
, het eene Mannelyk, het andere Vrou-
welyk, bevattende. De Stempels der Stylen
zyn dik en ruig : de Zaaden ongebaard. De
Steel van de Aair is met Bladen bekleed.
(2) Schub - Aair met gebaarde Zaaden. i ï . ,
v f Ifchcemum
Ariftatum
Deeze , m China door den Heer Os b e c k Gebaard,
waargenomen, heeft het maakzel, van de Aair
en Bloemen , even als de voorgaande, zegt
onze Ridder, maar de Halm is hooger, de
Aair langer en derzelver Steel naakt. De
Zaaden zyn met een gedraaid Baardje , dat
langer dan de Bloempjes i s , gewapend.
Ik kan niet nalaaten hier de Afbeelding by lonS y'‘
te voegen van het Ceylonfche Gewas , onder P i.x c iii.
deezeri naarp door den Heer T h u n b e r g F‘s' 4'
pvergebragtjzie Pl.XCIII, Fig. 4. De Schubbig
(2) Ifchcemum Seminibus Ariftatis. Syft. Nat. Bukm.
Ft, Ind. p. 23I,
m