VI. jes op vier Ryën heeft, maar tw ee derzelven
ArnEEi» regteropftaande dan de anderen. Deeze wordt
Hooïe- wederom gefchiftin Zomer- en Winter-Gerst,
Gerst, naar den Zaaytyd: hoewel de laatfte' veel
zwaarder valt dan de andere. Ook is ’er van
deeze eene Verfcheidenheid, met gepelde
Koorntjes , zeldzaam in de Akkers voorkomende,
in Duitfchland Hemel-Gerst genaamd.
De Deelen der Vrugtmaaking van de Gerst
z yn, door gedagten Heer Baron de G l e t
c he n , ook naauwkeurigin Plaat vertoond(*).
De Heer H a l l e r merkt aan, dat deeze;
Soort, in alle Bloemen, twee Kelk-Kafjes
,, heeft, korter dan het Blommetje, Elsvor-
„ mig, in een kort Baardje uitloopende. Het
„ buitenfte Bloemkafje, zegt h y , is zeer hol,
„ met de zyden famengeplooid en de Rug
,, gehaaird , de tip eindigende in een Baardje
„ van drie Duimen langte : het binnenfte is
„ ongebaard. De Twee Bloemblaadjes zyn
„ Pluimachtig. Uitwaards, in de aanvoeging
,, van het grootfte Kafje, is een Haairige Styï
„ zo lang als een derde van het Kafje, zynde
,, een onvolmaakt Bloempje.”
( 2 ) Gerst met aUe Bloempjes tweeflagtig en
P *
("*) Obferv. Microscope T. 27.
(2) Hordeum Flosc. omnibus hermajphroditis Arifta*
lis,
II.
Hordeum
ttexasti-
chum.
Zaszydlge
gehaard; de Zaaden op zes Ryen egaal vi.
geplaatst. A f d e e l . ïii.
rj , . _ Hoofd»
zodanige is de Gerst die men gemeenlyk STUK-
zaait, ook wel genaamd Roode Gerst. Zy Gerst'
heeft de Aair dikker en zwaarder. De on-
deifte Bloemen zyn onvolmaakt j de overigen
hebben den Kelk korter dan de Bloem, aan ’t
begin Bladerig, aan ’t end gebaard. Het buitenfte
Bioemkafjé geeft een rüuw Baardje uit,
van twee Duimen lang; het binnenfte is kort
en Lancetvormig. Twee Pluimachtige Bloemblaadjes
zyn er , het derde heeft de gedaante
van een Baardje, als in de voorige, zegt Hall
e r .
(3) Gerst met de zydelingfe Bloempjes Man- m.
nelyk en ongebaard, de Zaaden hoekig en hordeum
op elkander leggende. ' Tweezy^
dige,
De
tis, Sem. fexfariam aequ^liter pofitis. H. Ups. 23. Mill
N- 6- Hord- Spica polyfticha Flor. omnibus her-
maphroditis Jonge Ariftatis. Hall. Hetv. N. 1534. H
Hexatichum pulchrum. J. B. Hijl, n . p. ,12^ n ord*
polyftichum veraum & hybemum. C. B. Theatr. 420.
Hordeum. Lob. Tc. ^ y
( Hordeum Floscülis Iateralibus Masculis muticis,
Sem angul. imbricatis. H. Ups. 23. Mat. Med. P. 47.
Gouan Monsp. 58. Hordeum. Hall. Helv. N, 153e.
Hord. Diftichum. C. B. Pm. 22. J. b . Hifi. TL p. 420. fl’
Hord. nudum, f. Seminibus decortit&tis. Mor.T. 6. f. 1.
C c *
> II. Deel* XIII. Sxuis,