VI. (17) Beemdgras met een gedrongene eenzy'
e# fcheeve famengedrukte
H oofd- Z M w.
SÏUlt.
XVII. Deeze Soort komt, zo in ons Land, als
ZesfZ™’ in andere deelen van Europa, in Noord-A-
Piathal- merika en in Siberie, op dergelyke plaatfen,
voor. Hierom hadt Bauhinus hetzelve
Gras der Muur en, met eenen kruipenden Wortel,
getyteld. Ook behoort daar toe zyn Hondsgras
der IVyngaar den. Het heeft leggende
Halmen en gladde Bladen, ’t Getal der Bloempjes,
in ieder Aartje , dat zes of zeven is in
het Europifche,heeft men in ’ t Amerikaanfche
meestal drie bevonden.
XVIII. (18) Beemdgras met een gedrongene eenzydige
Amboinen- fisAait en ronde Halmen.
. 0 J ö
Am-
bonfch.
Van het voorgaande zou dit Amlonfche byna
alleen door de rondheid der Halmen, .welke,
bef
i? J ) Pou P a n . c o a r c la t â f e c u n d â , C u lm o o b liq u o
c om p r e s fo . Sp. Fiant. 17. Gort. Belg. 25. Fl. Sued.
7 4 , 84. D a l i b . Par. 28. G m e l . Sib. I . p . 103. Poa
C u lm o c om p r e s fo d e c l in a t o , L o c . d iftich is , fe x flo r is .
H a l l . Hehr. X . 1 4 5 5 ' G r am e n M u rö rum R a d ic é r e p
e n t e . C . B . Pin. 2. Prodr. 2. G r . P a n ic u l. R a d . r e p
e n t e , C u lm o c om p r e s fo . V a i l l . Par. ,çj. X , 18. f . 5,
Gr. C a n in um V in e a le . C . B . Pin. n .
0 8 ) Poa Panic, coarftata fecundâ, Culmo tereti.
Mam. 557. Phoenix Am]boinica Montana, Rumph. Amb.
HL P* 19 < T. 7. f. 3,
f
mÊmÊËmÊMÊÊÊB. BÊÊM ü -
G r a s p l a n t e n . * 5 7
beflendig zynde
een vast Kenmerk is, ver- VI.
fchillen. Het is een hoog Rietachtig Gras, ^
zes of zeven Voeten hoog op de Gebergten
groeijende; weshalve het van R u m p h i u s
Berg- Phcenix getyteld is geworden. Het heeft >
gepluimde, gekranfte, vyfbloemige Aairtjes,
met roode Meelknopjes en witte Stempels.
( ip ) Beemdgras met een kromme Halm en XIX.
Afdeel.
dunne Pluim ; de Aairtjes tweehloemig , mwaHsZ
ruuw, gefpïtst. Bosfchlig,
In Europa groeit, aan den belommerden voet
der Bergen, deeze Soort, welke flappe half ■
leggende Halfnen heeft , volgens Hall er,
en gladde fmalle Bladen., met een yle Pluim.
Somtyds komt zy voor, met een ruig Sponsje
aan ..ieder Knietje, rood of geelach tig zynde
van Kleur, ’t welke de Heer G ouajst ontdekt
heeft door een Infekt veroirzaakt te zyn , dat
hy, by ’t openen, daar in veranderd vondt,
doch d o o d z o dat hy de Geftalte niet kon
waarneemen.
(20)
(19) Poa Pan. attenuatl, Spiculis fubbifloris mucro-
liatïs fcabris , Culmo incurvo. Sp. Plant. 18. Gouan Monsp.
44. Ger. Prov. 90. Fl. Suec. H . N . 85. P o a C u lm o d e -
b i l i , P a n . n u t a n t e , L o c u f t . biflo r is F lo s c . fu b v illo fis .
llA.LL. Helv. N . 1469. G r am e n P a n ic . a n g u ftifo l. A lp i -
n um .&c. Scheuchz, Gram. 164. T . 2. Gmel. Sib J,
p . 9 5 - G r am . N em o r o fum P a n . l a x l , R a d . r e p e n d .
V a il l . Par. 90,
R
1
■ L5"