Aïde’el. ,^ us ^ de Grasplantén befchreeven ,
H oofd dlde MeeIdraadies bebben en twee Stylen
s t u k . Stempels , een getal uitmaakende van negen
en-twintig Geflagten» Van die, welke
drie Stylen o f Stempels hebben, had ik, om de
gelykvormigheid, ook ling befpaard, het Geflangot gv atnot deeze Afdee-
E r i o c a u l o n . Kanthalm.
Dit, hoewel door Bladen en Gewas naar de
Grasplanten zweemende, heeft kantige, geen
ronde Halmen, die met Bolletjes, op de wy-
gzeel ydke irn Shaemt enteelige Kruiden, byzonderlyk Kogelkruid(*) , getopt.zyn. Deeze
Hoofdjes hebben een gemeenen Schubbig
e Kelk, gelyk de Madelieven; de Bloempjes,
daar het Hoofdje uit famengefteld is,
beftaan uit drie gelyke Blaadjes en hebben het
Vrügtbeginzel mét drie Meeldraadjes gekroond,
behalve de drie Stylen voorgemeld. Hier van
komen de volgende üitheemfche Soorten voor.
I. (O Kanthalm met een driehoekige Halm, De-*
ÏTtrian. ? genvormige Bladen en een Eyrond Bolletje,
gularc.
Driehoe- Dit kig.
w Zie 11. D. VII. Stuk , bladz, 229.
- GO 'Eriocaulon Culmo triangulari, Fol. Enfiformibus,
Capitulo ovato. Syfl. N a t.X ll. Gen. 100. Veg. XIII. P.
109. Plantaginella Aurea Alopecuroides Brafiliana. Fol.
Gramineis. Breyn Cent. T. 50. Mor. Hifi. UI. p, 250,
T, ï6* f* * * *
mm
Dit is een zeer klein Plantje.uit Brafilie af-
komftig, dat naar de Smalbladige Weegbree
wel wat gelykt, dóch de Bladen Grasachtig
heeft en glad , uit den Stoel voortkomende,
waar tusfchen menigvuldige , wel tot vy ftig ,
dunne Steeltjes, van twee of drie Duimen langte,
die op ’t end ieder een Hoofdje hebben
met Pluis van Afchgraauwé Kleur, waar in
kleinegeele Blommetjes, als Gouden ftippen,
uitblinken.
WMÈi
(2) Kanthalm met een vyfhoekige Halm, De-
genvormige Bladen; de algemeene Kelk vyfi
hladig.
(3) Kanthalm met een zeshoekige Halm en Degenvormige
Bladen.
(4) Kanthalm met een zeshoekige Halm enBorfielachtige
Bladen. Op
I (2) Eriocaulon Culmo quinquangulari, Fol. Ènfiform.
I. Cal. univ. pentaphyllo. Fl. Zeijl. 48. Scabiofa Graminea
Inudicaulis. &c. P l u k . T. 2 2 1 . f . 7 . Rhandalia Made-
■ raspatana, Gram, folio, Globulifera. Pet. Mits, Burm.
■ Fl, Ind.' p, 30.
(3) Eriocaulon Culmo fexangulari , Foliis Enfiformi- 1 bus. Fl. Zeyl. 49. Burm. Fl. Ind. p. 31. T. 9, f. 4. Gr.
■ Jun'ceum Cap. albis aphyllis. B urm. Zcyl, 108. Gr. Jun*
i ceum Ind. Or. minus, Capit. rotundo &c. P l u k . Mant. 48
; CO Eriocaulon Culmo fexangulari, Fol. Setaceis. Fl,
mZcyl. 50. Rhandalia Malabarica Gapillaceo folio. Pet,
■ G«z. T. 53. f. I0. Jiort. Mal. X411. p. 129. T. 63, Burjj,
I Fl, Ind. p. 3X,
F f 2
VT.
Afde^Ei
III.
HoOFfl«*
STUK»
II,
Eripcatt#
Ion quin-
quangu- ‘
lari.
Vyfhpe*
kig.
III.
SexangH*
lare,
Zeshoe*
kig.
IV- .
Setaceumi,
Borfteljg,