448 D II I E M A N N I G E
VI. in ’t eene opzigt fchadelyk is , in ’t andere ten
ArfiEEL. (jïeufte van de Huishouding der Natuur , en
jHooid- m e n ziet, dat ’er niets nutteloos gefchapenzy,
pXÜK.
Xj ( i i ) Tarw-Gras met veelbloemige Kelken, ge-
Trïtkum Cpitfle Blommetjes en eene Takkige Aair.
mariti- Jr
mum.
Zeekan,. D it , aan de Zeekusten van Engeland en
Vrankryk waargenomen , Dolykachtig Gras ,
is zeer klein en hard : zo dat het misfchien
de kleinfte Soort der gedagte byfoorten
van het voorgaande, aan de Dyken van Zee«
land groeijende, wel kon zyn. Het heeft de
Halm een Span lang, eenigermaate Takkig;
de Bladen ook van die langte, met paarfch-
achtige Scheeden : een Takkige Aair, byna
gepluimd, met platte agt- of tienbloemige
Aairtjes y overhoeks , aan den voet dikachtig,
ongefteeld en eenzaame in de mikken.
Xjj (12) Tarw-Gras met byna vierbloemige Kel-
Teneiium, ken, fpitfe ongebaarde Blommetjes en Borftelige
Bladen. Aan
f f i i ) Triticum Cal. multifloris, Floscujis mncronatis,
Spica ramofa. Sp. Plant. xo. Poa Pan, Ramofa, Flor.
altern. fesfilibus. R. Lugdb; 274, Feftuca Pan. coarfta-
ta fecunda &c. Ger. Prov. 94. Gramen pumilum Lolia-
eeo fimile. Raj. AngU 111. p, 395- Gr* exile duriuscu-
' lum maritimum. Pluk. Phyt. T. 3a. f. 7. Gr. Maritimum
Panicuia Loliacea. C. B. Fin. 8. Prodr. 19. M o r . S.
8. T. 2. f. 6.
(i2_) TrUicum Cal. fubciuadrifloris, Flosc. muticisacu-
. " • . 1 txs >
Aan de Wegen komt dit in Provence voor, vr* ^ AFDEEf
gelykhet, in fommige Velden , in Switzerland m.
waargenomen was door den Heer Ha l l e r , s^ ° rD'
in grootte zeer verfchillende, een Voet o#
anderhalf, ja twee Voeten hoog , doch zeer
fyn van Gewas, met Draadachtig dunne Halmen
en Borftelachtige Bladen; alle Bloemen
geaaird , van vier of v y f tot agt en meer in
een Aairtje. In de Zuidelyke deelen van Vrank-i
ryk valt het.maar een Span hoog , met minder
en kleiner Bloemen.
(13) Tarw-Gras met eenzydige, ongebaarde xijr.
Kelken, , overhoeks. unTirliatitceurma.
Ie.
Op de Kusten van Italië en Vrankryk aan de Eenzydig.
Middellandfche Zee groeit dit kleine Grasplantje,
naauwlyks een Duim hoog. J. B a ü -
hinus geeft ’er de Afbeelding van, waar uit
blykt, dat de Aairtjes Dolykachtig zyn, gelyk '
in alle de vier laatfte Soorten, die weezentlyk
wel tot het Geflagt van Dolyk hadden mogen
t ’huis gebragt worden.
Dus
tls, Fol. Setaceis. Sp. Plant. 7. Trit.-Rad. Fibrofä, Fol.
nnguftisfimis. Hall. Helv. N. 1430. Jeftuca Spicä feciui-
dä reftä &c. G er. Prov. 96. Gramen Loliäceum minus
Spicä fimplici. C. B. Pin. 9. Prodr. n . Mor. S- 8- T.
2. £ 3,
O3) Triticum Cal. unilateralibus alternis muticis. Manl,
35. Gramen minlmum, J. B. Hiß. II. p. 465, Gr. pu-
fillum Unciale Paniculä Loliaceä. Böcc. Mus. 2. T. 57.
F f