526 Ë Ë N H U ï e t G È
VI. tjes zyn rondachtig. Béiden gfoeijen 2fy óp
AïbEEt.. jjroejjjge piaatfen en de laatfte heeft de Aai*
jHooia- ren grysachtig of uit den zwarten en witten
bont.
XVII. (17) Cyperbies met een famengeftelde Tros ,
nimlM? Van Manwyvige Aairtjes.
Gefluimde.
j n modderige Berg-Valeijen der Zuidelyke
deden van Europa, komt volgens L i nn^ us
deeze voor, die volgens Ha l l e r in Swit*
zerland op dergelyke pläatfen gemeen is, en
van hem, eenvoudiglyk, Cyperbies met eene Gepluimde
Aair getyteld wordt. Dezelve heeft,
zegt h y , een Steel van drie Voeten hoog,
driekantig; ruuw, zo wel als de Bladen, en
eene lange , geaairdé , Takkige Pluim; van
Aairtjes famengefteld uit geel, roodachtig en
Wit bonte Bloemkafjes.
XVIII. (18) Cyperbies met Manwyvige, Rolronde,
Ooftin- - Aairen, die Vinswyze gepluimd zyn, eenige
difche. onderße Bloempjes Vrouwelykhebhende.
In
( i f ) Carex Raceffio compofito; Spiculis Androgynis.
Sp. Plant. 17. Am. Acad. IV. p. 294. Car. Spicä pa*
niculatä. Hall. Helv. 1368* Gort. Belg. ij. N. 767.
Car« anguftif. Caule triquetro, Spicä ir.ultiplici fuscä.
Mich. Gen. 68. T. 33. f. 7. Cyperus longus inodoruS
fylvaticus. C. B, Pin. 14. Theatr. 221.
fiB) Carex Spicis Androgynis Cylindricis Paniculatjs a
Flosc. aliquot infimis foemineis. Mant. 574.
t x ït A S V L A N T E N.' 527
In Ooftindie groeit deeze, met byna drie- ArmÊt,
kantige Halmen van anderhalf Voet lang, en v -
Grasachtige Stengbladen , dikwils langer; de stuk!*1*
Pluim beftaande uit veele driekantige Tros*
jes , van overhoekfe byna ongedeelde Aairtjes,
met Elsvormige Schubbetjes gedekt. De
twee of drie onderfte Bloempjes der Aairen
zyn Vrouwelyk: het Zaad is Eyrond , driehoekig,
fpits,
III. Met de Aairen van verfchillende Sexe ;
de Vrugtdraagende ongedeeld.
C[S0 Cyperbies met de Aairen getropt, byna xix*
ongefteeld, rondachtig: de Mannelyke L iniaal:
de Zaadhuisjes omgekromd fpits. Geel-
Aairige.
Dit TVatergras met fteekende Aairen, gelyfo
L ob el hetzelve noemt, komt in Waterige
Weiden, zo by deeze Stad als elders in onze
Provinciën, en door geheel Europa voor. Anderen
heeten het Duitfch gedoomd of klein
Moeras-Gras. Het maakt, uiteen Vezeligen
Wortel, een Plant van Rietachtige Blaadjes,1
die
C 9 ) Carex Spicis confertis fubfesfilibus fubrotundïs,
Mascutè linëari &c. Sp. Plant. 18. Gort. Belg. 266.
PI. Snee. 755 , 843. G ou an Monsp. 482. Jacq. Vind. 167.
Cyperoides paluftre acul. Cap. hreviore. T oornf. In ft.
529. Gr. Cyperoides aculeatum Germ. f. minus. C, B. Pin.
7 . Tfü 109. Mo r . S . 8. T. ia. f. 19. G r . Paluftre echi-
catum. L ob, I c. 15.
ÏI. Deer. XIII. Srois,
\M\
I
Wmi
r a
(ffSSIgïl
itMII
m ]