IV. Hoofdst. Belchryving der Zesman«
nige Grasplanten, tot welken de
Ryst, Bloembiezen, en eenigeanderen
moeten t'huis gebragt worden, Bladz,
V. Hoofdst. BefcJrryving der EenhuizigeGrasplanten,
tot welken deLifch-
dodden, Mays of Spaanfche Tarw,
en verfcheide anderen behooren. ■ -
VI. Hoofdst. Befchryving der T we e -
hüizige G rasplanten, tot welken
maar één Gejlagt betrokken wordt,
Touwgras genaamd. . ......—
VII. Hoofdst. Befchryving der Veelwyvige
Grasplanten, tot welken het
Zorghzaad , Baardgras, Kleefgras en
verfcheide anderen, meest Uitheemfche,
zyn t'huis gebragt. , ——
aanwyzing der: plaaten;
en der Bladzyden,
alwaar de Figuuren aangehaald of hefchreeven mrdefti
Plaat.LXXXVII. Afbeelding van de Bloeme
n Vrügtmaaking der Grasplan-
ten> ' tegenover Bladz* af
Plaat LXXXVIII. Afbeelding van Driem
a n n ig e Grasplanten. — — - 6 i
Fig- i,. Javaanfch Cypergras. Cyperus Java-
nicus. . . # • bl.
— 2. Ceylonfche Haairbies. Scirpus Capillaris.
• bl. 103*
_ 3. Javaanfche Kop-Bies* Scirpus Ce- i
phalotes. . bl. 122.
Plaat LXXXIX. Afbeelding van D riem
a n n ig e Grasplanten. - ..r T 4>
Fig. 1. Japanfch Suiker.Riet. Saccharum 1 ^
. Japonicum. • bl. I4<S'
a Een Aairtje van de Fluim vergroot.
__ 2. Verdeeld Raspgras van Java. Paspalum
disfeêtum. - bl. 164.
— . 3. Ingedrukt dito, van Japan. Paspalum
ScroHculatum. « bl. 165»
— 4. Tweezydig dito, van Japan. Paspalum
diftichum, . bl. 167.
Plaat XC. Afbeelding van Driemanni*
ge Grasplanten. ■ ■ — — 1 1 8 3
Fig. 1. Ceylonfch Panik-Koorn; Panicum '
compofitum, . bl. 183.
<— 2. Javaanfch Doddegras. Phleum Indicum.
. • bl. 198.
— 3, Javaanfch Vosfeilaart. Alopecurus
agrejlis. . ; . W. 201.
% Jf