a X ëel houtige | Vezelige Wortels, gelyk in de
yi. * Tweede Soort, geeven een trop uit van hai‘-
b2 r°FD' de 5 taaije Draadachtl'ge Halmen, waar van
de meeften onvrugtbaar zyn en een foort van
Loof maaken s doordien zy zig langs hoe
fyner verdeden *en uitfpruiten , aan ’t end als
omgekruld. Zeer weinigen, eens zo lang ,
regt uitgeftrekt , draagen aan ’t end Aairén ,
die veelal uit drie, doch fomtyds ook uit twee,
vier of vy f Aairtjes beftaan, welke Roltond-
achtig fpits zyn , en Bloempjes bevatten als
de voorgaanden.
V. ( j ) Touwgras met eenvoudige Halmen en een
fimplex. f enkeïde end - Aair. .
Enkel- |
Aairige. Deeze heeft een hurkende, Houtige, ronde,
geftrekte , Biezige , bruine , zeer Tak-
kige Halm, die Knoopig is mèt Scheedjes,
én aan ’t end van ieder Tak een enkele Dolyk-
achtige Aair, èqn Duim lang , met veel langer
fpitfer Schubben dan in de voorigen, tus-
fchen welken de Bloempjes , die veel kleiner
zyn, met drie Meeldraadjes.
C<5)
pTicibus. Syft. Nat. Veg. XIII. Sp. 4. Reftio Culmis te-
retibus ereftis, Vag. Membran. bifidis &c. R ottb. Progr.
*772.p. 10. N; 2.Icon. p, 3. T. II. f.2.
(5) Restio Culmis fimplicibus Spicft terminali. Syft.
Nat. Veg. XIII. Sp. 5. Reftib Spici fimplici terminal!
eblonga difticha, R ottb. Progr, 1772. p. n , pj,
ReftÏQ djflichus- Icon, p, 6, T. IJ. f. 5,
(p). Touwgras met eenvoudige Halpten ,
kropte, Aair ei} en verjpreide enkelde Bloem r VJ.
fcheeden. , stok!B'
/\ VI.
Dit heeft de Halm ter dikte, van een Gan* Ekgia.
ze Schaft , vier Voeten lang „ geheel een- Tros-
voudig, geftrekt, Knoopig , rond, groen- raage
achtig bruin , met de Leden naar ’t.end groo-
ter, gelyk in veele anderen : de Knokkels bekleed
met ■ Lederachtige Scheedjes , die, af-*
vallende, een zwart Ringetje overlaaten. Aan
5t end is een Bloemtros, van anderhalf of twee
Duimen langte, uit Bloemfcheeden famenge-
llcld, alleen van Vrouweiyke Bloemen; zyn-.
de van deeze Soort geen Mannelyke Bloemen
voorgekomen, zo min als van eene andere,
welke de Heer R o t t b o l l diftachyos, dat
ia Twee - Aairig noemt. Voorts heeft zyn
Ed. nog een Triticeus of Tarwachtig, waar
van hy Mannelyke en Vrouweiyke Exem-
plaaren hadt, befchreeven en afgebeeld: als
ook een Reftio compresfus en Virgatus, beiden
met enkel Mannelyke Bloemen, gelyk de
ove-
(6) Reftio .Culmis fimplicibus, Spica glomerata, Spa*
this partialibus fimplicibus. Syft. Nat. Veg. XIII. Sp.
6. Reftio Thyrfifer, Thyrfo oblongo terminali, Spathis
akernis maximis , in Lobos divifo. RótTb. Progr. 1772.
V- n . N. 9. Icon. p, 8. T. III f. 1. Elegia Juncea.
L inn. Mant. 297.