VI.
jAïDEEL.
III.
Hooïd-
STüK.
I.
Pkleum
Pr at en Ce.
Weidig.
geknot, met twee puntjes van boven, en
daar is het Blommetje binnen in geflooten.
De Kelkklepjes zyn doorgaans vah buiten
ruig (*). Het bevat de vólgende Europifche
Soorten.
( i ) Doddegras met de Aair rolrond, zeer lang,
kanthaairig; de Halm opftaande.
De langte van de Aair Ss fomtyds in deeze
Soort zo groot, dat men het deswegen, in
Engeland, Cats-tail-Graß, dat is, Katteftaart-
gras, noemt, en ook wel Timothy-Graß. Het
groeit door geheel Europa, als ook in Noord-
Amerika, en de Hoogleeraar G m e l i n heeft
het in de Noordelyke deelen van Aue overal
aangetroffen: doch onder de heete Lugtftreek
wordt het, zo 5t fchynt, niet gevonden. By
ons komt het in de Weidlanden, en langs de
Wegen , dcch meest op Zandige plaatfen 3
voor.
Uit een Vezelige Wortel fchiet het verfcheï-
de Halmen, die van één tot twee, drie en
vier Voeten lang zyn, met eene Aair van drie,
vier
U*) Zie Fig. i o , op Plaat LXXXVII.
CG PUeum Spicä cylindricä longisfima , ciliatä , Culmo
erefto. Stjft. Nat. XII. Gen. 77. Veg. X 111- p. 92. Ft.
Lapp. Suec H. Ctiff. R. Lugdb. 53. D a l i b . Par. 20.
G o r i .S « ^ . 17. G o u a n . Monfp. 36. &c. ßzc. H a l l .
Heiv. N. 1528. S c h r e b . Gram. T. 14. Gramen Typhoides
maximum Spicä longisfima. C. B. Pin. 4. Gr.
lyphoides afperum ptimum, lbid.
vier of vy f Duimen. Aan deeze Halmen ftaan
overhoeks de Bladen, die helder groen zyn en
Lintachtig, met eene witte middelrib van ag- Hooi»,
teren; meeftal glad van rand , fpits uitloo-STUK*
pende. Zy omvatten de Halm aan haarè
Knietjes, en buigen zig dik wils om. DeA air
is Rolrond en dun , op ’ t meefte omtrent dé
dikte hebbende van een Pink ( * ) ; witach- '
tig groen met roodachtige Meelknopjes vgn
buiten verfierd.
Dit groote Doddegras is zeer goed onder ’t
Hooy, inzonderheid voor Paarden, maar van
het Rundvee wordt het niet zeer bemind
en nog minder van de Schaapen; om dat
het harder is dan het gewoone Gras onzer
Weiden. Niet lang geleeden, nogthans, heeft
men het in Engeland ,. onder den naam van
Timothy-Gras, als uit Noord-Amerika afkom-
ftig, zeer aangepreezen en boven alle anderen
verheven, ( f ) S c hreb er merkt de volgende
Soorten flegts als Verfcheidenheden, daar
I van, aan,,
■
Ajl
I
(2) Doddegras met de Aair Eyrondachtig _ÏL
0 PlUeum Holrond. Alpinum^
D i t Alpisck*
00 Het moet eèn drukfeil of rr.isflelling zyn, wanneer
de Heer S c h r e b e r zegt, dat de Aair tot vier
'Duimen dik voorkome.
1 ( f) R o q u e Praflt. Treatife m cultwatmg Lucene-
Grafs &c. Lond. 1765. in Append.
I 0 0 Pkleum Spica Ovato-Cylindracea, Sp,Plant, 3. O ed.
N 2 Di.n,