V I. getrofte lange Aair, met talryke Bloemen ,
A fdeel. zeer gefteeld en enkeld. De Kelken zyn
H oofd- omwald met Baardachdge Borfteltjes, driemaal
STUK* z o lang als de Bloemen. Het buitenfte Klepje
van den Kelk is zeer kort en Eyrond: het
Blommetje tweekleppig met lange gefpitfte
Kafjes; de Stamper langer dan de Bloemen.
VII. (7) Vosfeflaart met een byna geaairde Pluim 9
rus Mmif. ruuwe Kelken en gebaarde Blommetjes.»
jietienfes.
^Mompel 'j’erwyl deeze Soort zo wel in Engeland als
in Vrankryk aan fommige Rivieren voorkomt;
weshalven M orison dezelve genoemd heeft
zeer groot Engehch Moeras-Vbsfeftaart ; zo fchynt
de bynaam wat bepaald te zyn. Gerard be-
fchryft dezelve, onder de Planten van Pro-
vence, omftandig. G ouan fchynt ’er gewag
van te maaken, onder den naam van Buikige
Agroftis, om dat de Kelken van onderen dikker
zyn ; doch deeze hadt de Halmen zeer dun
en maar een Voet of daaromtrent hoog, even
als die van G e r a r d terwyl Morison ?er
.de langte aan geeft van byna een Elle en Bladen
(7) Alopecurus Panicula fubfpicata, Calycibus fcabris ,
Corollis Ariftatis. Sp. Plant. 4. G ouan Hort. 37. Phieum
Crinitum, Calycibus linearibus, bafi fubventricofis &c.
S c h r e b e r Cram. 151. T. 20. f. 3. Agroftis Panicula
oblonga &c. G e r. Prop. 80. Gramen Alopecuros ma-
ju s , Spici virefcente divulfa, Pilis iongioribus. B a r k .
Je, 115. f. 2. Agroftis Ventricofa. G o u a n . Monfp. 39.
den als van Gras of Tarwe. De Aair was vyf J g . '
Duimen; en in dat Montpellierfe maar ander- ^ •
half Duim lang. Kan dit een zelfde Gewas zyn? g^ ID'
Het onderfcheidt zig doordien de Aair zeer
Pluizig is, en zig als van . een gefcheurd vertoont
, gelyk in de Afbeeldingen blykt van
B a r r e l i e r , die een kleiner en een grootere
Soort van dit Gras befchryft, welken de Heer
Schreber famenvoegt als Verfcheidenhe-
den. Buxbaüm heeft dergelyk in de Oofter-
fche Landen waargenomen.
Vosfeftaart met een byna geaairde Pluim, VIII.
V Z _ . . Alopecu*
Pluizige Kafjes en gebaarde Blommetjes, rus Pani«
ce'us.
.. n . Panik-
De Heer S c h r e b e r meent dit flegts een achtig.
Verfcheidenheid van het voorgaande te z yn ,
als gezegd is. Het verfchilt ook inderdaad
weinig, dan in kleinte, zynde flegts een Handbreed
hoog, met het Baardje van ’t Blommetje
korter dan het Kelkbaardje, en de Aair niet
ruuw, maar zagt op ’t gevoel en wolliger. Dit
alles zou van de Groeiplaats kunnen afhangen
, op drooge plaatfen, zelfs in de Noordelyke
Landen. 1 |
( 9)
(8) Alopecurus Pan. fubfpicata, Glumis viliófis, Co-
ïollis Ariftatis. Sp. Plant. 5« Cynofurus Paniceus Sp.
Plant. I. p. 73. Pt. Snee. 45 y go. Gramen Alopecurnm
minus Spica longiore-C. B. Pin. 4. Theatr. 57« Scheuchz.
Gram. 154, Gramen Alopecurnm minus, Spica virefcente
divulfa. B a r r . H. 115. f. x.