VI. /pitst, en famengetropte ongefleelde Aairen.
A inEL’ zydeiings.
H ooIDstuk,
j n Engeland , Italië, Switzerland en Virgi-
nie, worden de Oevers van brakke Meiren aan
den Zeekant bekleed door deeze Soort van Biezen
, die wegens de lange fpkfe punt van de
Halm, welke boven de Bloemen uitfteekt , ge-
bynaamd zyn. Derzelver Halmen zyn driekantig,
driehoekig, met drie Kielen, aan de
hoeken famengekneepen. Zy hebben de langte
van één of twee Voeten en daar boven. De
punt is flap en dikwils omgekromd. De Aair-
tjes zyn ovaal, getropt, bruin en bleek bont,
veel naar die van onzen Water-Cyperus, die
flraks volgt, gelykende.
XX. (20) Bies met de Halm driekantig, naakt; een
dichoto- famengefield Kroontje ; de Aairtjes der gaf-*
mus. feling ongefieeld.
G e g a f-
In Oostindie groeit deeze , die een uitgefprei
Scirpo - Cyperus Paniculä glomeratä e Spicis imbricatis
compofitä. S cjheuchz. Gram. 404, T. 9, f. 14; Hall.
Helv. N . 1338. Scirpo - Cyperus maritimns. Mtch. Gen.
4*7. N. 45. Juncus acutus maritimus Caule triahgulo. C.
B . P in- jK Prodr. 33. Mor. S. 8. T. 10. f. 20. Pluk.
T . 40. f. i , 3-
(20J Scirpus Culmo triquetro nudo, Umbella decom-
pofitä, Spicis dichotomise fesfilibus. Ft. Zeyl.^o. Burm.
Ft- Pad. 22. Gramen Cyperoides Maderasp. Juncelii
Sesneri Capitulis fparfis. Pluk. Alm. 179. T. np.f, 3.
fpreide Pluim heeft van ronde Aairtjes, veel y j.
gelykende naar de Hoofdjes der Bloembiezen. Ajiff^
Men vindtze by den Heer B u r m a n n ü s , on- Hoorn-
der de Ceylonfche Planten, Klein Gras genaamd
, met een Takkige Aair van drie Duimen,
als van de Geersten-Bieze: hoewel de
Aairtjes hier voorkomen op gegaffelde Steeltjes,
(2 1 ) Bies met de Plahn driekantig, naakt, en XXI»
een eenvoudig Kroontje, van Eyronde Aair- ecktmtuf<.
tjes. Stellig®,
De ronde ftekelige. Hoofdjes , veel naar die
van ’t Sparganium zweemende, onderfcheiden
deeze Soort, die zo wel in Noord-Amerika
groeit als in Oostindie. Maar, hoe deeze be-
hooren kan tot de Biezen met een naakte
Pluim, daar dezelve, volgens de Afbeelding
van P l d k e n e t , zulk een flerk Omwindzel
heeft, verftaa ik niet,
fa 2) Bies met de Halm driekantige en een XXII. Retrofrac-
ew-tus, Omgef31)
Sfirpus Culmo triquetro nudo, Umbella fimpli»^11^ 6,
ui, Spicis ovatis. Ft. Zeijt. 38. Gramen Cyperoides Ame-
ricanum, Spicis grandioribus &c. P l u k . Alm. 179. ï .
ox. f. 4. Gramen Cyperjnum Zeylanicum Porcinum,
Cap. conglobatis rotundis. B u r m . Zeijt. 107, B u r m . Fl. ■
Jnd. 22. Cyp. Flor. Capit. erectis pedunculatis. G r o n .
Yirg, 13. (22J Scirpus Culmo triquetro Umbella fimplici, Spica
»